Bulletin de la Commission de l'histoire des Églises wallonnes.
Ile Série, Tome IV. Seconde Livraison. La Haye, Martinus Nijhoff, 1906.
250
en geeft in een voortreffelijk overzicht het bedrag aan fijn goud aan van
het toenmalige Italiaansche, Fransche, Engelsche en Duitsche goudgeld.
Voor het gebruik, dat van zijne uitkomsten gemaakt kan worden, geeft
hij ten slotte eenige wenken en licht met tal van voorbeelden &toe,
welke moeilijkheden zich nog bij de berekening voordoen, o.a. de ver
anderingen in de waardeverhouding tusschen goud en zilver.
In de eerste Bijlage wordt een overzicht gegeven van de depreciatie
der rekenmunt, terwijl in de tweede Bijlage, waarbij gebruik is gemaakt
van een gedeelte der Tabellen van marktprijzen van granen te Utrecht in
de jaren 1393 tot 1644, door den heer Mr. J. A. Sillem uitgegeven, aan
getoond wordt, welken invloed de depreciatie op die prijzen heeft gehad.
In het 26ste Rapport van deze Commissie, uitgebracht op de vergade
ring te Zwolle in 1904, wordt ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan
der Commissie, een terugblik geworpen op den door haar verrichten
arbeid. Ingesteld in 1878, speciaal met het doel om de geschiedenis der
Waalsche kerken te schrijven, bracht zij op de vergadering te Dordrecht
in 1879 haar eerste rapport uit. Daarin komen vele bijzonderheden voor
over den toestand der kerkelijke archieven, aangezien de Commissie als
haar eersten plicht beschouwd had nauwkeurig te constateeren, wat aan
officiëele documenten voorhanden was. Te dien einde had zij 'op ruime
schaal circulaires verspreid met verzoek om inlichting. Uit de antwoorden
bleek, dat van sommige Waalsche kerken de archieven vrij wel in hun
geheel bewaard warenbij andere daarentegen moesten beduidende lacunes
geconstateerd worden in de kerkeraadsnotulen of in de lidmatenboeken.
Van de vermiste stukken waren echter eenige weer opgespoord geworden,
o.a. de collectie van den Briel, en de Commissie had hoop nog meer
terug te vinden, daar het haar gebleken was, dat meermalen registers, door
predikanten geraadpleegd, in de pastorie waren blijven hangen.
De thans bestaande Commissie drukt dit rapport uitvoerig af, omdat
nu, na 25 jaar, alle verdwaalde archieven nog niet zijn terechtgekomen.
Zij twijfelt er echter niet aan, dat van deze verscheidene nog in wezen zijn,
en spoort daarom ieder tot waakzaamheid aan„avec un peu d'attention
on fait parfois d'importantes trouvailles".
Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie
voor Taal- en Letterkunde. Januari—April 1906. Gent, A. Siffer, 1906.
In de eerste zitting van het nieuwe jaar herdacht de nieuw gekozen
Voorzitter de sinds de oprichting gestorven leden der Academie, die den
8sten juli a.s. haar twintigjarig bestaan zal vieren. Dr. C. Lecoutere
drukt een fragment af van Maerlants „Spieghel Historiael", dat zich in 14de
251
eeuwsch handschrift bevindt op de boekerij der Leuvensche Hoogeschool.
Op blz. 152 en 153 wordt het boek besproken van Victor Jacobs: „Ivo,
kampridder der Benadeelden. Uit het verleden der Antwerpsche Balie"
(Antwerpen 1905). Deze studie is geschreven voor het Gedenkalbum van
de Vlaamsche Conferentie der Balie van Antwerpen. Zij geeft een schets
van de zeden en gebruiken der advocaten en procureurs van de 16de tot
de 19de eeuw en bevat vele bijzonderheden over de Confrérie van St. Ivo
(de advocatenorde), gesticht in 1630. De gegevens zijn grootendeels ont
leend aan het archief der Scheldestad.
De lezing van den heer Edw. Gailliard over de dubbele aa
in oorkonden van Brugschen oorsprong van 1282 is afgedrukt op blz.
197 vlg. Een voortzetter van Frans de Potter's uitgave: Bibliogra-
phisch Woordenboek van de geschiedenis der Belgische gemeenten, is nog
niet gevonden.
Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen. Antwerpen, 's-Gra-
venhage. Jaargang IV, JanuariApril 1906.
Dr. C. P. Burger Jr., de bibliothecaris der Universiteits-Bibliotheek te
Amsterdam, herdenkt waardeerend professor Rogge als bibliograaf en als
bibliothecaris. Het portret van den overleden hoogleeraar is aan het opstel
toegevoegd. Een opstel over banden met blinddruk, bewaard in het
Museum Plantin-Moretus, komt met vele afbeeldingen voor op blz. 28 vlg.
en 51 vlg. Het is van de hand van Prosper Verheyden. Dezelfde schrijver
deelt op blz. 82 vlg. eenige aanteekeningen mee omtrent Antwerpsche
drukkers, die hij verzameld heeft uit de stadsrekeningen van Antwerpen en
Mechelen. In de mengelingen wordt het verslag afgedrukt, dat de heeren
Max Rooses en Frans Gittens aan het Antwerpsche stadsbestuur hebben
uitgebracht over de belangrijke veiling van Gust. van Havre, bij Fred.
Muller en Co. te Amsterdam, terwijl de heer De Bom verslag geeft van de
uitstekende lezing die de heer Otlet, algemeen secretaris van het Institut
international de bibliographie te Brussel, den 17 Februari te Antwerpen
heeft gehouden, om de belangslelling vóór de zaak van boek en bibliotheek
aan te wakkeren. De referent maakt van deze gelegenheid gebruik om
een Seitenhieb te geven aan bovengenoemd Institut. „Met vele ambt-
genooten", zegt hij, „ben ik geen onvoorwaardelijk bewonderaar van al
het nieuwe dat het decimaal stelsel, als alleen-zaligmakend beginsel der
indeeling aller wetenschappen gebracht heeft". En na er op gewezen te
hebben, hoe mild deze instelling in vergelijking van andere bibliotheken,
door den Belgischen Staat bedacht wordt, vervolgt hij„De meening,
als zou dit instituut een nieuwe kaas zijn, waar budgetknagende ambtenaren
een veilige haven buiten de branding en de herrie van den struggle for
life zouden vinden, mag geen schijn van grond hebben zelfs. Daarom