162 Zij lastiger te raadplegen, waarvan het gevolg zal zijn, dat de gemeente besturen geene bescheiden zullen laten uitzoeken en geene machtiging voor de vernietiging zullen vragen, maar eenvoudig alles opruimen, wat in den weg ligt. Eene doelmatige lijst zou kunnen worden ingericht als volgt Te vernietigen na Arbeid van jeugdige personen en vrouwen. 1. Terugontvangen arbeidskaarten 2. - 3--- 2 jaren. Armwezen. 1. 2. Begraven. 1. Comptabiliteit. 1. 2. Drankverkoop. 1. enz. Omtrent de in de lijst genoemde bescheiden heb ik nog het volgende op te merken. Nos. 15. Bevolkingsstukken. In het belang van vreemdelingen, die te eeniger tijd wenschen te worden genaturaliseerd (art. 3, al. 3, no. 2, Wet 12 December 1892; Stbl. no. 268), is het aan te bevelen om de verhuisbiijetten (getuigschriften van verandering van werkelijke woonplaats) te bewaren, totdat de tweede volksstelling, volgende op de inlevering dier stukken, heeft plaats gehad, öf de termijn op twaalf jaren vast te stellen, aangezien de inschrijving van inkomende personen wel kan verzuimd zijn. In eene gemeente toch kwam het voor, dat gedurende vier achtereenvolgende jaren geene personen in het bevolkingsregister waren ingeschreven, zoodat men verplicht was de getuig- 163 schriften te raadplegen in plaats van het bevolkingsregister. Toch had in gemeld tijdvak eene volkstelling plaats gehad. De onder de nos. 25 genoemde stukken behoeven slechts bewaard te worden gedurende het op de lijst vermelde tijdstip. Nos. 612. Kiesrecht. Het zal m. i. noodzakelijk zijn om niet alleen de stukken, welke be trekking hebben op verzoeken enz., naar aanleiding waarvan eene reclame is ingediend, niet te vernietigen, maar ook alle bescheiden, welke noodig zijn voor de beoordeeling omtrent de plaatsing op de in latere jaren op te maken lijsten. (Zie no. 12, 2o, van de lijst.) No. 6. Indien de opgaven van de ontvangers der directe belastingen zullen kunnen worden vernietigd, waarom zijn de opgaven der ontvangers van de successierechten dan ook niet genoemd? Art. 10 der Kieswet noemt ook die bescheiden. De omschrijving zal kunnen luiden„Jaarlijksche opgaven van de ontvangers der directe belastingen en der successierechten, wegens aanslagen in en betaling van eenige Rijks directe belasting" (art. 10 Kieswet). Met het oog op art. 25, jo. 150, Kieswet en art. 70, no. 2, Wetb. van Strafrecht, is het wenschelijk om deze stukken zes jaren te bewaren. No.9. De omschrijving der bescheiden zal m. i. moeten luiden„Jaarlijksche opgaaf van den Minister van Justitie van hen, die bij rechterlijke uitspraak het beheer over hunne goederen hebben verloren of aan wie het kiesrecht is ontzegd" (Art. 22 Kieswet). No. 10. „Art. 22" moet worden veranderd in „Art. 23". No. 11. De omschrijving der bescheiden zal moeten luiden„Opgaven van de bevelhebbers der in de gemeente aanwezige land- en zeemacht of van de burgemeesters van andere gemeenten betreffende militairen, die in de uitoefening van hun kiesrecht zullen moeten worden geschorst, of wier schorsing moet ophouden" (Art. 24 Kieswet). Deze omschrijving zal m. i. noodzakelijk zijn, aangezien niet alle op de lijst voorkomende personen kunnen worden geschorst. De schorsing

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1905 | | pagina 10