Actes du Congres international pour la reproduction des Manu- scrits, DES Monnaies et des Sceaux, tenu a Liége, les 21, 22 et 23 Aoüt 1905. Misch et Thron. éditeurs. Bruxelles 66—68, Rue Royale, 1905. 130 copiiste uit de 15de eeuw, terwijl de heer Fréd. Alvin blz. 287 vlg. de schenking roemt van Baron Surmont de Volsberghe aan het Brusselsche penningkabinet. Een interessante studie komt blz. 296 voor van de hand van den heer H. Nélis over de uitdrukking Redde litteras in Middeleeuwsche charters. Hij begint met er op te wijzen, dat eigenlijke lectuur over het onderwerp niet voorhanden is. Mabillon, de Wailly, Bresslau en Giry zwijgen er geheel over. Eveneens Posse in zijn werk: „Die Lehre der Privaturkunden". Du Cange citeert de woorden in zijn Glossarium, maar zijn verklaring is onjuist en door zijn opvolger in de 18de eeuw, dom Carpentier, verbeterd. In den laatsten tijd heeft de formule de aandacht getrokken van Langlois, die ze terloops bespreekt in zijn werk „Le règne de Philippe le Hardi"[ en van Fiuin, die er een artikel aan wijdt in het Nederlandsch Archie venblad. Na raadpleging van een ontzaglijk aantal charters, o.a. van Utrechtsche en Zeeuwsche, komt de auteur tot de volgende conclusies: le. de formule redde litteras is van kerkdijken oorsprong en is ontstaan in de bis schoppelijke kanselarijen in het begin der 13de eeuw; 2e. zij wordt bij voorkeur aangewend in de mandementen van geestelijken en heeft de be- teekenis van het moderne„met verzoek om bericht van ontvangst", en 3e. omstreeks 1250 wordt haar gebruik meer algemeen en komt zij ook voor in de akten van wereldlijke autoriteiten; tegen het einde van de 16de eeuw verdwijnt zij geheel uit de charters. Als appendix drukt de heer Nélis het charter van 1316 Juli 3 af, dat een mandement bevat van den officiaal van den aartsdiaken van Utrecht en berust in het depot van het Rijksarchief in Zeeland. Blz. 322 vlg. komt een verslag voor van de zevende zitting der Commissie van Organisatie voor het Internationale Congres van reproductie van handschriften, munten en zegels te Luik, waarin het programma werd vastgesteld. 149 deelnemers hadden zich opgegeven, bestaande uit 82 Belgen en 67 vreemdelingen, waaronder slechts 6 Nederlanders. Dan volgt op blz. 326 vlg. het verslag van het Congres zelf, dat gehouden werd op -21, 22 en 23 Augustus. Zie de „Actes". In deze pas verschenen Handelingen van het Luiksche Congres prijkt Dit kleiz.e aantal zal waarschijnlijk verklaard moeten worden uit de beperkte hoeveelheid der rondgezonden uitnoodigingskaarten. En nu kon men wel is waar, ook zonder op de invitatielijst te staan, zich voor bijwoning van het Congres bij den President aanmelden; maar men komt er nu eenmaal minder gauw toe, zich zelf te inviteeren, dan een directe uitnoodiging aan te nemen. 131 vooraan een foto der deelnemers. Dan wordt in de Inleiding de oproepings circulaire van den Minister van Binnenlandsche Zaken afgedrukt, tengevolge waarvan de Commissie van Voorbereiding zich constitueerde. Ook het Congresreglement wordt medegedeeld en een overzicht gegeven van de Werkzaamheden der Commissie, terwijl op eenige belangrijke punten uit het proces-verbaal harer zittingen de aandacht wordt gevestigd. Na een alfabetische lijst der congresleden volgen de uitgebrachte rapporten, namelijk 1. La législation portugaise sur la reproduction des manuscrits, door Xavier de Cunha, directeur van de Nationale Bibliotheek te Lissabon. 2. Les procédés de reproduction des sceaux, door A. Gaillard, algemeen archivaris des Rijks. 3. Organisation d'un bureau international d'échange des reproductions, door Charles Sury, bibliothecaris van de Universiteit te Brussel. 4. Étude des différents papiers a employer comme supports des photocollographies, photogravures et phototypogravures, door Maurice l'Hoest, ingenieur, directeur van een papierfabriek. 5. Les tentatives antérieures d'entente internationale pour la reproduction des manuscrits, door Paul Bergmans, onderbibliothecaris van de Universiteit te Gent. 6. L'état actuel des publications de fac-simile de chartes et autres docu ments d'archives, door Maurice Prou, hoogleeraar aan de Nationale Charter- school. 7. Étude des procédés techniques les meilleurs et les plus éco- nomiques a recommander pour la reproduction des manuscrits, des mon naies et des sceaux, door Louis Stainier, ambtenaar aan de Koninklijke Belgische Bibliotheek. 8. L'utilité des reproductions photographiques au point de vue des expéditions officielles de documents d'archives, door D. van de Casteele, conservator van het Rijksarchief te Luik. 9. Les procédés de reproduction des médailles et des monnaies, door Frédéric Alvin, con servator van het penningkabinet aan de Koninklijke Belgische Bibliotheek. 10. Les manuscrits des bibliothèques de Belgique a reproduire, door J. van den Gheyn, conservator der handschriften aan de Koninklijke Belgische Bibliotheek. 11. Description d'une méthode photographique permettant de reproduire des manuscrits et autres documents dans le but d'obtenir des positifs pour projections lumineuses et des agrandissements destinés a l'enseignement, door P. Trancotte, hoogleeraar aan het Koninklijk Atheneum en aande Brusselsche Universiteit. 12. L'organisation de systèmes pratiques de reproduction des manuscrits dans les grandes bibliothèques publiques, door Paul van den Ven, lid van de Fransche school te Athene. 13. L état actuel des publications de fac-simile des manuscrits, door Alphonse Bayot, ambtenaar aan de afdeeling handschriften van de Koninklijke Belgische Bibliotheek. 14. La reconstitution photographique des documents mal conservés ou brülés, door Dr. R. H. Reiss, chef der fotografiewerken aan de Universiteit te Lausanne. 15. The reproduction of manuscripts from the American point of view, door Charles Mills Gayley, hoogleeraar aan

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1905 | | pagina 29