24 gezien mag worden, duidelijk te doen uitkomen, zal ik mij veroorloven in het vervolg het woord d o s s i e rstelsel te vervangen door omslag- stelsel. Daardoor wordt dan tevens aangeduid, dat de stukken volgens dit stelsel bewaard worden in omslagen, terwijl, zooals later blijken zal, op elke verzameling ook onze archiefterm omslag (gering aantal stukken -j- omhulsel) van toepassing is. De kern nu van dit stelsel is de volgende De stukken worden bij het inkomen gerangschikt in onderscheiden omslagen. Elke omslag bevat een onderafdeeling van het kader, dat voor de geheele administratie is vastgesteld. Dit kader is gevormd op de vol gende wijze. Alle onderwerpen, die bij de administratie zich kunnen voordoen, zijn gesplitst in tien hoofdrubrieken, deze weer in tien onder- afdeelingen, deze weer in tienen enz. enz., tot zoover men verkiest. Met andere woorden voor het samenstellen van dit kader, dat als een univer- seele klapper voor alle Nederlandsche gemeente-administratiën moet dienen, is tot leiddraad genomen het boven aangegeven decimale stelsel van boek- indeeling, met gebruikmaking van dezelfde klassificatienummers, die tevens, voor het vormen der onderafdeelingen, op dezelfde wijze gerangschikt worden. De geheele voorraad stukken wordt derhalve verdeeld in omslagen, die elk een nummer dragen, dat hetzelfde is als dat, hetwelk voor de betreffende rubriek in den algemeenen index is aangenomen. Komt dus b.v. een stuk in, dat over een brug handelt, dan zie ik op den index, onder welk nummer de rubriek Bruggen gerangschikt is, en leg dan dit stuk, voorzien van dat nummer, in den omslag, die hetzelfde nummer draagt. Ook alle andere stukken over deze brug, zoowel ingekomen als minuten van uitgaande stukken, extracten van besluiten hierover enz., worden in denzelfden omslag gelegd. Maar ook bescheiden over een andere brug worden in dezen zelfden omslag opgeborgen. Dit duurt zoo lang, totdat men bemerkt, dat de inhoud voor het gemakkelijk terugvinden van een bepaald stuk te groot wordt. Daar namelijk elk stuk geen af zonderlijk nummer heeft, moet men öf voor eiken omslag een lijst van den inhoud (rotulus) vervaardigen öf men moet zorg dragen, dat elke omslag slechts een beperkte hoeveelheid stukken bevat. Om dit laatste te bereiken is het noodig geleidelijk over te gaan tot de onderklassificatie der stukken van eenzelfden omslag. Daartoe voegt men aan de klassifi catienummers, die reeds op de stukken en omslagen zijn aangebracht, een nieuw cijfer toe, rechts van de reeds gebruikte. Draagt b.v. de omslag Bruggen het nummer 624, en wordt de voorraad stukken te groot, welnu, dan splitst men de verzameling in 624.1 Draaibruggen; 624.2 Ophaal bruggen; 624.3 Transbordeurs enz. Wordt nu ook éen dezer omslagen b.v. 624.1 Draaibruggen weer te groot, dan ligt voor de hand een verdere 25 onderverdeeling 6241.1 Draaibruggen door handkracht bewogen; 6241.2 Idem door stoom bewogen enz. enz. Dit splitsen van de omslagen heeft het voordeel, dat men een stuk, waarvan de inhoud wèl, doch de datum niet bekend is, zonder moeite terug kan vinden. Immers de omslagen zijn niet omvangrijk en het nummer dat men noodig heeft, kan precies in den index worden nageslagen. Daartegenover staat, dat de index zelf, die het kader van indeeling vormt, uiterst samengesteld moet zijn. Eén blik op den ontwerp-index, door den heer Zaalberg secretaris der gemeente Zaandam, vervaardigd, zal U daar van overtuigen. Als model voor dezen index heeft gediend het Repertoire van het Brusselsche Instituut. Men redeneerde namelijk aldus: „Dat repertoire vormt een volledigen catalogus van de geschriften van alle tijden men zal daarin derhalve in den regel de onderwerpen, die de gemeente- administratiën bezighouden, weervinden. Immers de gemeente-administratie beweegt zich op het gebied van bijkans alle menschelijke wetenschappen, zoodat veelal de klassificatienummers van het genoemde repertoire voor den gemeente-index onveranderd kunnen worden overgenomen. Men ver krijgt dan van zelf een zeer methodische indeeling van den index." Dit klinkt misschien alles heel juist, maar is het praktisch? Met alle waardeering voor den arbeid van den samensteller vrees ik toch, dat bij het gebruik al heel spoedig de onmogelijkheid zon blijken om een archief te spannen op deze geheel anders gevormde leest. Men zou haast geneigd zijn om ook hier het woord van een buitenlandsch collega toe te passen, waar deze zegt: „Es ist unschwer zu sehen, dasz hier ein bibliothekarisch geschulter Mann (of in dit geval waarschijnlijk een door een bibliothecaris geïnspireerd man) geredet hat, der jeder archivalischen Bildung entbehrt. Er übertragt olme weiteres das Prinzip der Bibliothekenkataloge auf Archiv- repertoriën, und will ein Archiv als eine zufallige Sammlung loser Stiicke betrachtet wissen, die als solche repertorisiert werden mtissen." Dit wat de universeele klapper betreft. Nu nog een enkel woord over het systeem zelf. Het denkbeeld van indeeling der stukken naar den aard van het onderwerp is in onze gemeente-administratie niet nieuw. In 1811 werd dit systeem door de Fransche Regeering voorgeschreven. Te Rot terdam kwam in Sprokkelmaand van dat jaar bij den Maire een schrijven in van den Onderprefect van het Arrondissement, waarbij o.a. gelast werd, „dat de dispositien in een Register behoren te worden geschreven, z o veel mogelijk afgescheiden volgens de verschil lende onderwerpen, waarover dezelve handele n". De Maire van Rotterdam nam dit eenvoudig voor notificatie aan en schijnt er zich verder niet aan gestoord te hebbendoch in andere plaatsen werd het besluit ten uitvoer gebracht, en als gevolg daarvan werden ook de ingekomen stukken, de bijlagen der dispositiën, in dezelfde

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1907 | | pagina 18