166
Ongezegelde afschriften kunnen, zonder overtreding der Zegelwet,
alleen dan door de archivarissen worden afgegeven, als deze ongeteekend
zijn, en tegen het ongeteekend laten zal in den regel wel geen bezwaar bestaan,
als 'de stukken alleen gevraagd worden met een wetenschappelijk doel
(Miss. van 28 Jan., no. 8 en 27 April 1897, no. 11).
Circulaire Ministerie van Binnenlandsche zaken. No. 1139,
Afdeeling K. W., betreffende zegelrecht van afschriften en uittreksels.
's-Gravenhage, 6 Mei 1897.
De vraag is gerezen, of gewaarmerkte en onderteekende afschriften
van of uittreksels uit stukken in 's-Rijksarchiefdepot aanwezig voor zuiver
wetenschappelijke doeleinden op on gezegeld papier kunnen worden
afgegeven.
Ten einde alle moeilijkheden te voorkomen is de gedragslijn te volgen
Ingeval uitdrukkelijk gewaarmerkte en onderteekende afschriften of uittreksels
verlangd worden, moeten deze afgegeven worden op gezegeld papier;
niet te onderteekenen copiën zijn op v r ij p a p i e r te schrijven en aan
den voet eenvoudig te voorzien van het stempel van 's Rijksarchief.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
Voor den Minister,
De Secretaris-Oeneraal,
(ondert.) DIJCKMEESTER.
Aan
den Rijksarchivaris in de
provincie
Ongedrukte resolutiën van de Staten van Holland na 1572.
In het eerstvolgende deel van de aan onze historici welbekende Bijdragen
en Mededeelingen van het Historisch Genootschap, gevestigd te Utrecht,
zal als bijlage bij het bestuursverslag een rapport over het bovengenoemde
onderwerp opgenomen worden. Dit rapport behelst het resultaat van een
omstandig onderzoek, op uitnoodiging van het bestuur door den schrijver
dezer regelen in het Algemeen Rijksarchief en in de gemeente-archieven
van de achttien eertijds stern-hebbende steden van Holland ingesteld. Het
was sedert lang niet onbekend, dat in de gedrukte serie van de Hollandsche
resolutiën eenige hiaten voorkwamenhet nu opzettelijk ingestelde onder
zoek heeft bewezen, dat het aantal hiaten veel grooter is dan gemeenlijk
aangenomen werd. Niet alleen ontbreekt er heel wat in de ordinaris
167
resolutiën tusschen 1572 en 1620, maar eveneens in de secrete resolutiën
vóór 1653. Een vrij groot gedeelte van het ontbrekende is in handschrift
in een of ander der onderzochte archieven voorhandenmaar deze bevatten
lang niet alle resolutiën, die ongedrukt gebleven zijn. De mogelijkheid
bestaat, dat deze laatste bewaard zijn op andere plaatsen dan waar wij ze
allereerst meenden te moeten zoeken, op plaatsen, waar het toeval, dat
ook in de wereld der archieven zulk een groote rol gespeeld heeft, ze
gebracht heeft. Wij nemen daarom de vrijheid ons met een beleefd ver
zoek te richten tot alle belangstellenden in onze geschiedenis en vooral tot
de bezitters en beheerders van archieven en bibliotheken met handschriften
verzameling: wanneer onder de aan uwe zorgen toevertrouwde documenten
resolutiën van de Staten van Holland in handschrift voorkomen, weest dan
zoo vriendelijk ze te vergelijken met de hierbij gevoegde opgave van de
resolutiën, die niet gedrukt en tot nu toe niet teruggevonden zijn. Het
bestuur van het Historisch Genootschap en ook de ondergeteekende (adres:
Den Haag, Adelheidsstraat 65) zullen zeer gaarne en in beleefden dank
alle inlichtingen ontvangen, die hen van de verloren stukken op het spoor
kunnen brengen. Het voornemen bestaat te eeniger tijd alle ongedrukte
resolutiën van de Hollandsche Staten-vergaderingen, waaronder voor de
kennis van onze geschiedenis zeer belangrijke bescheiden, uit te geven.
Van de ongedrukte ordinaris resolutiën tusschen 1572 en 1620 zijn
niet gevonden
1°. Het register van den secretaris over de jaren 1586 (6 Maart tot 26
Sept.), 1591 (4 Februari) tot 1592 (4 November), 1613 (Januari) tot 1616
(24 December). Dit register werd in elk geval gehouden van 25 Augustus
1574 af en bevat tot 1621 zoowel de resolutiën van de Gecommitteerde
Raden (onze Gedeputeerde Staten) als die van de Staten zelf (deze tot
1586 en van 16191621 alle, maar van 15861619 slechts voor een
gedeelte).
2°. De resolutiën van een zeker aantal Staten-vergaderingen, voor
zoover deze sedert 1586 door den landsadvocaat geëxtendeerd werden.
Deze moeten wel onderscheiden worden van de resolutiën in het register
van den secretaris, al werden ze daarin meermalen ook opgenomen. Zij
vormen het belangrijkste deel van de resolutiën, omdat zij de beslissingen
op de punten van beschrijving en van andere belangrijke zaken behelzen.
Het is niet mogelijk met volkomen zekerheid te zeggen, wat hiervan ont
breekt, omdat er geene volledige opgave van alle Staten-vergaderingen
bestaat. Stellig ontbreken die van alle vergaderingen uit 1617 en 1618,
van enkele uit 1608 en 1609 en misschien nog uit een paar andere jaren.
3°. Het register van den secretaris van 2 Sept. 1577 tot 21 Aug. 1578,
dat hiér afzonderlijk vermeld wordt, omdat een paar toevallig ontdekte
extracten er van (18 Sept. tot 18 Oct. 1577 en 14 Jan. tot 1 Maart 1578)