132 afkomstige onderdeelen, niet altijd te vermijden zijn, zoo waren toch naar mijn bescheiden oordeel de later aangebrachte muurschilderingen (o. ade heraldieke arend op het te voren blank gelaten bovenvak van den schoor steen) beter weggelaten. De namaak springt hier te veel in het oog en werkt storend bij zoovele echte oude dingen. Geeft ook niet Dirk Bouts wel effen witte muren en schoorsteenvakken aan voor dergelijke interieurs? Leeuwarden. Mr. P. C. J. A. BOELES. Literatuur-kroniek. Regeling en beschrijving van oude gemeente- en waterschaps archieven in Zuid-Holland door de Adjunct-Rijksarchivarissen Mrs. P. A. N. S. van Meurs en A. Telting. 's Gravenhage 1907. Mr. van Meurs heeft de gemeenten Valkenburg en Oud-Beijerland bezocht. In de eerste plaats bleken op het gemeentehuis, behalve het oud archief der gemeente, het archief van het ambacht te berusten (dat men verzuimd had in 1869 en 1870 aan Rijnland in te leveren) en dat van den gecombineerden Ruigelaanschen en Zonneveldspolder. Het laatste archief is naar Wassenaar overgebracht. De gemeenteraad verschafte niet de noodige gelden tot herstel. In Oud-Beijerland was de toestand allerellendigst; behalve deresolutie- en weesboeken en de zoogenaamde registers van den Burgerlijken Stand was alles in een rommelzoo op den zolder geborgende ordening was op 31 December nog niet geheel en al voltooid. Mr. Telting bracht de regeling te Ouddorp ten einde, voegde in het archief te Nieuwpoort de stukken, bij de overbrenging der Haagsche Rijks archieven naar het nieuwe gebouw gevonden, in en stelde in Nieuw- Lekkerland een voorloopig onderzoek in; in een oude kist vond men daar in 1898 enkele registers en papieren van waarde. Nasporingen en studiën op het gebied der Nederlandsche Krijgs geschiedenis. Twaalfde Jaarverslag (1 October 1905—1 October 1906). 's Gravenhage, Gebroeders van Cleef 1907. Sinds 1 Januari 1906 is de gepensionneerde Kolonel P. R. Goudschaal werkzaam gesteld aan het archief. Behalve de in bewerking zijnde geschied kundige onderwerpen en bescheiden bevat het verslag een onderzoek naar de vaandels van de 124© en 125e Regimenten infanterie van het le Fransche Keizerrijk, de oude Hollandsche infanterieregimenten. Er blijkt uit, dat de in Rusland bewaarde vaandels dier regimenten waarschijnlijk bataillonsvaandels zijn. 133 Als bijlagen volgen het verslag van den stand der krijgsgeschiedkundige nasporingen en de lijst der aanwinsten van het krijgsgeschiedkundig archief. Verslag in zake de Kerkelijke Archieven, 1 Mei 1907, door Dr. G. A. Hulsebos. Het verslag geeft een indruk van de groote werkkracht van den kerkdijken archivaris. Geldersche, Overijselsche, Groningsche, Hollandsche, kortom, alle plaatsen, waar hij denkt van nut te kunnen zijn, bezoekt hij en van bijna alle archieven, waar hij geweest is, deelt hij iets mede. Aan de bespreking van het uitleenen van archiefstukken te Dordrecht en Gouda knoopt hij tevens een beschouwing vast over dat uitleenen, en het bezwaar, daaraan verbonden door het niet-terugbrengen. Vele kerkbesturen schijnen het nut van een brandvrije (en vochtvrije) bewaarplaats nog niet in te zien, en het is dan ook zeer zeker niet zonder reden, dat de verslaggever aan het slot het adres van een kluizenfabriek vermeldt. Als Bijlagen volgen de inventaris van pakken, behoorende tot het archief van het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland, die van het Amsterdamsche kerkeraadsarchief en enkele notities over de gevolgen van den te Hoorn plaats gehad hebbenden brand van de Groote Kerk op 26 September 1838, waarbij alle archieven der oude classes van Hoorn en Enkhuizen vernietigd zijn. Handelingen van het vijfde Nederlandsche Philologen-conores, gehouden te Amsterdam op Woensdag 3 en Donderdag 4 April 1907. Leiden, A. W. Sijthoff's Uitgevers-Maatschappij. Prof. Dr. G. W. Kernkamp heeft er de beteekenis van Bakhuizen van den Brink als historicus uiteengezet, terwijl in de historische afdeeling Dr. van Gils iets verteld heeft over de middeleeuwsche boekenlijst der abdij Rolduc, Prof. Dr. Th. H. K. Bussemaker een lezing hield over de assientos de negros, de verdragen, waarbij Spanje het vervoer der slaven van Afrika naar zijne koloniën regelde, en Dr. H. T. Colenbrander drie hedendaagsche geschiedschrijvers (Lanprecht, Lavisse en Pirenne) behandelde. Geschiedenis van den Disch, later het Burgerweeshuis te Aarden burg, samengesteld door G. A. Vorsterman van Oyen. Uitgegeven voor rekening van het gesticht. Aardenburg, Gez. Vrolijk, 1907. Vooral de zoogenaamde Dischgoederen, de vermogensrechtelijke ge schiedenis, worden in dit boek van den oud-archivaris van Aardenburg behandeld; achterin worden ook de reglementen besproken. Een lijst der regenten besluit het geschrift, dat zeer zeker als voorbeeld voor andere soortgelijke geschiedenissen kan dienen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1907 | | pagina 28