38 Hierop volgt de minder plechtige dateering: „anno a nativitate Do- mini", de eigenlijke stijl der Curie. Het officieele instrument betreffende de plechtige promulgatie van de bul wordt uitgevaardigd door een hoogen prelaat der Curie volgens dien stijl. Deze stijl wordt ook gevolgd door de pauselijke notarissen die de testamenten en andere publieke oor konden dateeren „anno a nativitate". De meest gebruikelijke stijl te Rome was de Nieuwjaarstijl „anno a circumcisione" 2). Tijdens de geheele middeleeuwen begon te Rome het burgerlijke jaar met 1 Januari. Volgens den Circumcisiestijl dateeren de Romeinsche Congregatiën en alle rechtbanken der Curie. Tevens komt Nilles tot het belangrijke resultaat, dat de verschillende kanselarijen van de Roomsche Curie, die volgens de drie verschillende stijlen rekenden, door toevoeging van de nader bepalende uitdrukkingen ab incarnatione, a nativitate of a circumcisione, duidelijk aangegeven, welken van de drie stijlen zij gebruiken. Nemen wij het voorgaande in aanmerking, dan valt het niet moeielijk te begrijpen, hoe èn de bisschop van Utrecht èn de synode van Munster kunnen bepalen, dat te Utrecht de Nativiteitsstijl, in het bisdom Munster echter de Nieuwjaarstijl „secundum morem Romanum" of „secundum ritum et morem ecclesie Romane" ingevoerd zal worden 3). geschiedenis of het kanonieke recht is, mogen het nu katholieken of protestanten zijn. Vermakelijk is het om te lezen (S. 19), hoe „sonst sehr geschatzte und mit Gutheïssung der geistlichen Censurbehörde herausgegeben römischen Publicationen, nl Acta Sanctae Sedis, vol. 29, p. 400 en de Civilta Cattolica 1897, I, p. 398, de bul van paus Leo XIII van 25 Januari 1897 (Officiorum et munerum) „wesenthch cor- rumpiert" hebben, door het oorspronkelijke datum „nonagesimo sexto" foutief in „nonagesimo septimo" te veranderen, en hoe deze fout overgenomen werd in eene reeks katholieke tijdschriften, b.v.Archiv fiir Kathol. Kirchenrecht, 1897 S. 362; Université Catholique 1897, I. p. 157; Etudes, 1897, p. 534; Miinsterer Pastoralblatt 1897, S. 60, e.a. Vergl. Nilles, I.e. S. 20 vv. en vooral S. 21 noot 3, waar hij het volgende uit Vincent. Petra, Commentar. ad Constitut. apost. 3 provem. no. 12aanhaalt: „Videmus in eadem Urbe Romae plures stilos diversos; nam in publicis actis notariorum, in testamentis, contractibus etc. incipitur annus novus a natji vjtate Domini N. J. Ch.; in literis et actibus familiaribus, irno etiam judicialibus omnium tribunalium, etiam Sacrarum Congregationum datur initium anno a die circumcisionis; in Brevibus Papae a die nativitatis, in Bullis a die incarnationis. 2) Vergl. hierover Paoli-Lohmeyer, Grundriss zu Vorlesungen über Lateinische Palaeographie und Urkundenlehre. Ill, Innsbruck 1900, S. 242. s) Voor de juiste beoordeeling van dit feit is de kanoniek-rechterlijke en dus de kerkelijke opvatting van het begin van het jaar op 1 Januari niet van belang ontbloot. Daar het opstel van Nilles zeer zeker niet onder het bereik van de meeste vakgenooten valt, zoo laat ik hier volgen hetgeen hij blz. 22 over: „Datum circumci sionis Domini" betoogt: „Den dritten Jahres-Anfang, der in der römischen Curie gebrauchhch ïst, bildet der 1. Januar. Die Methode, die Jahre nach diesem Tage zu datieren, heisst der Circumcisionsstil und hat bei der christlichen Aera stets eine jtQOSfM'CCOOig oder eine pLetéfMVCCOOig zur Voraussetzung. Wenn auch der 1. Januar, nach dem von Julius Caesar sanctionierten Kalender 39 Voor ons in het bizonder is, zooals straks zal blijken, van belang de uitdrukking: „scribendo a nativitate Domini", voorkomende in het besluit van 1310 van bisschop Quv van Utrecht. Het bovenstaande betoog zou voor ons hier ter plaatse van weinig waarde zijn, indien het niet als criterium moest dienen voor het chrono logisch onderzoek van de oorkonden betreffende het Fraterhuis te Zwolle. Immers daaronder komen voor pauselijke bullen, oorkonden van de bis schoppen van Utrecht, den officiaal van den aartsdiaken van Deventer, den pastoor van Zwolle, notarieele oorkonden, oorkonden uitgaande van rechterlijke colleges en onderhandsche akten. I. De pauselijke bullen. De eerste is van paus Innocentius VII gedateerd „Datum Rome apud S. Petrum XVI Kalendas Aprilis ponti- ficatus nostri anno secundo". Een nadere bepaling van het jaar „anno ab incarnatione" ontbreekt hier. De tweede, van Eugenius IV 2), heeft wel die bepaling „anno ab in carnatione", en bij de derde, van Innocentius VIII 3) ontbreekt die formule evenmin. II. De oorkonden uitgaande van de bisschoppen zijn alle, behalve eene enkele uitzondering, gedateerd „anno Domini" of „in het jaar ons Heeren". Volgens Paoli 4) staat echter de formule „anno Domini" gelijk met „anno a nativitate" en duidt evenals deze aan, dat de Nativiteitsstijl is gebruikt. Deze uitdrukking „anno Domini" zou dan aan het gebod als Jahres-Anfang fiir das biirgerliche Leben und seine Geschafte, namentlich in den römischen Congregationen und Gerichtshöfen, angenommen wird, so ist diese Zahlung doch eigentlich die Datierung a nativitate Domini, a Christo nato, post Christum natum, annus salutis. Der um eine Woche hinaus- geschobene Anfangstag des Jahres des Iieiles wird zwar auserlich mit dem Gedenktag der Beschneidung in Verbindung gebracht; allein das andert nichts an dem Charakter des Jahres selbst; es ist und bleibt auch das Jahr nach der Geburt Christi, das Jahr des Heils und der Gnade. Von dem für bestimmte Geschafte nach dem Weihnachtstil zu zahlenden Jahre unterscheidet es sich bloss dadurch, dass sein Anfang um acht Tage spater fallt, (/.isvarnjzvsi). Dieser unserer f,tsvéf,vJVt(X>Gig steht bei den christlichen Nationen des Orientes, welche die Geburt des Heilandes noch am 6. Januar feiern, die JTQO£fA,JVVCOOig entgegen. Da auch sie im bürgerlichen Leben den julianischen Kalender befolgen und die Jahre des Herrn vom 1. Januar an zahlen, so t rif ft der Jahresanfang bei ihnen um 6 Tage früher ein \hqotcljVTBi). Bei den angeführten Canonisten De Luca, Petra und anderen heist die /.levé/iJtvoooig p o s t i ci pat i o, die JtQoé/.mtcoclig hingegen anticipatio seu prae pos te ratio." Bijlage V, no. 1. Bijlage XVII, no. 3. 3) Bijlage XVII, no. 6. Paoli I.e. S. 233. „Die Zahlung von der Geburt Christi beginnt das Jahr mit dem Geburtstage selbst, also sieben Tage früher als das gewöhnliche Jahr und verwendet dabei die Formeln „anno nativitatis", „anno a nativitate" oder auch einfach „anno Domini".

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1906 | | pagina 24