72 van den brand te Groningen gegeven ten opzichte van de monumentale Rijks- en Gemeentegebouwen te Middelburg, de aandacht zou trekken. Hiervan ontvingen wij heden weer het bewijs door een schrijven, waarin ons gewezen wordt op het feit, dat op dit oogenblik het kerkelijk archief der Ned. Hervormde gemeente van Middelburg, dat zeer vele kostbare manuscripten bevat, geborgen is in een gebouw, een oude leeg staande school, waarvan een gedeelte verhuurd is aan een meubelfabrikant. Het gevaar voor brand is dus in die omgeving zeer groot. Bovendien bevindt zich in dat oude schoolgebouw een zaal, die gebruikt wordt voor vergaderingen, partijen en waarin onlangs nog voor stellingen werden gegeven met een bioscope, die toch zeker wel ernstig gevaar opleveren. De ervaring heeft dat meer dan eens geleerd. Wij vinden deze opmerking zeer gegrond. De opberging der archieven is slechts tijdelijk. Dit doet aan den ernst en het gegronde der waarschuwing echter niets af en evenmin aan de juistheid der vraag: Ware er niet een andere, een veiliger plaats te vinden voor het bewaren van documenten, die van groote historische waarde zijn Zoo bevinden zich daaronder de notulen van de Hervorming af. En zoo zijn er meer stukken, wier te niet gaan een onherstelbaar verlies zijn zou. Eene voorziening in dezen is dus zeer zeker meer dan gewenscht. De opberging heeft plaats met het oog op de restauratie der Koor kerk en men had blijkbaar niet gerekend op zoo'n langen duur daarvan. Hoeveel tijd zal die echter nog vorderen? Te meer reden om thans nog zooveel mogelijk verandering te brengen in een toestand, die stellig niet te verantwoorden is. 1906/1907» No. 2. Orgaan van de VEREENIGING VAN ARCHIVARISSEN in Nederland. Ontwerp van wet tot regeling van het Nederl. archiefwezen. Het was op de jaarvergadering van 6 Juli j.l., dat de Voorzitter van onze Vereeniging den leden verzocht hunne meening over boven genoemd ontwerp in den vorm van amendementen in het Archievenblad openbaar te maken. Hij- wees er toen met nadruk op, dat dit de eenige weg was om met kans van slagen op wijziging aan te dringenaangezien mondeling voorgestelde amendementen niet voor behandeling in aanmerking konden komen. Daar, nu bijna een halfjaar geleden, het ontwerp in het Archieven blad werd afgedrukt, hebben de leden tijd te over gehad om het van alle kanten te bekijken. Men mag derhalve veilig aannemen, dat zij er zich volkomen vertrouwd mede gemaakt hebben. En toch schijnt ook de tweede aflevering van ons tijdschrift nu weer zonder een enkel amendement in het licht te zullen komen. Wat mag toch de reden zijn van deze ongewone zwijgzaamheid over eene zaak, die vooral den velen juristen onder ons bijzonder ter harte moet gaan? Ligt het soms daaraan, dat het concept te voortreffelijk is om geamendeerd te kunnen worden? Dan mag het voorzeker zeer jammer genoemd worden, dat de vijf ontwerpers niet beter in de gelegenheid zijn, hun licht ook over andere wetsontwerpen te laten schijnen. Of en dit zal misschien dichter bij de waarheid zijn is er niemand, die zich in het bijzonder geroepen gevoelt en rekent wellicht de een op den ander, in het volle vertrouwen, dat, ook als hij zelf het niet doet, de door hem gewenschte wijzigingen toch wel door iemand anders ter tafel gebracht zullen worden Wat hier ook van zij, men bedenke goed, dat, als het zoo blijft i I Goedgekeurd, bij Kon. besl. van 29 Sept. ,1891. Bijdragen voor dit tijdschrift te zenden aan Dr. E. WIERSUM te Rotterdam.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1906 | | pagina 1