180 en dat er reden is ook de aanneming door de kamer van afgevaardigden te verwachten, dat het departement van justitie tal van stukken uit den revolutietijd aan de Archives générales heeft overgedragen, en dat eene commissie is benoemd voor de regeling van den dienst der bibliotheken en archieven. Naar aanleiding der laatste benoeming besloot de vergadering den minister dank te betuigen, maar tevens te vragen alsnog een ver tegenwoordiger der departementale archivarissen in de commissie op te nemen. De belangen dier ambtenaren hielden ook verder in hoofdzaak de aandacht der vergadering bezigwant, nadat de statuten waren vastgesteld en het bestuur was gekozen, kwam eene voordracht van den heer Chevreux over de salarissen der departementale archivarissen aan de orde. De con clusie van den inleider, die door de vergadering werd aangenomen, kwam hierop neer, dat de staat aan die archivarissen, die uit de kas van het departement onvoldoende bezoldigd worden, eene toelage zal geven, dat de staat in dat geval ook bij de benoeming van den departementalen archivaris zal medewerken, en dat maatregelen zullen worden genomen, waardoor bij verplaatsing van een archivaris van het eene departement naar het andere zijn recht op pensioen niet wordt verkort. Daarna werd voorlezing gedaan van eene verhandeling van den heer Brutails over het onvoldoende van de reglementen op de archieven. Ten slotte keerde men echter weder terug tot het behandelen van het persoonlijk belang der archivarissen, waaromtrent twee moties werden aangenomen, de eene betreffende den militaren dienstplicht der archivarissen, de andere over hun pensioen. De vijfde Duitsche Archivtag kwam 25 September jl. te Bamberg bijeen onder leiding van den Reichsarchiv-director Baumann te München. Het eerste referaat werd geleverd door dr. Wolfram (Metz) over de zorg voor die archieven van kleine gemeenten, corporaties en paiticulieren, welke niet onder beheer van deskundigen zijn geplaatst. Onder opmerking, dat de locale historische commissiën wel de inventarisatie der ongeordende kleine archieven kunnen ter hand nemen, maar op de bewaring en verzorging geen toezicht kunnen uitoefenen, kwam hij tot de conclusie, dat de archieven der kleine gemeenten, die door geen deskundig ambtenaai worden beheerd, onder het toezicht der rijksarchivarissen be- hooren te worden geplaatst, gelijk dat in Elsass-Lothringen het geval is. Het recht van den staat om toezicht op de plaatselijke archieven te houden leidde hij af uit de bevoegdheid der regeering om de verspilling van het Zoowel het verslag der bijeenkomst van archivarissen als de verhandeling-en der heeren Chevreux en Brutails zijn in de laatste aflevering van den Bibliographe moderne opgenomen, waarin ook het door den senaat aangenomen wetsvoorstel omtrent de notarieele archieven is afgedrukt. 181 gemeentelijk vermogen, waartoe ook het archief behoort, tegen te gaan. Prof. Wieoand te Straatsburg ging in hoofdzaak met het geprokene mede, maar wees er op, dat ook toezicht op de kerkelijke archieven gewenscht is, dat in Elsass-Lothringen ontbreekt; ook overigens waren de toestanden daar niet zoo voortreffelijk, als Wolfram ze had geschetst. Met eene kleine door Wieoand voorgestelde wijziging werden de conclusies van Wolfram aangenomen. Hierop werd door Archivrat Sebert (Bamberg) een overzicht gegeven van de geschiedenis van het Bamberger Kreisarchiv, dat in hoofdzaak twee verzamelingen bevat: 1. het archief van het bisdom Bamberg, later gesplitst in het archief van het Domkapittel en dat van den prins-bisschop, waarin ook het archief van den Frankischen kreis was geplaatst, en 2. het zoo genaamde Plassenburger archief, d. w. z. het archief der markgraven van BrandenburgBayreuth, dat eerst op het slot Plassenburg later te Bayreuth werd bewaard. Hieraan sloot zich eene bezichtiging van het nieuwe archiefgebouw aan. Dr. Prümers (Posen) sprak daarna over de insecten, die voor het papier gevaarlijk zijn, waarbij hij het bekende werk van Houlbert tot leiddraad nam. Ten slotte kwam de quaestie van de genealogische onderzoekingen in de archieven aan de orde, waarover hier, omdat de zaak ook hier te lande te berde is gebracht, een uitvoeriger verslag moet worden gegeven. Dr. Over- mann (Erfurt), die de quaestie inleidde, plaatste zich op hetzelfde standpunt, nog niet lang geleden in de Vereeniging van archivarissen door mr. Muller ingenomen. 2) De zuiver wetenschappelijke genealogische onderzoekingen behooren met andere wetenschappelijke nasporingen in het archief op ééne lijn te worden gesteld, maar zij zijn niet talrijk in vergelijking van die der andere soort, welke plegen te worden ingeleid met een briefje, gelijksoortig aan dat, wat de inleider onlangs ontvangen had: „Euer Hochwohlgeboren bitte ich ganz ergebenst, die Schatze Ihres Archivs, und zwar in erster Linie Chroniken, Grundbücher, Bürger- und Rats- listen, Ratsprotokolle, Stadt-, Steuer- und Schöffenbücher, Erb- und Zinsregister daraufhin zu prüfen, ob der Name X. darin vorkommt, und mir von dem Ergebnis gütigst Mitteilung machen zu wollen. Mit ver- bindlichstem Dank im voraus und in vorzüglicher Hochachtung X." Over- tuigd, dat de archieven in de eerste plaats bestemd zijn voor de admini stratie en in de tweede plaats de wetenschap hebben te dienen, maar vooralsnog niet zijn informatiebureaux, waar de burgers hun stamboom kunnen laten opmaken, kwam de inleider tot deze conclusies: Zie Archievenblad XII blz. 118. 2) A. w. blz. 17.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1905 | | pagina 19