192
den burgerlijken stand moet worden benoemd door den gemeenteraad uit
zijn midden, maar dat ook de burgemeester, wanneer hij geen lid van
den gemeenteraad is, tot ambtenaar van den burgerlijken stand kan worden
benoemd. Grond voor twijfel is er dus wel, of de woorden „uit zijn
midden" niet re vera reeds vervallen zijn door de misschien tegenstrijdige
bepaling van art. 149 der gemeentewet."
R. FRUIN.
Literatuur-kroniek.
Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven. XXVII, 1904. 'sGra-
venhage, 1905.
Behalve de Jaarverslagen van de elf Rijksarchieven vindt men hierin
afzonderlijke lijsten der aanwinsten van het Rijksarchief te 's Gravenhage
en van dat te 's Hertogenbosch, terwijl de Rijksarchivaris in Overijssel aan
zijn Verslag toevoegt een globale lijst der stukken, verkregen uit den
boedel van wijlen Mevr. van Riemsdijk te Hardenberg.
Achter het Jaarverslag van den Rijksarchivaris in Zeeland volgt de
Inventaris der Registers van den Burgerlijken Stand, berustende in het
rijks-archiefdepöt aldaar, met een uitvoerige inleiding bewerkt door den
adjunct-commies L. Lasonder. De heer mr. P. G. Bos, adjunct-commies
te Groningen, heeft een inventaris samengesteld van de Huisarchieven
Menkema en Dijksterhuis, bestaande uit 1416 nummers. Deze wordt
afgedrukt op blz. 323 vlg., voorafgegaan van een Inleiding, waarin de
bewerker zijn wijze van bearbeiden toelicht, en gevolgd door indices van
eigennamen en van zegels. De Rijksarchivaris in Limburg deelt op blz.
545 vlg. het resultaat mee van zijn reis naar Düsseldorf tot opsporing van
Limburgsche archivalia, bestaande uit een lijst van regesten en een inven
taris der archivalia van collegiën, ambtenaren, heeren en heerlijkheden,
kapittels en kloosters in Limburg, zich bevindend in het Kön. Preuss.
Staatsarchiv te Düsseldorf. Tegenover blz. 511 wordt een afdruk gegeven
van den zegelstempel der Kruisheeren te Roermond uit de 15de eeuw, dien
het Rijksarchief te Maastricht door aankoop verkregen heeft.
Verder wordt verslag gedaan van de regeling der oude gemeente- en
waterschapsarchieven in Noordbrabant en Zuidholland, terwijl de rijksarchi
varis in eerstgenoemde provincie tevens den door hem bewerkten inventaris
afdrukt van de oude archieven, dagteekenende vóór den Franschen tijd,
berustende ten gemeentehuize van Raamsdonk.
In het Jaarverslag van de Commissie van advies voor 's Rijks geschied
kundige publicatiën blz. 84 vlg. wordt o. a. mededeeling gedaan van de
193
onderzoekingen, door Dr. Colenbrander ingesteld te Parijs en Londen ten
behoeve van de hem opgedragen uitgave van Gedenkstukken der algemeene
geschiedenis van Nederland van 1795 tot 1840. Met de voorbereiding
der uitgave van Excerpta Romana, van Excerpten uit vreemde Kronieken,
en betreffende de Amsterdamsche Bank en Beurs, respectievelijk opgedragen
aan de heeren Prof. Dr. Boissevain te Groningen, Dr. de Hullu te 's Gra
venhage en Elias te Amsterdam, is een begin gemaakt. Omtrent de uit
gaven betreffende de Organisatie van het Bestuur onzer gewesten door de
Bourgondisch-Oostenrijksche Vorsten, den Levantschen Handel, en een
uitgave der Briefwisseling van Constantijn Huygens, op te dragen respec
tievelijk aan de heeren Mr. Fruin te Middelburg, Dr. Heeringa te Schiedam
en Dr. Worp te Groningen, is een voorstel ingediend. De werkplannen
van Dr. Brom en Dr. Orbaan, verbonden aan het Nederlandsch Instituut
te Rome, werden in handen der Commissie gesteld. Naar aanleiding hier
van werd aan den Minister het verzoek gedaan, „dat voortaan alle van
Rijkswege ingesteld wetenschappelijk onderzoek in buitenlandsche archieven
onder de leiding der Commissie worde gesteld" en „dat geen publicatiën
van historische documenten van Rijkswege zullen worden ondernomen dan
op advies der Commissie".
Aan het slot van dit 27ste Deel der Jaarverslagen vindt men de
Notulen afgedrukt van de 15de Bijeenkomst der Rijksarchivarissen, op
Dinsdag 25 October 1904 te 's Gravenhage.
De Gemeente-Stem. Hoofdredacteur Mr. N. Cramer. Jaargang 56
nr. 2834, 20 Januari 1906.
In dit nummer van de Gemeente-Stem komt een artikel voor van den
Vlaardingschen archivaris, Mr. L. G. N. Bouricius, over de registratuur
volgens het decimaal stelsel. Na een korte bespreking van het decimale
stelsel wijst hij er op, dat toch vooral de registratuur afgescheiden dient
gehouden te worden van de bewaring, om dan de vraag te stellen„welke
zijn de voordeelen, welke de nadeelen van het decimale stelsel van
registratuur, afgezien van de bewaring gebruikt?" Als een der grootste
nadeelen beschouwt hij het gebonden zijn aan de groepeering van tien
onderwerpen en verder de omstandigheid, dat sommige zaken onder twee
of meer cijfers ondergebracht kunnen wordenals een der voordeelen,
dat het decimaal stelsel zich aan de behoeften van alle secretarieën kan
aanpassen en dus voor de kleinste, zoowel als voor de grootste gemeenten
bruikbaar is.
Het is te hopen, dat na Mr. Bouricius ook anderen hunne meening
over deze zaak zeggendergelijke voorlichting kan der door de Neder-
landsche Vereeniging voor Gemeentebelangen benoemde Commissie niet
anders dan aangenaam zijn.