18 En zoo kan door bijplaatsing rechts van een nieuw cijfer steeds verder onderverdeeld worden. In werkelijkheid echter verwaarloost men, ter wille van de eenvou digheid, de nul en het decimaalteeken, die het begin van al deze klassifi- catienummers vormen, en krijgt dus eigenlijk de volgende hoofdgroepen 0 Algemeene werken en Bibliographie; 1 Philosophie 2 Godsdienst, Theologie 3 Sociale wetenschappen, Recht; 4 Philologie enz. enz. Om een werk over de rol van het netvlies bij het zien aan te duiden zal men het dus niet nummeren 0,53575, maar kortweg 53575. Ik bezweer U echter om nooit uit het oog te verliezen, dat dit een verkorte schrijfwijze is en dat elk getal een decimaal voorstelt en dus in gedachte voorafgegaan moet worden door de nul en het decimaalteeken. Niet omdat ik zelf hieraan zooveel waarde hecht, integen deel, m. i. gaat elke verdere vergelijking met het decimaalstelsel vrij wel mank maar omdat volgens de voorstanders van het stelsel het niet letten op „cette donnée essentielle" grootendeels juist de oorzaak is van de kritiek, die men er op heeft uitgeoefend. Gij zult U dus wel steeds willen herinneren dat, ofschoon enkel de cijfers 1, 2, 3, 4 enz. gebruikt worden, het beslist de bedoeling is decimale getallen aan te duiden, die geplaatst worden in opklimmende volgorde, dus b.v. 123 vóór 79, omdat 0,123 kleiner is dan 0,79. Volgens dit schema nu worden alle boeken beschreven en ingedeeld niet in een register, maar op losse kaarten, voorzien van titel en klassifi- catienummer. Deze kaarten worden, evenals de boeken zelf, geplaatst in volgorde van de klassificatienummers van het schema, namelijk eerst de eerste groep met al hare onderverdeelingen, gerangschikt op dezelfde wijze als de woorden in een woordenboek, dan evenzoo de tweede, de derde enz. Op dit klassificatieschema zelf wordt ter vergemakkelijking van het zoeken een alphabetische index van de onderwerpen gemaakt met aan wijzing van de bijbehoorende klassificatienummers. Wil men dus weten of in een aldus beschreven verzameling over een bepaald onderwerp een werk voorhanden is, dan behoeft men slechts den alphabetischen index te raadplegen. Zoo ja, dan geeft het daarachter geplaatste nummer tevens de plaats aan, waar het werk zich in de verzameling bevindt. B.v. 0,5 beteekent in het dec. stelsel 5 X V.o gedeelte, in het bibl. dec. stelsel daarentegen het zesde tiende gedeelte; 0,5 is in het dec. stelsel kleiner dan 0,53, in het bibl. dec. stelsel evenwel is 0,53 een onderdeel van 0,5. 19 Het cijfer 0 drukt steeds de algemeenheid uit, dus 1 philosophie, 10 algemeene werken over philosophie Behalve van de arabische cijfers maakt het decimale stelsel van biblio theek-indeeling ook nog gebruik van een aantal teekens: het punt, het dubbelpunt, het plusteeken, aanhalingsteekens, haakjes enz. Het plusteeken b.v. wordt gebruikt om twee klassificatienummers te verbinden, wanneer men namelijk wil uitdrukken, dat een werk over verschillende onderwerpen handelt. Draagt een boek b.v. de nummers 537 621, dan wil dat zeggen, dat er twee kaarten of fiches van voorhanden zijn, één bij de groep 537 en één bij de groep 621. Zoo maakt men zelfs ook gebruik van de letters van het Latijnsche alphabet om de initialen van samen gestelde namen van vereenigingen enz. nader aan te duiden, van eigen namen om literaire werken te beschrijven, van speciale hulptabellen, van onderverdeelingen naar plaats en naar tijd, enz. enz.; maar dit alles is bijzaak; hoofdzaak is het uitgebreide schema of repertoire, waarin alle onderwerpen systematisch worden opgenomen volgens een verdeeling in tienen. De voordeelen van deze decimale klassificatie van boekwerken springen in het oog. Ze zijn m. i. in 't kort de volgende. De indeeling is metho disch zij houdt bij elkaar wat bij elkaar hoort, in tegenstelling met een alphabetische indeeling, terwijl toch met behulp van den alphabetischen index der onderwerpen elk werk gemakkelijk te vinden is. Verder is zij internationaal, daar het schema voor verschillende landen volmaakt gelijk kan zijn, en encyclopedisch, daar alle takken van wetenschap er in kunnen worden opgenomen. Door verdere onderverdeeling is zij steeds voor uitbreiding vatbaar zonder dat de eens aangenomen orde verbroken wordt. Bovendien zeggen de voorstanders van het stelsel, dat het niettegen staande de uitgebreidheid van het schema uiterst mnemoniek is, zoodat men de meest voorkomende cijfergroepen weldra in zijn hoofd heeft en den alphabetischen index meerendeels ontberen kan. Het groote nadeel van het stelsel is natuurlijk, dat men onverbiddelijk aan de indeeling in tienen gebonden is, of eigenlijk, daar het cijfer 0 steeds de algemeenheid uitdrukt, aan de indeeling in negen rubrieken. Heeft men nu b.v. 12 gelijkwaardige onderwerpen in te deelen, dan moet men öf gaan schipperen om toch maar alles in het nauwe keurslijf te wringen, öf men kan enkele der bewuste onderwerpen weer gaan splitsen in nieuwe rubriekendoch in het laatste geval doet zich het bezwaar voor, dat deze alle gelijkwaardige onderwerpen niet als zoodanig behandeld Er mag wel even op gewezen worden, dat de 0 vóór het decimaal-teeken volstrekt geen rubriek voorstelt en dus in andere beteekenis gebruikt wordt dan de 0 achter de komma.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1907 | | pagina 15