128
ringen en studiën van 1 October 1903 tot ultimo September 1904. Uit
voerig worden blz. 2—15 de resultaten medegedeeld van de onderzoekingen,
in dat jaar in alle oorden des lands verricht door de officieren, die zich
met grooten ijver van hun taak kweten. In Bijlage I wordt de vordering van
het onderzoek in de verschillende garnizoensplaatsen en andere gemeenten
vermeld. Bij Rijks- en Gemeentearchivarissen en bij Bibliothecarissen
werd steeds „welwillende voorlichting en medewerking" ondervonden.
Dan worden de plannen voor de winter-campagne 1904—1905 mee
gedeeld; als nieuw te onderzoeken archieven zijn opgenomen de gemeente
archieven van Rotterdam en Zalt-Bommel, waaromtrent met de beheerders
in briefwisseling is getreden.
Een schilderij van Hoynck van Papendrecht, voorstellende den aanval
op de Schaerbeeksche poort te Brussel, 23 Sept. 1830, werd gereprodu
ceerd en in 300 afdrukken kosteloos aan het leger verstrekt. Ook over
het (onlangs verschenen) Repertorium voor de Nederlandsche krijgsgeschie
denis worden mededeelingen gedaan.
„Aangaande het overbrengen der archivalia, besproken bij het Achtste
Jaarverslag op blz. 11 en het Negende Jaarverslag blz. 6, heeft geen nader
overleg met den heer Algemeenen Rijks-Archivaris plaats gehad en zijn
geen nadere bevelen ontvangen".
Onder de aanwinsten prijken als voornaamste schenking de militaire
papieren van wijlen den Luitenant-Generaal en oud-Minister van Oorlog
C. baron Nepveu.
Inlichtingen werden o. a. verstrekt aan dr. F. Desmons te Doornik
omtrent het gevecht bij Leuze op 19 September 1691. Naar aanleiding
hiervan zal de in België en Frankrijk heerschende valsche meening over
dit gevecht, o. a. dat aldaar de Prins van Oranje Koning-Stadhouder
Willem III door de Luxembourg zou zijn verslagen, openlijk worden
bestreden.
Als in bewerking zijnde bescheiden worden genoemd het werk van
kolonel Koolemans Beynen, over den veldtocht van 1799 in Noord-Holland,
dat van kapitein van der Kop, over het beleg van Doornik in 1709 en
de studiën der luitenants Snel en Eyst, respectievelijk betreffende de levens
beschrijving van Rabenhaupt en de geschiedenis van het korps Pontonniers.
De Bijlagen bestaan behalve uit de reeds genoemde, uit de lijst van
aanwinsten en de circulaire van de Commissie van Advies voor 's Rijks
geschiedkundige Publicatiën van Mei 1904.
Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen. Jaargang III, nr. 4.
Antwerpen-'s Gravenhage, 1905.
De serie „Moderne Bibliotheken" wordt voortgezet met een beschrij
ving van de Koninklijke Bibliotheek te Brussel door Alb. Tiberghien. Na
129
een overzicht van de zeer merkwaardige lotgevallen dezer boekerij geeft
de schrijver een schets van den tegenwoordigen toestand. Zij is verdeeld
in zes afdeelingen en dient thans, volgens de laatste bepalingen, als „de
officiëele algemeene en openbare bewaarplaats van alle den Staat toe-
behoorende boeken (drukwerken en handschriften), prenten en gegraveerde
platen, landkaarten en platte gronden, munten en penningen, welke niet
bepaald ten dienste zijn van een afzonderlijke instelling". Foto's van de
leeszaal, de tentoonstellingszaal, de zaal der periodieken en de oostzijde
van het gebouw zijn aan het opstel toegevoegd.
De heer A. J. van Huffel Jr. geeft eenige mededeelingen over de
Amerikaansche en Engelsche „Public-and Free-Libraries" en de Duitsche
„Freie öffentliche Bibliotheken und Lesehallen", terwijl de heer Boekenuogen
een boekverkoopers-prospectus van 1491 bespreekt en afdrukt en de direc
teur van de Amsterdamsche Universiteits-Bibliotheek naar aanleiding van
een prentje in een nieuw verworven katholiek boekje het een en ander
meedeelt over een katholiek drukker en uitgever te Haarlem in de 17de
eeuw, namelijk Nicolaes Braau, op welk artikel de heer V. A. dela Montagne
een naschrift geeft.
Revue des Bibliothèques et Archives de Beloique, publiée par
L. Stainier. Tome III, Livraison 4. Misch et Thron, éditeurs.
Bruxelles, 6668 Rue Royale.
In dit tijdschrift geeft de heer A. Diegerick een overzicht van het
Rijksarchief te Gent, dat thans bewaard wordt in den „Steen", de XlIIde
eeuwsche stichting van Gérard le Diable en onlangs gerestaureerd door
Verhaegen. Ook van het gebouw, waarvan vooral de groote krypt
van 33 bij 17 M. merkwaardig is, komt een korte beschrijving voor. Het
heeft verscheiden bestemmingen gehad in den loop der eeuwen. Oor
spronkelijk gebouwd voor woning der Gentsche burchtheeren, behoorde
het reeds in het begin der XlVde eeuw aan de Stad, die het als tuighuis
gebruikte. Daarna werd het achtereenvolgens bewoond door de Hierony-
mieten, de seminaristen, de krankzinnigen, de weezen, misdadigers en
spuitgasten, terwijl het thans als bewaarplaats dient van het Rijksarchief
in Oost-Vlaanderen. Prachtig en praktisch ingericht is het thans een model
van een archief-depót.
Van de onderscheiden collecties geeft de Gentsche conservator dan
het aantal dokumenten op (registers, liassen en charters) en de uiterste
data, terwijl hij tevens de gedrukte inventarissen vermeldt.
De heer H. de Boelpaepe, bibliothecaris van de Balie van advocaten
te Brussel, drukt blz. 281 vlg. een auctie-catalogus af van de Bibliotheek
van een 18de eeuwschen advocaat, den graaf de Neny, en de heer Paul
Bergmans geeft een aanteekening over Marguerite Raes, een Brusselsche