132 hopen, dat de zoozeer noodige verbeteringen, die daar moeten worden gebracht, in de eerste plaats in de bewaring, niet meer zoo heel lang op zich zullen laten wachten. Wij geven hier het betreffende deel uit het stenografisch verslag (pag. 507): „De heer Snouck Huroronje. Mijnheer de Voorzitter! In de Memorie van Antwoord wordt gesproken over een rapport, dat de nieuwe archivaris aan Burgemeester en Wethouders zou hebben uitgebracht betreffende een reorganisatie van archief en bibliotheek. Qaarne zou ik willen weten, waarin die reorganisatie zal bestaan; het zou mij zeer aangenaam zijn te vernemen, dat daarin ook opgenomen is een betere huisvesting van het archief. Het is zeker niet voor de eerste maal dat dit onderwerp ter sprake komt, maar thans is er alle aanleiding toe. Iedereen zal zich herinneren den brand van het kasteel „Broekhuijzen", waarbij een allerbelangrijkst archief verloren is gegaan. Dit heeft den commies bij het Rijksarchief Morren aanleiding gegeven de aandacht te vestigen op den allertreurigsten toestand, waarin het Haagsche Qemeente-archief verkeert. Het archief ligt heel gevaarlijk," in het nauwste gedeelte der Halstraat, zoodat de kans dat een brand aan de overzijde overslaat, grooter wordt. De toestand van het archief eischt dringend verbetering. De Raad is verantwoordelijk voor de huisvesting, welke hij aan het archief geeft, en ik wensch die verantwoordelijkheid niet langer te dragen zonder mijnerzijds alles gedaan te hebben, wat mogelijk is om tot die verbetering te geraken. Ik wil daarom Burgemeester en Wethouders dringend verzoeken, zoo spoedig mogelijk te komen met voorstellen tot verbetering van de huis vesting van het archief en inmiddels niets na te laten, dat kan strekken tot beveiliging van het archief ter plaatse waar het zich thans bevindt. Dit laatste vindt zijn aanleiding hierin, dat het eenige brandblusch- middel, dat op ons archief bestaat, op zoodanige wijze is geplaatst, dat het nauwelijks te bereiken is in geval van brand. Het is wenschelijk daarin verbetering te brengen, zoolang het nog niet mogelijk is het archief een andere plaats te geven. Ik verlano- nier dat Burgemeester en Wethouders dadelijk zullen komen met een voorstel' tot het bouwen van een nieuw archiefgebouw, maar ook ten einde het tegenwoordig archief beter te beschermen stel ik de volgende motie voor: „De Raad noodigt Burgemeester en Wethouders uit, zoo spoedig mogelijk tot den Gemeenteraad te komen met voorstellen tot het verschaffen van een veilige bewaarplaats aan het archief, en inmiddels niets na te laten wat kan strekken tot beveiliging van het archief op de plaats waar het thans wordt bewaard." De Voorzitter. Ik behoef wel niet te zeggen, dat Burgemeester en Wethouders volgaarne en met sympatie deze motie overnemen. Wij hebben 133 bereids evenzeer met sympatie voorstellen ontvangen van den nieuwen archivaris, o.a. betreffende het brengen van het archief naar een veiliger plaats, waaruit dus blijkt, dat men op dit punt diligent is. Wij hopen deze voorstellen zoo spoedig mogelijk in behandeling te nemen en dan bij den Raad met een voorstel te komen". Ook in den Gemeenteraad van Vlaardingen is bij de behandeling der begrooting het archief ter sprake gebracht. Op een sectie-vraag, wanneer, met het oog op de tijdelijke aanstelling van den archivaris, het oud-archief geheel geregeld zou zijn, antwoordden Burgemeester en Wethouders o.a., „dat van het archief tot 1813 een gedeelte, n.l. het rechterlijk archief, in hoofdzaak beschreven is en de indeeling en inventarisatie daarvan welhaast kan geschieden. Voorts is de ordening, rangschikking en beschrijving van het nieuwe of loopende archief van zeer groot belang, hetgeen in de meeste gemeenten van eenige beteekenis gevoeld wordt, getuige de ernstige studiën, die er gemaakt worden om te komen tot de meest doelmatige registratuur der stukken. Het is niet langer te doen om de stukken eenvoudig in chronologische orde op te bergen. Het is een eisch geworden, dat een archief, vooral in eene gemeente als Vlaardingen, waar in de laatste tientallen van jat en zooveel belangrijks is voorgevallen, zoodanig is ingericht dat dadelijk ge makkelijk gevonden kan worden wat men noodig heeft". Schilderachtige cijfers. Onder dit opschrift bevat de Provinciale Groninger Courant van 8 December 1906 een artikel, waarvan wij het volgende overnemen „Voordat wij afstappen van de kosten van „bestuur der gemeente" gaan wij nog even na hoe de enkele ondergeschikte posten, die ondei het bovenstaande algemeene hoofd begrepen zijn, tegenover elkaar er uit zien. Wij nemen daarvoor de begrooting voor 1907 en in de eerste plaats het archief. Hiervan het volgende staatje Salaris adjuncten of klerken. f 100 Totaal kosten Salaris archief. archivaris. Groningen Haarlem f 1110 f 300 Arnhem Nijmegen Dordrecht p 200 200 500 500 2410

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1906 | | pagina 31