146 Portugal, Marokko, Tunis, Sicilië, Oostenrijk, Hongarije, Servië, Roemenië, Dalmatië enz. Werd in de zomermaanden in den regel de schoone natuur opgezocht, 's winters vestigde de heer v. S. zich met zijne zuster steeds in eene groote stad, alwaar dan vlijtig gearbeid werd. Zoo schreef v. S. tusschen 1870 en 1893 o.a. Bijdragen tot een Geschiedenis der Bataven en Epigraphie der Bataafsche Krijgslieden in de Romeinsche Legers. „Bij het klimmen der jaren werd de behoefte om zich in de geboorte stad te vestigen allengs grooter en na een kort verblijf in Kleef werd in 1893 te Nijmegen eene woning gekozen en vestigden de onvermoeide reizigers zich te Nijmegen. „Rust-roest" bleef echter het devies van den onvermoeiden man, die zich, nauwelijks geïnstalleerd, aan den arbeid zette en in zijn 14-jarig verblijf alhier een geheele serie voor Nijmegen's Geschiedenis hoogst belangrijke werken samenstelde. Werd reeds ge wezen op de talrijke hoogst boeiende artikelen, die achtereenvolgens in ons blad verschenen en, hier en daar aangevuld, in 3 bundels als Pen- schetsen uitkwamen, wij noemen verder nog als werken van zijn hand Het Reglement van de Apostolische SchoolOud-Nijmegen's Straten, Markten, Pleinen en Open Ruimten en het Tweede Vervolg op de Kroniek van Nijmegen tot en met 1900. Steeds bereid met zijn kennis en ervaring een ieder bij te staan, die hem om hulp en raad vroeg, is de heer v. S. in het bijzonder ook onzen Godshuizen ten dienste geweest, als daar uit de oude archieven een duister punt tot klaarheid moest worden gebracht." Aan den Uitgewerkten en toelichtenden Staat, behoorende bij het vijfde hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1907, ontleenen wij het volgende „Art. 180. Jaarwedden en verdere beloonfngen der ambtenaren en bedienden bij 's Rijks archieven te 's Gravenhage, benevens bezoldiging van den secretaris van de commissie van advies voor 's Rijks geschied kundige publicatiën a. algemeen Rijksarchivaris 4500. b. secretaris der commissie van advies voor 's Rijks ge schiedkundige publicatiën 4000. c. adjunct-archivarissen 9566.66 d. commiezen8775. e. adjunct-commiezen 7685. klerk, concierges en verdere bedienden8248.34 42775.00 (voor 1907 ƒ41045.00). 147 „Art. 181. Kosten van onderhoud, huishoudelijke uitgaven, perso- neele hulp, schrijfloonen, reis- en verblijfkosten, inrichting en onderhoud van gebouwen, terreinen, en van lokalen en aankoopen voor de Rijks archieven en kosten van de commissie van advies voor 's Rijks geschied kundige publicatiën25000.— (voor 1907 ƒ25000.—). „Art. 182. Jaarwedden, toelagen en verdere belooningen der ambte naren en bedienden bij de Rijksarchieven in de provinciën a. archivaris in Noordbrabant 2800.— (voor 1907 f 2800.—). b. Gelderland c. Noordholland d. Zeeland e. Utrecht Friesland g. Overijssel h. Groningen iDrenthe j. Limburg k. hoofdcommiezen, commiezen, adjunct-commiezen, klerken, concierges en verdere be ambten 3600.— 3200.— 3200- 3600.— 3100. 3000.— 3400. 3200.— 3283.33 29941.67 3600.—). 3200.—). 3200.—). 3600.—). 3100.—). 3000.—). 3300.—). 3200.—). 3200.—). 26950.—). 62325.00 (voor 1907 ƒ59150.00). „Alt. 183. Kosten van onderhoud, huishoudelijke uitgaven, personeele hulp, schrijfloonen, reis- en verblijfkosten, aankoopen, meubilair, aankoop, huur, stichting en inrichting van lokalen en terreinen en verdere uitgaven voor de archieven in de provinciën: 56000.(voor 1907 ƒ36000.—). Omtrent de beide laatste artikels zegt de Memorie van toelich ting het volgende: „Art. 182. Jaarwedden en verdere belooningen der amb tenaren bij 's Rijksarchieven in de provinciën. Ingevolge de bij Koninklijk besluit van 22 Januari 1904 no. 35 vastgestelde regeling is voor periodieke traktementsverhooging op dit artikel meer noodig 875. Verder is f 200 meer uitgetrokken, om de jaarwedde van den concierge bij s Rijksarchief in Gelderland, die in 1908 28 dienstjaren heeft, uitnemend voldoet en 550 bezoldiging heeft met het genot van vrije woning, vuur en licht, met 200 te verhoogen. Voorts is het wenschelijk gebleken om aan het Rijksarchief in Noordholland een wetenschappelijk ambtenaar te verbinden, vooral met het oog op de groote uitbreiding der werkzaam heden, voortvloeiende uit het beheer der notarieele archieven. Hiervoor zal in 1908 750 noodig zijn. Tevens is f 300 meer uitgetrokken om een tijdelijk klerk bij genoemd archief, die tot nu toe uit het artikel „Materieel

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1907 | | pagina 35