110
Omschrijving der stukken.
Tijdstip, waarop de vernie
tiging geoorloofd is.
hen, die op 1 Februari niet meer aan de
vereischten van art. 1, b, 3°. der kies
wet voldeden (art. 21, le lid).
8. Idem door den Directeur der Rijkspost
spaarbank en van het bestuur der ge
meentelijke of bijzondere spaarbanken in
de gemeenten (art. 21, 2e lid).
9. Jaarlijksche opgaaf door den Minister van
Justitie aan de burgemeesters van hen, wien
bij rechterlijke uitspraak het kiesrecht is
ontzegd (art. 23).
10. Opgave door de instellingen van welda
digheid van hen, die onderstand hebben
genoten (art. 22).
11Opgaven door bevelhebbers van zee- en
landmacht van militairen, die in de uit
oefening van hun kiesrecht zijn geschorst,
of van die, wier schorsing is opgeheven
(art. 24).
12. Aangiften of verzoeken tot plaatsing op
de kiezerslijst (artt. 11, 12 en 13 Kies
wet), te onderscheiden in
1 aangiften voor één jaar geldig (loon-
kiezers).
2°. aangiften voor onbepaalden tijd gel
dig (woon- en vaartuigkiezers, die
sedert hunne aangifte niet verhuisd
zijn of nog hetzelfde vaartuig bewo
nen, pensioen-, grootboek-, spaar
bank- en examenkiezers).
13. Lijsten van candidaatstelling (art. 54).
14. (Toepasselijk bij gemeenten, welke geen
districtshoofdplaatsen zijn.) Opgave van
candidaten door den burgemeester der
districtshoofdplaats aan de burgemees
ters der tot het district behoorende ge
meenten (art. 55).
trekking hebben op de plaat
sing of de weglating van de
kiezerslijst, wanneer naar aan
leiding daarvan een reclame
is ingediend, ook dan wan
neer over die reclame onher
roepelijk is beslist;welke
bescheiden niet mogen ver
nietigd worden.
Twee jaren na de ontvangst.
(Uitgezonderd als voren.)
Een jaar, nadat de reden,
waarom de aangevers op de
kiezerslijst zijn geplaatst, is
vervallen. (Uitgezonderd bo
vendien als voren.j
Twee jaren na de ontvangst.
(Uitgezonderd als voren.)
111
Omschrijving der stukken.
Tijdstip, waarop de vernie
tiging geoorloofd is.
15. Kiezerslijsten, uit andere gemeeenten ont
vangen bij den burgemeester der gemeente
van de hoofdplaats van het kiesdistrict,
waaronder die gemeenten ressorteeren.
Militie
(Wet van 19 Aug. 1861, S. 72, laatste
lijk gewijzigd 5 December 1903, S. 293).
16. Inschrijvingsregisters voor de Nationale
Militie.
17. Alphabetische lijsten daarop.
18. Lotingsregisters voor de Nationale Militie.
19. Registers van verlofgangers.
20. Mutatiestaten van verlofgangers.
21. Kennisgevingen door verlofgangers van
hun vertrek en aankomst (art. 121 Mili-
tiewet 1901).
22. Naamlijsten en geboorte-extracten, als
bedoeld in de artt. 12 en 13 Kon. Be
sluit van December 1901, S. 230.
Legerlasten.
23. Inkwartieringslijsten (art. 17 Inkwar-
tieringswet).
24. Paardenlijsten (art. 17 Kon. Besl. 1903,
S. 78).
Geneeskundige politie.
25. Kennisgevingen door geneeskundigen,
vroedvrouwen, tandmeesters en apothekers
aan den burgemeester van hunne vestiging
(art. 4 Wet van 1 Juni 1865, S. 60 en
art. 2 Wet van 1 Juni 1865, S. 61).
Na 15 Mei van het vol
gende jaar.
50 jaren na de afsluiting.
Als de inschrijvings- en lo
tingsregisters vernietigd zijn.
50 jaar na de afsluiting.
Na 20 jaren.
Éen jaar na de afsluiting.
Éen jaar na de ontvangst.
Tegelijk met het inschrij
vingsregister, waarop de be
trokken personen vermeld
staan.
Na de vernieuwing der lijsten.
Nadat daarvan aanteekening
is geschied in de daartoe be
stemde registers.