82
Art. 4.
Zij bestaat uit:
a. gewone leden,
b. buitengewone leden,
c. correspondeerende leden,
d. eereleden.
Art. 5.
Als gewone leden kunnen worden aangenomen alle archivarissen en
andere wetenschappelijke ambtenaren aan de archieven van het Rijk, de
Provinciën, de Gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen.
Tot buitengewone leden kunnen op voorstel van een der leden door
de vergadering worden benoemdoud-archivarissen en oud-leden der
vereeniging; tot correspondeerende leden: buitenlandsche ambtgenooten.
Eereleden zijn zij, die op voorstel van het bestuur met tweederde der
uitgebrachte stemmen daartoe door de vereeniging worden benoemd.
Art. 6.
Buitengewone, correspondeerende en eereleden hebben op de ver
gadering adviseerende stem.
Art. 7.
Zij, die gewoon lid van de vereeniging wenschen te worden, richten
zich schriftelijk tot het bestuur, dat daarop dadelijk besluit, of het verzoek
op de eerstvolgende algemeene vergadering ter tafel brengt.
Art. 8.
De gewone en buitengewone leden betalen eene jaarlijksche bijdrage
van ƒ4.—, door den penningmeester tegen kwitantie in te vorderen.
Art. 9.
Het vereenigingsjaar vangt aan op 1 Mei.
Art. 10.
Opzegging van het lidmaatschap geschiedt bij aan het bestuur gericht
schrijven, minstens ééne maand vóór het einde van het vereenigingsjaar.
83
Art. 11.
Het bestuur bestaat uit hoogstens zes leden, door de vergadering te
benoemen uit de gewone leden. Uit het bestuur worden voorzitter,
secretaris, penningmeester en redacteur van het tijdschrift der vereeniging
door de vergadering aangewezen
Art. 12.
Het bestuur vergadert, zoo dikwijls de voorzitter het bijeenroept ter
plaatse door hem te bepalen.
Art. 13.
Het bestuur treedt af aan het einde der jaarvergadering, maar is ter
stond herbenoembaar.
Art. 14.
Op telkens door het bestuur vast te stellen dag wordt een jaarver
gadering gehouden, die zelve de plaats voor de eerstvolgende bepaalt.
De oproeping daartoe wordt door het bestuur minstens ééne maand
vooraf verzonden met mededeeling der punten van behandeling, waar
omtrent de leden vooraf aan het bestuur opgaven kunnen doen.
De vergadering kan met twee-derde der uitgebrachte stemmen ook
andere punten in behandeling nemen.
Art. 15.
Voorzoover dit reglement niet anders bepaalt, geschieden stemmingen
bij volstrekte meerderheid.
Stemmingen over personen geschieden met ongeteekende briefjes.
Art. 16.
Bij staking van stemmen wordt een voorstel geacht te zijn verworpen.
Art. 17.
Wanneer bij eene verkiezing geene volstrekte meerderheid wordt ver
kregen, wordt eene tweede vrije stemming gehouden.
Aldus gewijzigd in de vergadering van 16 Juni 1900. De oorspronkelijke
lezing luidde: „Het bestuur bestaat uit zes leden, door de vergadering te benoemen
uit de gewone leden. Uit dit zestal worden voorzttter, secretaris en penningmeester
door de vergadering aangewezen."