138 a. archivaris in Noordbrabant 2800.— (voor 1905 3400.—). b. Gelderland 3533.33 3600.—). c. Noordholland 3150.— 3000.—). d. Zeeland 3200.— 3200.—). e. Utrecht 3600.— 3600.—). f. Friesland 3033.33 2900.—). g- Overijssel 3000.— 2866.66). h. Groningen 3200.— 3200.—). i. Drenthe 3000.— 3000.—). j- Limburg 3200.— 3200.—). k. hoofdcommiezen, commiezen, adjunct-commiezen, klerken, concierges en verdere be 24098.34). ambten 25283.34 ƒ57000.— (voor 1905 56065.—). „Art. 167. Kosten van onderhoud, huishoudelijke uitgaven, personeele hulp, schrijfloonen, reis- en verblijfkosten, aankoopen, meubilair, aankoop, huur, stichting en inrichting van lokalen en terreinen en verdere uitgaven voor de archieven in de provinciën: ƒ34000.(voor 1905 ƒ34500. De Memorie van toelichting zegt omtrent twee dezer artikelen het volgende „Art. 164. Jaarwedden en verdere belooningen der ambtenaren en bedienden bij 's Rijks archieven te 'sGra- venhage, enz. Ingevolge de bij Koninklijk besluit van 22 Januari 1904, no. 35, vastgestelde regeling, is voor periodieke traktementsver- hooging op dit artikel meer noodig ƒ1320. Verder is het artikel verhoogd met ƒ430 tot noodig gebleken ver betering van de jaarwedden van den machinist, den stoker-hulpmachinist en den concierge. „Art. 166. Jaarwedden en verdere belooningen der ambtenaren en bedienden bij 's Rijks archieven in de Provinciën. Het artikel wordt verhoogd met ƒ935. Behalve wegens de bij Koninklijk besluit vastgestelde traktementsverhoogingen, komt het wenschelijk voor de noodige gelden beschikbaar te stellen, om den adjunct-commies bij het Rijksarchief in Gelderland, die in 1906, 15 jaren aan dat archief verbonden zal zijn, waarvan 13 jaar als adjunct commies, en blijken van bekwaamheid heeft gegeven, te kunnen bevorderen tot commies, en aan het Rijksarchief in Groningen een vasten klerk aan te stellen, die tot nu toe uit het artikel „Materieel" werd bezoldigd, welk artikel daardoor met gelijk bedrag zal worden ontlast." 139 In het Voorloopig verslag wordt omtrent het archiefwezen het volgende opgemerkt „Oude gemeente-archieven. De aandacht werd gevestigd op de hoogst onvoldoende wijze, waarop in tal van plaatsen het oud-archief der gemeente bewaard wordt en geordend is. In sommige provinciën men meende in Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Brabant hebben Gedepu teerde Staten zich deze zaak aangetrokken, het aanbrengen van verbeteringen ook door geldelijken steun bevorderd, en is de hulp van den Rijksarchi varis verkregen. Men wenschte, dat van hooger hand ook in de andere provinciën op soortgelijke voorzieningen werd aangedrongen. Intusschen is door de Vereeniging van Archivarissen aan de Regeering in overweging gegeven, door eene wijziging van de Gemeentewet afdoende verbetering mogelijk te maken. Men zou gaarne vernemen, wat dienaan gaande van den Minister is te verwachten. „Oude rechterlijke archieven. Onder verwijziging naar de ten vorigen jare bij de schriftelijke behandeling van het Vde hoofdstuk der Staatsbegrooting gehouden gedachtewisseling werd gevraagd, wat de uitkomst is geweest van het onderzoek naar de geschiktheid van den ge meentearchivaris te Vlaardingen voor de verzorging van het oud-archief. „Art. 166. Onlangs is de Rijksarchivaris in Noord-Brabant overge plaatst naar Arnhem en aan het hoofd gesteld van het archief-depot in Gelderland. De opmerking werd gemaakt, dat het, zoowel voor de goede bewerking der archieven als voor hen die daarin wenschen te studeeren, niet wenschelijk is, dat zij, die lange jaren het bestuur van een archief- depot hebben gehad, daaraan worden onttrokken en naar een ander worden overgebracht. Hoe langer toch een archivaris aan eene verzameling verbonden is, des te beter is hij daarvan en van de geschiedenis van het gewest op de hoogte. Verplaatsing heeft ten gevolge, dat in twee archieven personen werkzaam worden gesteld, die geruimen tijd behoeven om met de hun toevertrouwde verzamelingen vertrouwd te geraken. In verband met bovenbedoelde mutatie is aan 's Rijks archief in Noord-Brabant een nieuw ondergeschikt ambtenaar aangesteld. Het wekte bevreemding en afkeuring, dat aan dezen persoon, die nog slechts student was aan eene buitenlandsche Universiteit, niet de rang van adjunct-commies, maar terstond die van commies is gegeven. Zulks werd in strijd geacht met de gedachte, welke ten grondslag ligt aan het Koninklijk besluit, waarbij de rangen van het archiefpersoneel, de traktementen en periodieke verhoogingen zijn geregeld. Het is voorts onbillijk tegenover de in dienst zijnde adjunct-commiezen, die jaren moeten ^vachten voordat zij tot commies bevorderd worden. Zie Archievenblad XIII, blz. 163 en 164. yy yy yy yy yy yy yy JJ yy yy yy Jf yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy X yy yy yy yy

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1905 | | pagina 33