172 als niet-kontensieuze. Nuttige ophelderende aantekeningen zijn telkens ingevoegd. In het archief van de wet merkte ik op een verzameling publikasies' gedaan ten overstaan van rechters of schepenen. Ook in het stedelik archief van Schiedam vond ik indertijd een grote menigte van zulke publikasies, maar de Algemeene Rijksarchivaris meende, om praktiese redenen, ze niet voor het rijk te moeten overnemen. Het archief van provizor en dekenen van Walcheren bevat slechts één boek, lopende van 1525 tot 1527 (I n 1., biz. LV1, staat bij vergissing 1827), dat door vele bizonderheden een belangrijk kijkje op het maatschappelik leven van die dagen geeft. In de inleiding worden van de verschillende rechterlike lichamen de bevoegdheid en de samenstelling uitvoerig en blijkbaar volledig naar de bronnen beschreven, met vermelding van de voor ieder kollezje uitgevaardigde ordonnansies. Aan het slot worden twee ordonnansies betreffende het instellen van rollen gegeven. Het geheel geeft een duidelik overzicht van de rechterlike inrichting te Middelburg. Bij het gebruik van de (al in 1902 gedrukte) inventaris zal men goed doen, de bladzijden XXVI en XXVIII van de inleiding te raadplegen, waar verschillende verbeteringen zijn aangebracht betreffende registers die in verkeerde reeksen geplaatst of niet of minder juist beschreven waren. Aan het einde van de inventaris zijn afgedrukt twee uitvoerige stukken de ordonnansie van Karel V op het beleid en de uitoefening van de justisie te Middelburg, gegeven te Brussel 14 Januarie 1548, en de ordon nansie op het prosederen vóór de wet van Middelburg, gearresteerd ten rade 20 April 1660. Als het voorbeeld van Middelburg navolging mocht vinden, zou het m. i. wenselik zijn, dat in de inventaris ook de notariële archieven werden opgenomen. Men mag toch wel aannemen, dat de gemeenten die genoeg belang in haar oude archieven stelden om aan de eisen te voldoen, waar onder zij die in bruikleen konden ontvangen, ook gebruik zullen maken van de bevoegdheid om ingevolge de wet van 30 Desember 1904 (Staats blad n° 283) de protokollen van de notarissen die er gevestigd waren, over te nemen. Voor een vermelding in de zelfde inventaris pleit, behalve de zelfde wijze van verkrijging en bewaring van de rechterlike en notariële archieven, ook het rechterlik karakter dat men aan de notariële archieven toekent 2) en vooral de overeenstemming tussen de notariële minuten en de akten van vrijwillige rechtspraak, als men daarvan enkele, zoals op drachten en plechten, uitzondert. PETER VAN MEURS. I n v., blz. 15. 2) B ij eenkomst van de Rijksarchivarissen op Zaterdag 2 7 September 1 890, blz. 7, en Archievenblad, X, 209. 173 Mr. R. Fruin. Beschrijving eener Verzameling charters en papieren, afkomstig van jhr. A. W. van Borssele, heer van Borssele, berustende in het rijks-archief-depöt in Zeeland. De Verzameling, die hier wordt beschreven, is eene schenking aan het Rijk, in twee gedeelten gedaan, en thans in het rijks-archief in Zeeland ondergebracht. Deze collectie maakt een anderen indruk dan een huis- of familie-archief doorgaans doet. Dikwijls toch kunnen wij daar de leden van een geslacht volgen in hunne maatschappelijke en familiebetrekkingen, in hunne ver mogensomstandigheden, in hunne schriftelijke relatiën met de buitenwereld wij zijn in staat, bij voldoende volledigheid van gegevens, ons eene zekere voorstelling van hunnen levensloop te vormen. Uit deze stukken is zulk een beeld niet op te maken. De reden ligt voor de hand: de collectie is bijeengebracht pour le besoin de la cause. Dat wil zeggende bestand- deelen er van moeten hoofdzakelijk dienen om eene aanknooping te ver krijgen van de familie van der Hooge aan het oude Zeeuwsche geslacht van Borssele. Daartoe zijn allerlei stukken bijeengezocht. Stamboomen en familie-aanteekeningen (meest uit de 17e en 18e eeuw), oorkonden omtrent het bekleeden van ambten, extracten uit huwelijksregisters en dergelijke. Terecht heeft Mr. Fruin, die in eene uitvoerige aanteekening bij den aanvang van den Inventaris op dit karakter der documenten wijst, bij zijne bewerking rekening gehouden met dezen eigenaardigen toestand van dit familie-archief. Hij heeft alle stukken gebracht bij de personen waarop zij betrekking hebben, zonder acht te slaan op herkomst of inhoud. Inderdaad, aan het reconstrueeren van de archieven der verschillende leden van het geslacht, gelijk dat anders bij dergelijke verzamelingen plaats heeft, viel hier niet te denken. Daartoe was het geheel te zeer een conglo meraat van allerlei stukken tot een bepaald doel bijeengebracht, en alleen door dien lossen band verbonden. De aldus gerangschikte stukken der eerste afdeeling zijn in 4 rubrieken gesplitst: A. de families van Borssele en van der Hooge in 't algemeen, B. veronderstelde voorzaten der familie van der Hooge, C. leden der familie van der Hooge, D. leden van andere takken der familie van Borssele. In eene 5e rubriek zijn de oorkonden ondergebracht, waarvan de betrekking tot een der beide geslachten niet blijkt. Optemerken valt hierbij, dat de leden der familie die deze hebben voortgeplant ook dan een afzonderlijk hoofd hebben gekregen, wanneer geene op hen betrek king hebbende stukken aanwezig zijn. Door dezen practischen maatregel wordt het overzicht der filiatie zeer vergemakkelijkt. Het tweede gedeelte van den Inventaris, het archief der heerlijkheid Borssele bevattende, is geheel van administratieven aard.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1906 | | pagina 19