62
3. Dat zij een hoeveelheid koolzwart moet bevatten van 6 a 7
gr. per liter.
De heer Hansoy geeft ook in de tweede aflevering een bijdrage, nu
over een te Hasselt zijnd manuscript over de Bogarden of broeders van
de 3e orde van St. Franciscus te Zepperen, een complement op het werk
van den kanunnik Daris, die op eenige bladzijden van zijn werk over
Zepperen de geschiedenis dier Bogarden beschrijft. Hij vergelijkt het
(Hollandsche en Latijnsche) manuscript, volgens pagineering een fragment,
met dat van den heer Daris; de verschilpunten brengt hij terug op het
feit, dat het Darische manuscript over de Zusters handelt, en het Hasselt-
sche over de Broeders der orde. Tot slot geeft hij de statuten.
Le Bibliographe Moderne, courrier international des Archives et des
Bibliothèques, publié sous la direction de M. Henri Stein 9e et 10e Année
(1905 en 1906) no. 5356 Paris Alph. Picard et Fils.
Georges Bourin bespreekt de pauselijke archieven in verband met de
Fransche Nieuwe geschiedenis, terwijl C. Oursel in een korte studie
de reorganisatie der bibliotheken en archieven behandelt.
In de Archievenkroniek is in zijn geheel opgenomen een artikel van
den heer A. Aulard, rapporteur der extraparlementaire sub-commissie voor
de reorganisatie der archieven, uit de te Toulouse verschijnende „la
Dépêche." Hij klaagt over het middeleeuwsche karakter der „école de
chartes", en wil vereeniging van die school met de universiteit (de redactie
van den „Bibliographe" wil de école des chartes verruimen)tevens is
verhooging der salarissen (tout comme chez nous) hoog noodig en be
noeming der archivarissen door den staat na overleg met den préfect en
een te Parijs zetelende commissie van bijstand.
Maurice Lecomte geeft een artikel (blz. 14 84) over een archivarissen-
familie in de 18e eeuw: Pierre-Camille Le Moine en zijn zoon.
De derde „association amicale professionelle" der Fransche archivarissen
heeft 21 April van dit jaar te Parijs plaats gehad onder voorzitterschap
van den heer Prudhomme (Isère)zij was geheel gewijd aan de opleiding,
benoeming en salariëering der archivarissen. Na de rede van den voorzitter,
besprak de heer Stein het wetsontwerp van den heer Aulard of liever der
Subcommissie bovenvermeld, en men nam vooral stelling tegen de voor
gestelde opheffing van de école des chartes.
Ook over die opleiding handelt het stuk van den heer Emile Duvernoy,
Le Recrutement des Archivistes départementaux.
De heer J. A. Brutoies (Gironde) beschrijft de behandeling der
archieven tegen de insecten met zwavelkoolstofhij bezigt daarvoor een
houten kist met zinken binnenwand en hermetische sluiting, waarin hij de
liassen losjes op twee hoopen legt, met sponsjes voorzien van 15 a 20
63
C gr. zwavelkoolstof er tusschende stukken blijven er 36 a 48 uur in.
De kosten schat hij op 200 fr. voor de aanschaffing en jaarlijks 100
fr. voor de werkvrouw, die de papieren na behandeling afstoft.
Bibliothèque de l'école des Chartes, revue d'érudition, consacrée spe-
cialement a l'étude du Moyen-age. Tome LXVII première et deuxième
Livraisons, Janvier—Avril 1906. Paris 1906.
Elie Berger bespreekt hierin de „lettres closes de Saint Omer", de
brieven gedurende het beleg van St. Omer in 13161319 geschreven en
de troebelen in dien tijd. Teilhard de Chardin publiceert de kosten van
een reis, door inwoners van Montferrand in 1479 naar Atrecht gemaakt.
Joseph Calmette deelt voorts een eigenaardig vonnis mede van Wifred le
Velu voor de abdij te Amer (17 April 898), en eindelijk vertelt Georges
Daumet iets over de testamenten van Alphonsus X den Wijze, koning
van Castilië, die in April 1284 overleed.
Op de blz. 150157 wordt het hierboven genoemde wetsontwerp
op het archivarissenpersoneel gepubliceerd.
Korrespondenzblatt des oesamtvereins der Deutschen Geschichts-
und Altherthumsvereine. 1906, afl. 5—7 (Mei—Juli).
De Archivtag zal 24 September 1906 te Weenen gehouden worden;
het „Gesamtverein" vergadert van 25 tot 28 September in dezelfde stad.'
Dr. A. Altmann te Bamberg publiceert het eerste gedeelte eener ver
handeling over den bisschopsstaat Bamberg, welks bisschop een zeer ver
brokkeld grondbezit had. Vroeg met landerijen begiftigd (dr. Altmann
bespreekt naar aanleiding daarvan de verhouding van het kerkelijke grond
bezit tot den fiscus en de daardoor ontstane strijd tusschen paus en keizer),
verkreeg de bisschop eerst laat het geheele genot dier goederen en de souve-
reiniteit. In de 9de en 10d= eeuw mochten de bisschoppen, gedwongen door
den bloedban, geen rechtsmacht uitoefenen en daarom moesten zij die, tezamen
met een groot deel der inkomsten, aan leeken („Vogten") overdragen, die
langzamerhand de bisschoppen nog meer plunderden en tevens hun
„Vogtei" als een erfelijk leen gingen beschouwen. Eerst de kruistochten
brachten daarin verandering, maar de grootste „Vogtei" kwam eerst aan
den bisschop van Bamberg terug na den dood van den laatsten telg uit
het geslacht Anderch Otto VIII van Meran. Bij het slapper toepassen van
den bloedban lieten de bisschoppen later door ondergeschikten uit hunnen
naam de rechtsmacht uitoefenen. Dr. Altmann bespreekt verder het lang
zamerhand wijzigen dier rechtsmacht in een souvereiniteitsmacht, het ver
anderen der „ministeriales" in lagen leenadel. Kortelijks behandelt hij daarna
de verdere geschiedenis van het bisdom, en vooral de twisten met het
bisdom Würzburg en den strijd met de stad Bamberg over de immuniteit
(Muntatenstreit). Het artikel wordt vervolgd.