84 les fortifications, les places de guerre; les poudres et salpêtres; la garde impériale; la police militaire; les écoles spéciales impériales et militaires d'infanterie et de cavalerie; le prytanée militaire; les etnplois et les récom- penses militaires; la solde, les traitemens extraordinaires et les indemnités les retraites; 1'admission dans les corps de véterans et a 1'hotel des invalidesles prisonniers de guerre. De Minister-Directeur van de administratie van oorlog was belast met: 1' administration et la comptabilité de services des vivres, des fourrages et des remontesdes hópitaux, de 1' habillement, des lits militaires, des indemnités de logement et de fourrages, du chauffage, du gite et geölage des convois et transports, et la surveillance des commissaires des guerres, agens de 1' administration militaire et officiers de santé. 2. 1813—1904. Het beheer van het Departement van oorlog werd in 1814, onder het oppertoezicht van den Prins van Oranje opgedragen aan een Commissaris-Generaal. Bij afwezigheid van den Prins moesten de dagelijksche werkzaamheden worden verricht door den Commissaris- Generaal, die onmiddellijk met den Vorst in betrekking stond. 2) Een Kwartiermeester-Generaal werd in 1815 belast met het verzamelen van alles, wat strekken kon om eene volledige kennis te verkrijgen van den staat van het leger, de statistiek en de topographie van het Rijk en van de middelen van verdediging. 3) Het toezicht over de militaire administratie was opgedragen aan een Commissaris voor de monsteringen maar werd bij Souv. besluit van 20 Februari 1815, no. 20, 5) aan een Inspecteur-Generaal toevertrouwd. In onmiddellijke betrekking tot den Commissaris-Generaal van oorlog- stonden 6) de inspecteur-generaal van de genie en van de fortificatiën de inspecteur-generaal van de artillerie de inspecteur-generaal van de infanterie de inspecteur-generaal van de cavalerie de kwartiermeester-generaal de generaals, kommandeerende de groote militaire afdeelingen Besluit Algemeen bestuur 29 November 1813. 2) Souv. besluit van 6 en 13 April 1814. 3) Souv. besluit 18 Februari 1815, no. 108 (Ree. mil. 1, 291). Het topographisch bureau stond onder de inspectie van den inspecteur-generaal der genie en was onder de speciale directie van een kolonel-directeur der genie. Er werd bij dit bureau eene bijzondere afdeeling voor den dienst van het departement van den kwartier meester-generaal ingesteld (Souv. besluit 18 Februari 1815, no. 108). 4) Souv. besluit 14 Februari 1814, no. 71 (Ree. Mil. I, 190). 5) Ree. Mil. I, 502. Instructie van 20 Februari 1815 (Ree. Mil. 1, 508). 6) Souv. besluit 18 Februari 1815, no. 107 (Ree. Mil. bekn. uitg. I, 44). 85 de inspecteurs-generaal van de administratie bij het leger de overige generaals in activiteit de betaalmeester van oorlog de directeur der algemeene werving de besturen der militaire scholen en het geneeskundig bestuur. De inspecteur-generaal van de genie en van de fortificatiën stond onder de bevelen van den Vorst en van den Commissaris-Generaal van oorlog. Hij mocht op eigen gezag geene werkzaamheden, den dienst van zijn wapen betreffende, doen uitvoeren dan alleen in zger dringende gevallen en was dan verplicht om de door hem gegevene orders onverwijld ter kennis van den Commissaris-Generaal te brengen met verzoek om goedkeuring. Hij was tevens belast met het oppertoezicht over het archief van oorlog en het topographisch bureau. De inspecteur-generaal der artillerie stond onder de bevelen van den Vorst, van den Grootmeester der artillerie2) en van den Commissaris- Generaal van oorlog. Hij was belast met alle details, het personeel en het materieel der artillerie betreffende, met de algemeene inspectie der con structie- en andere artillerie-magazijnen, der grofgeschutgieterij en der geweerfabrieken. 3) De inspecteurs-generaal der infanterie en der cavallerie stonden onder de bevelen van den Vorst en van den Commissaris-Generaal. Zij waren belast met de inspectie over hun wapen. 4) De kwartiermeester-generaal was hoofd van zijn departement. Hij was bevoegd om over verschillende onderwerpen, zijn beheer betreffende, te confereeren met de inspecteurs-generaal der genie, der artillerie en der administratie van het leger. Hij ontving van het Departement van oorlog- alle informatiën, welke hij verlangde, ten opzichte van de organisatie, sterkte en mouvementen van het leger. De chefs van den staf bij de generale kommando's moesten hem alle renseignementen geven, welke hij noodig had voor de statistiek en de kennis van de gesteldheid der arrondissementen. In zijn bureau werden de plans voor alle militaire operatiën, de regeling der marschen of der verzameling van troepen geredigeerd. 3) Het departement van den kwartiermeester-generaal werd georganiseerd Souv. besluit 18 Februari 1815 (Bijv. St. 514). Het archief van oorlog en het topographisch bureau werden georganiseerd bij Sonv. besluit van 14 Januari 1815, no. 30 (Bijv. St. II, 2147). 2) Prins Frederik der Nederlanden. 3) Souv. besluit 18 Februari 1815 (Bijv. St. 519). t) Souv. besluit 18 Februari 1815 (Bijv. St. 524). Souv. besluit 18 Februari 1815 (Bijv. St. 529).

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1905 | | pagina 6