150
1669 Jacobus, zoon van Jelis Heyndrics en Lijsbet Esaias Fontein.
1670 Barber, dochter Jelis Hendriks en Lijsbet la Fonteine.
1672 Barbara, Jelis Laoas en Elisabeth
Talrijke naamverwisselingen ontstonden verder door de in de 16e en
17e eeuw heerschende gewoonte om de familienamen in het Latijn of
Fransch te vertalen of omgekeerd, doordien Fransche families hun naam
in het Hollandsch overbrachten, b.v. Pretorius Schouten, Episcopius
Bisschop, Piscator Visscher, Pistorius Bakker, Dubois Van
den Bosch, Dumoulin Van den (der) Molen enz. Ook door de
voorvoegsels ontstonden nog talrijke wijzigingenVan der Hoeven werd
Verhoeven Van der Molen, Van der Meulen, later Vermeulen Van
Oort, Van Noort; Van Es, Van Nes enz. enz.
Na mededeeling dezer feiten acht ik mij ontslagen van de verplichting,
om door een lang betoog het bewijs te leveren, dat het samenstellen van
eenvoudige naamlijsten in alphabetische orde op de eerste letter van
de namen, zooals die in de akten vermeld worden, voor de
oude kerkelijke registers beslist onvoldoende is en tot de grootste onvol
ledigheid en onnauwkeurigheid aanleiding moet geven, en dat dus de
bestaande indices op de Utrechtsche kerkelijke registers niet meer kunnen
geacht worden te voldoen aan de behoeften van onzen tijd. De onder
zoeker van familie-geschiedenis kan zich in geen geval meer verantwoord
achten, wanneer hij conclusies maakt, gebaseerd op deze verouderde, on
volledige indices. Maar ook meer praktische belangen komen hierbij in
gevaar: de aanvragen om officieele afschriften uit de kerkelijke registers
worden beantwoord naar de gegevens, die deze indices aanbiedenin
hoevele gevallen zullen die beantwoord moeten worden met een „komt
niet voor", waar de akten inderdaad wel aanwezig zijn, maar verscholen
op plaatsen, waar ze toevallig zijn verzeild geraakt en niemand ze gaat
zoeken. De mogelijkheid ligt dus voor de hand, dat bij familie-aangelegen-
heden groote belangen geschaad worden
Met het oog op deze bezwaren zal het stellig niet onnoodig geoordeeld
worden, dat bij het maken van een index op een nieuw aangewonnen
doopregister het besluit genomen is, te trachten daarbij een betere methode
te volgen. In hoeverre deze poging gelukt is, kan beoordeeld worden,
wanneer kennis genomen is van de wijze, waarop deze arbeid is verricht.
Daarbij is uitgegaan van de gedachte, dat bij het samenstellen van
een index rekening gehouden moet worden met de toestanden en eigen
aardigheden van den tijd, waarin de oude kerkelijke registers geschreven
zijntaal, spelling, vormen en gewoonten, die in gebruik waren. Om dit
doel te bereiken, werd nauwkeurig kennis genomen van den geheelen
inhoud van elke inschrijving, aangezien elke mededeeling, elke bijzonderheid,
de kleinste niet uitgezonderd, somtijds in staat is over de akte zelve of
151
over vroegere of latere akten een helder licht te verspreiden. Deze bij
zonderheden kunnen zijndatum van den doop, doop- en familienamen
van doopeling en ouders, ouderdom van den doopeling, of datum van
geboorte, ambt of beroep van den vader1), woonplaats der ouders, naam
van het huis, waarin zij wonen, of van het uithangbord van hun huis2),
naam van den geestelijke, die den doop toedient, de namen van doop
heffers en doopgetuigen, enz., enz. Al deze bijzonderheden werden op
daarvoor ingerichte fiches met behoud van de gebruikte spelling in een
vormige termen aangeteekend, waardoor de mogelijkheid ontstond, om
door voortdurend alphabetiseeren op familienamen van vader en van moeder,
van patronymica, van ambten en beroepen, enz. een overzicht te verkrijgen
van het geheel en samen te voegen, wat met volkomen zekerheid bijeen
behoorde. Verrassende uitkomsten werden in zeer vele gevallen hierdoor
verkregen. Waar de mogelijkheid van vereeniging vermoed werd, maar
besliste zekerheid ontbrak, werd hiervan bij de desbetreffende akten aan-
teekening gedaan, of getracht door een onderzoek in huwelijksregisters,
registers van het huisgeld of andere archiefstukken hieromtrent zekerheid
te verkrijgen.
De familienamen der doopelingen zijn daarna vereenigd volgens de
bekende öf meest waarschijnlijke öf meest voorkomende spelling. De
namen met ae werden geplaatst op aa, die met c, uitgesproken als k, op
k, met gh op g, die, beginnende met s en z1) en met ut en wt, op
s en ut vereenigd.
Bij het tijdelijk gebruik maken van een patronymicum werd de naam,
wanneer daaromtrent volledige zekerheid aanwezig was (b.v. door den
naam der moeder, door beroep en woonplaats of andere beslist zekere
aanwijzingen), vereenigd met den familienaam4). Evenzoo werd ge-
1) Zie het op p. 152 medegedeelde omtrent den substituut-griffier Henrick
Specht.
2) Door de vermelding van een uithangbord in akten in het doopregisters der
Remonstrantsche gemeente werd bij het maken van den index eene geheele familie
terecht gebracht. In het register komt voor de doop van een kind van Bartrain
en de enkele mededeeling: „In 's-Gravenhage gedoopt". Een andere inschrijving
vermeldt den doop van een kind van Grietjen Aelberts van der Heooe, terwijl
bij een derde kind behalve de naam dezer moeder nog de mededeeling voorkomt
„Uit 's-Gravenhage op het Oude Kerckhoff". Een vierde inschrijving geeft alleen
den naam van den vader Bartijn en de inlichting: „woonende op het Oude Kerck
hoff, daer de 's-Gravenhage uythangt". Deze vier akten zijn na onderzoek in den
index vereenigd kunnen worden op den naam Fromond, en de daarbij gevoegde
aanteekening verklaart, hoe dit mogelijk is„Bartijn Fromond, jonggesel uyt
Vranckrijck", huwde in 1644 met „Marorietien van der Heooe, wonende opt
Oude Kerckhoff, daer de 's-Gravenhage uythangt".
3) Dadelijk wil ik toegeven, dat de vereeniging van namen, beginnende
met s en z, na 1700 niet meer mogelijk, wellicht niet meer noodig zal zijnwellicht
ook niet die met ut en wt\ beide soorten hebben sedert langzamerhand hun vaste
schrijfwijze verkregen.
4) Zie het op p. 149 medegedeelde over de familiën Stultino en Van der Star.