220 parallel te trekken tusschen deze en de Fransche wijze van uitdrukking, een omstandigheid, waarvoor in 't bijzonder de buitenlandsche toehoorder Prou niet dankbaar genoeg zijn kan. Bij het citeeren van de vakliteratuur komt het best de belezenheid van Prou aan het licht, die zich tot over de kleinste opstellen uitstrekt, terwijl hij daarbij vaak tot groote voldoening van de leerlingen de dissertatie („theses") van vroegere leerlingen van de school aanhaalt. Wat den hier vertoevenden vreemdeling in 't bijzonder opvalt, is de vaak bijna al te groote snelheid in de afhandeling van de leerstof in enkele vakken. Men krijgt menigmaal den indruk van een in snelpas ge houden parade-defileermarsch van Pruisische lijfgrenadieren of van den marsch der Bersaglieri in hetzelfde tempo. Zelfs in de school voelt men, dat men te Parijs is. Voor den Duitschen en Oostenrijkschen student is in 't bijzonder bij het tamelijk groot getal colleges de lengte van de college uren, hier steeds anderhalf uur in de archiefwetenschap zijn daaruit zelfs eenige malen twee volle uren geworden wat vermoeiend, en ook het stellen der lessen op te vroege morgenuren en dat geldt voor Parijs zelfs voor 9 uur 's morgens of namiddaguren, b.v. half twee, is vaak zeer ongeschikt. Het middageten is menigmaal in letterlijken zin tusschen twee colleges als pauze bekneld. Buitengewoon moeielijk echter zal zich de vreemdeling, die de colleges regelmatig bezoekt, kunnen vereenigen met de kortheid van de vacanties binnen het schooljaar, daar toch ook de meeste van de in de week vallende feestdagen in Frankrijk tot den eerst- volgenden Zondag verschoven worden, en daardoor als gewone schooldagen worden aangemerkt. De Kerstvacantie, of zooals men hier zegt, Nieuw- jaarsvacantie, duurt b.v. slechts drie dagen, van 30 December tot en met 1 Januari. De groote vacantie is des te langer: deze duurt van 15 Juni tot 1 November. Om ten slotte ook een woord te wijden aan de zich hier bevindende leerlingen, men heeft in 't algemeen slechts hun grooten ijver en ernstige vlijt te roemen. Wel is waar heeft, gelijk dat ook voorkomt in de „Ecole des langues orientales", alleen het voordeel, om slechts één jaar als militair te moeten dienen, menigen leerling in de „Ecole des Chartes" gebrachtmaar het verheffende voorbeeld van de kameraden is aanstekelijk, en een degelijke „thèse" bij het verlaten der school getuigt vaak van de algeheele „conversion" van den vroeger tamelijk lichtvaardig binnengetredene. We sluiten onze mededeelingen met te wijzen op de enorme betee- kenis en den toongevenden invloed, dien de „Ecole des Chartes" op de ontwikkeling der Fransche geschiedschrijving gehad heeft. Voor het grootste deel zijn de voornaamste vertegenwoordigers daarvan in de laatste generaties uit deze school voortgekomen of later tot haar in 221 betrekking gekomen. De beste tradities van de oude beroemde Benedictijnen worden thans door haar vertegenwoordigd. Mogen deze regelen er toe bijdragen haar roem, zoo dit ten minste nog noodig is, in het buitenland te vergrooten. Vernietiging van gemeentelijke archiefstukken. Dat de heer Beth zich de moeite heeft gegeven zulk een lange lijst van op- en aanmerkingen saam te stellen ten laste van de door het Bestuur der Vereeniging van Archivarissen in Nederland bij het verzoekschrift aan den Minister van Binnenlandsche Zaken gevoegde lijst van voor vernietiging- vatbare stukken, behoorende tot de gemeentearchieven, is een op zich zelf heuchelijk verschijnsel. Niets is onaangenamer dan te worden doodgezwegen het artikel van den heer Beth is een bewijs van groote belangstelling in onzen arbeid. Wanneer evenwel de samenstellers der lijst de lange reeks van op- en aanmerkingen niet punt voor punt in dit tijdschrift gaan beant woorden, dan heeft dat twee redenen1 zouden wij vreezen de be langstelling en het geduld van de lezers van het Archievenblad te zeer op de proef te stellen met de betwisting van een aantal redactiewijzigingen en meeningsverschillen over termijnendeze zijn nu eenmaal punten, waarover men bijv. onderling in aangename correspondentie of mondeling onderhoud van gedachten kan wisselen, doch waarin men goed doet het groote publiek, in casu de lezers van een tijdschrift, niet te betrekken. 2°. achten wij, samenstellers der lijst, ons daartoe niet volkomen competent. Immers wij hebben bij de samenstelling der lijst ons licht opgestoken bij de Secretarissen van drie der grootste gemeenten in Nederland, alsmede bij de Besturen der Nederlandsche Vereeniging voor Gemeentebelangen en van den Nederlandschen Bond van Gemeente-ambtenaren. Al die des kundigen hebben de lijst eens of meermalen onder de oogen gehad en ons hunne opmerkingen, aanvullingen en wijzigingen niet onthouden. Eerst na vele barensweeën is dit kind geboren. Voor ons, wier werkkring betreft de oude archieven, en die ons slechts met het samenstellen van deze lijst hebben belast, omdat het Bestuur van de Vereeniging van Archivarissen met ons van meening was, dat de zaak der vernietiging van gemeente archieven moest worden aangepakt, wilde men algeheele of ondoordachte vernietiging voorkomen, voor ons gaat het zeker al zeer moeilijk de al- of niet juistheid van elke opmerking betreffende bijna alle punten van de lijst zaakkundig te beoordeelen. Het komt ons voor, dat onderscheidene op merkingen van den heer Beth volkomen juist zijn, dat enkele verbeteringen, Dit artikel, reeds in Februari, dadelijk na het stuk van den heer Beth (hiervoor blz. 161) geschreven, kwam door bijzondere omstandigheden eerst in Juni in handen der Redactie.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1905 | | pagina 9