56
waaruit moet worden geput. Deze rubriek echter heeft een ander doel, en
wel om bij elkaar te plaatsen al datgene, wat met en op de gemeente
archieven geschiedde voor het archiefwezen en de archiefwereld van belang.
Een overzicht daarvan zal veel korter kunnen zijn, wanneer wij het niet
naar de plaatsen rangschikken, maar naar de rubrieken. Het overzien wordt
gemakkelijker, het geheel leesbaarder en daardoor het nut, hoop ik,
verhoogd. Achtereenvolgens zullen dan hier behandeld worden: Perso
neel, Toestand, Bewaring, en tenslotte B esch rij ving der ver
zamelingen.
I. Personeel.
Alkmaar. Tot adjunct-archivaris werd, in plaats van dr. H. E.
van Gelder, benoemd P. J. Glas, doopsgez. predikant.
Arnhem. Tot archivaris werd benoemd: mr. A. C. Bondam,
tevens Rijksarchivaris in Gelderland.
Dordrecht. In plaats van G. Joosse, werd tot klerk benoemd
F. van Rees, voorloopig bij wijze van proef, op een salaris van 100.
's-Gravenhage. Tot archivaris werd benoemd: dr. H. E. van
Gelder, adj.-archivaris te Alkmaar.
Rotterdam. Ten gevolge der splitsing van Bibliotheek en
Archief, werden de heeren G. v. Rijn, adj.-comm., F. J. Hoogeveen,
assistent, en F. Harstkamp, boekbinder, aan den archiefdienst ont
trokken. De 1ste klerk J. P. Mooyman kreeg eervol ontslag.
Utrecht. Eervol ontslag werd verleend aan den lsten klerk
v. Hinsbergentot dagschrijver werd aangesteld G. v. Klaveren.
Het salaris van den rechtskundigen ambtenaar werd verhoogd.
II. Toestand der verzamelingen.
Alkmaar. Het archief, ook het nieuwe, bevindt zich in vol
doenden staat. Hetzelfde wordt verklaard van Amsterdam, Arn
hem, Delft, Deventer, Dordrecht, Goes, Gouda,
Haarlem, Kampen, Leeuwarden, Leiden, Maastricht,
Meppel, Nijmegen, Rheden, Rotterdam, Schiedam,
Utrecht, Vlaardingen, Vlissingen.
's-Gravenhage. Geklaagd wordt over de tengevolge der
slechte bewaarplaats niet afdoende te keeren stof en vuilheid. De
zegels van vele charters hebben door onoordeelkundige opberging
zeer geleden.
Hoorn. Naar aanleiding van den „treurigen toestand, waarin
het gemeente-archief verkeert", is de hulp van den Rijksarchivaris
ingeroepen.
57
Bewaring der verzamelingen.
Alkmaar. De bewaarplaats blijft voldoen en biedt voorloopig
genoeg ruimte aan.
Amersfoort. In het archief-lokaal, dat overigens voldoet,
wordt ruimer lichttoevoer gewenscht.
Amsterdam. De leeskamer, het voormalige vertrek der Over
lieden van het Metselaarsgilde, werd wederom voorzien van de oude
marmeren en steenen bevloering, die in 1891 was weggenomen.
Arnhem. In het Rijksarchiefdepot.
Delft. De brandvrije bewaarplaats in den stadhuistoren blijft
voldoeneen 20-tal der charters werd ter expositie in het museum
overgebracht
Dordrecht. De toestand der lokalen is bevredigend, hoewel
afdoende voorziening tegen het indringen van vocht door de muren
nog niet verkregen werd. De beschikbare ruimte zal ook bij groote
aanwinsten voldoende zijn.
Gouda. Het gebouw bevindt zich in bevredigenden staat
De toestand der muren echter werd opnieuw ongunstiger.
's-Gravenhage. In bijna geen enkel opzicht kan de bewaring
voldoende geacht worden. Gevaar voor brand en lekkage, te weinig
licht eener-, te veel licht anderzijds, stof en vuil bedreigen de verza
meling voortdurend. Het verzoek werd door den archivaris gedaan
tot afdoende hulp in deze een motie in den Raad wenschte hetzelfde.
B. en W. hebben den archivaris en den directeur van Gemeentewerken
opgedragen, voorstellen te doen voor behoorlijke bewaring der archieven
Haarlem. De lokaliteiten zijn voor het doel zeer geschikt.
Kampen. De beperkte ruimte tot berging bij den voort-
durenden toevloed van stukken maakte een geheele verplaatsing van
het archief noodzakelijk. In het kleine archieflokaal werd de bibliotheek
geplaatst, de aanschaffing van een drietal ijzeren kasten werd toe
gestaan. Een geheel brandvrije bergplaats blijft echter de wensch.
Leeuwarden. De lokaliteit van het hulparchief laat te wen-
schen over, doch de verbeteringen in 1905 aangebracht hebben
althans enkele bezwaren weggenomen. Brandgevaar blijft echter
dreigen en er wordt verzocht om, nu eene verbouwing van het
stadhuis wordt voorbereid, daarbij tot het stichten van een brandvrij
archiefdepöt te besluiten.
Leiden. De zoolang gewenschte centrale verwarming werd
aangebracht. Het toenemend bezoek doet gevoelen, dat de leeszaal
te klein issomwijlen moest ook de atlassenkamer voor den gewonen
dienst in gebruik genomen worden.
Is, waar het museum niet brandvrij is, deze overbrenging wel gewenscht?