198
baarheid der stukken en de vernietiging van waardelooze bescheiden. De
bepalingen op het eerste punt zijn vastgelegd in de wet van 7 Messidor
an II (art. 37) en in het algemeen reglement van 6 Maart 1843 (art. 16
en 17). Maar beide laten verschillende uitleggingen toe en lossen in
geenen deele de moeilijkheden, die zich kunnen voordoen, op. Daarom
moet door de wet bepaald en door een reglement nauwkeurig omschreven
worden, van welke stukken de archivaris inzage mag geven en van welke niet.
Over het tweede punt, het vernietigen van stukken, geeft de heer
Brutails grappige bijzonderheden. Zoo werd in 1900 in een stad in het
Westen een voorraad papieren opgeruimd, afkomstig van een tak van rijks
dienst. De administratie contracteerde op zegel met een vertrouwden
voddenraper de onmiddellijke vernietiging der stukken, waarna deze
de verzegelde zakken meenam en ze nog denzelfden avond aan een
verzamelaar aanbood. Deze verzamelaar kocht een gedeelte voor hoogen
prijs en gaf ze aan een archief ten geschenke. Tegenwoordig vormen&zij
in zeker departementaal depot een fonds van werkelijke waarde. En
dergelijke voorbeelden zijn er meer. Ook hier, betoogt de schrijver,
is dringend herziening van de reglementen noodig. En wel is waar is
een Hoofdcommissie voor de archieven ingesteld, waarin zelfs een admiraal
zitting heeft, maar die geen enkel departementaal archivaris onder hare
leden telt. Ook dat moet veranderen; alleen de ervaring, dus een com
missie van archivarissen, kan in dezen den weg tot verbetering wijzen.
Op blz. 194 en 195 wordt het wetsvoorstel op het deponeeren van
notariëele minuten van vóór 1790 in de departementale archieven afgedrukt.
Zooals men weet, is dit voorstel den 29sten Juni 1905 door den& Senaat
aangenomen.
Bibliothèque de l' école des Chartes. LXVI. Livraisons 4 et 5. Juillet—
Octobre 1905. Paris, Alphonse Picard et fils, 82 rue Bonaparte.
Als voorbereiding voor een grondige studie over de „notes tironiennes"
in de Merovingische diplomata, waarnaar reeds lang wordt uitgezien, begint
de heer Maurice Jusselin in dit tijdschrift met een nauwkeurig onderzoek
van de voorgestelde lezingen, waaraan hij een afbeelding van een veertigtal
dezer moeilijk te verklaren teekens toevoegt.
Op blz. 473 vlg. wordt het uitvoerige rapport afgedrukt, dat Beauquier
heeft uitgebracht over het wetsvoorstel betreffende de reorganisatie van het
Fransche archiefwezen, met een volgens zijn inzichten gewijzigd wets
voorstel aan het slot.
Blz. 489 vlg. wordt een belangrijke beschrijving gegeven van het ge-
pifTBhoLo u j •om' evenaIs bi] ons reeds geschied is, zoo goed als
algeheele openbaarheid der archieven te decreteeren (K. B. 30 October 1903 no 291
dan verdwijnen de moeilijkheden van zelf.
199
tijdenboek van Blanche de France, hertogin van Orléans (13281370) door
den grondigen kenner van dergelijke middeleeuwsche werken, L. Delisle.
Het boek, waarvan eenige bladen hier gereproduceerd zijn, bevindt zich
in de bibliotheek der graven van Stolberg te Wernigerode.
De heer Paul Marichal geeft een opstel over een Juliaanschen en
Gregoriaanschen Zonnekalender met twee tabellen, die in 65 artikelen
worden toegelicht.
In de „Chronique et mélanges" wordt de brief afgedrukt, dien de
Voorzitter der société de 1' Ecole des chartes" aan den Directeur der
„Revue scientifique" heeft geschreven naar aanleiding van de daarin geuite
klachten, dat door de schuld van de „chartistes" in de Fransche biblio-
otheken de wetenschap zou worden opgeofferd aan de fraaie letteren.
De schrijver gaat niet op deze klachten in, maar toont eenvoudig met
cijfers aan, dat aan de Universiteitsbibliotheken, die meer speciaal in de
Revue bedoeld werden, op 50 ambtenaren slechts twee archivarissen voor
komen en dat deze in het geheel van de 177 bibliothecarisplaatsen, slechts
53 bekleeden.
Op blz. 643 vlg. vindt men een overzicht van de summiere inventa
rissen der historische archieven van het Ministerie van Oorlog (vóór 1792),
waarvan sommige ter perse, andere in voorbereiding zijn.
Korrespondenzblatt des Gesamtvereins der deutschen Geschichts-
und Altertumsvereine. Jahrgang 53, nrs. 11 en 12, NovemberDezember
1905. Berlin, Mittler u Sohn, Kochstrasse 6871.
Hierin komt voor het verslag van den vijfden Duitschen archiefdag,
den 25 September van het vorig jaar te Bamberg gehouden, met een lijst
der deelnemers (zie hiervoor blz. 180183).
De zesde archiefdag zal dit jaar te Weenen plaats vinden.
Ook bevindt zich hierin een verslag van den Thiiringer archiefdag
17 September j.l. te Coburg gehouden (zie hiervoor blz. 183).
Het stedelijk archief te Dirschau zal geordend worden door Prof.
Schulz te Culm, die daarna een geschiedenis der stad zal schrijven.
De rijksarchivaris Huitfeldt—Kaas te Christiania is het vorig jaar,
18 Mei, gestorven. Hij heeft vele bronnen uitgegeven voor de Noor-
weegsche geschiedenis, „jedoch immer in altmodischer Weise und nicht
den modernen Editionsprinzipien entsprechend". Tot zijn opvolger is
met ingang van 1 Januari 1906 benoemd Ebbe Hertzberg, directeur van een
hypotheekbank in Christiania, vroeger professor in staatseconomie en sta
tistiek aan de Hoogeschool aldaar, nog vroeger minister; zooals men ziet
alle zeer eervolle baantjes, doch oppervlakkig beschouwd, weinig geschikt
als voorbereiding voor de betrekking van rijksarchivaris.
Deutsche GESCHiCHTSBLaTTER, herausgegeben van Dr. Armin Tille.