102
Goes. „De archieven, oudheden, boek- en kaartwerken
bevinden zich in goeden staat."
Opgaven der aanwinsten voor de oudheidkamer en de bibliotheek.
(Verslag van den archivaris der gemeente Goes over het jaar
1904, bijlage I tot Verslag Goes.)
's Hertogen bosch. Het gemeenteverslag over 1904
zwijgt wederom over het archief.
Kampen. Archief. Voortgegaan werd met de inventarisatie
van het oud-archief, „waarbij eene menigte stukken werden geschift
en in portefeuilles naar den aard der onderwerpen bijeengebracht,
welke alle voor eene afzonderlijke registratie niet vatbaar zijn, doch
waarover men bij deze ordening een voldoend overzicht bekomt".
Veel tijd kostten nadere onderzoekingen voor den minister van
Binnenlandsche Zaken „aangaande de kwestie van het weiderecht".
Onder den titel „Een Kamper handelshuis te Lissabon, 15721594"
werd uitgegeven eene belangrijke verzameling handelsbrieven, rekeningen
e. a. bescheiden.
Opgaven der aanwinsten.
In 't achterste archiefvertrek worden nog een paar kasten gewenscht.
(Verslag van den archivaris aan B. en W. in Verslag Kampen,
bladz. 17—20.)
Rotterdam. I. Verslag over den toestand van het archief
in 1904. Het archiefgebouw blijft goed voldoen, 't Platte dak, waar
aan eene nieuwe constructie was toegepast, beantwoordde echter niet
aan de verwachting; lekkages ontstonden, de waterschade bleef
gelukkig tot een minimum beperkt. 9 April 1904 overleed de archivaris
J. H. W. Unger, aan wien een woord van waardeering wordt gewijd;
15 Augustus aanvaardde Dr. E. Wiersum zijne betrekking. De tijdelijke
adjunct-archivaris mej. Dr. H. C. H. Moquette werd als vast aangesteld.
Een ambtenaar werd aangewezen als onder den archivaris belast met
't dagelijksch beheer van 't museum. Een volontair werd toegelaten
op de instructie voor de ambtenaren. Gereed kwamen de herziening
van den inventaris van 't polderarchief van Katendrecht, de inventari-
seering van de archieven van Delfshaven (oud en nieuw archief),
't ambacht Schoonderlo, 't Heilige-Geesthuis en de steenhouwers- en
tegelbakkersfirma Van Traa, de excerpeering der decreetboeken,
en de catalogus van 't museum van oudheden. Aangevangen werd
de beschrijving van 't Weeskamerarchief. Voortgezet werd de bewerking
der gifteboeken en de catalogiseering der bibliotheek. Mr. S. Gratama,
103
rechter te Rotterdam, later lid van den Hoogen Raad, heeft de vol
tooiing van 't 4de deel der Bronnen voor de geschiedenis van Rotterdam
op zich genomen. Veel gebruik werd van 't archief gemaakt. De
belangrijkste aanwinst is 't bovengenoemd archief der firma van Traa.
Bijlagen I. Lijst van geschenken voor het archief; II. Het
archief der firma Van Traa, steenhouwerij en tegelbakkerij te Rotterdam
(met eene inleiding, verhalende de geschiedenis der firma sedert 1765).
11. Verslag over den toestand der bibliotheek in 1904. In den
toestand der bibliotheek kwam geene verandering; 'taantal bezoekers
blijft toenemen. Aankoopen werden zoo goed als niet gedaan; ge
schenken werden in ruime mate ontvangen. Bijlagen: I. Lijst van
geschenken voor de bibliotheek. II. Staat der uitgeleende boeken
over 1904. III. Weekstaat van het bezoek over 1904. IV. Maand
staat van het bezoek over 1904. V. Statistiek der bezoekers over 1904.
(Jaarverslag van de Commissie voor het archief der gemeente
Rotterdam over het jaar 1904, bijlage B tot Verslag Rotterdam (ook
afzonderlijk).)
Schiedam. „De toestand der archiefstukken is niet veranderd.
De nieuwere archiefstukken liggen nog steeds ongesorteerd in de
benedenzaal." 't Depót van 't oud archief is te klein om ook 't nieuw
archief en 't oude rechterlijke op te nemen. De rechtsbronnen der
stad Schiedam werden afgedrukt. Weinig inlichtingen werden gevraagd
behalve (natuurlijk) genealogische. Opgave der aanwinsten.
(Verslag omtrent den toestand van het archief over 1904,
bijlage L tot Verslag Schiedam.) JOOSTING.
De archieven der Nederiandsche Hervormde kerk in 1905.
De Synode der Hervormde kerk heeft het zich in het afgeloopen
jaar niet druk gemaakt met de kerkelijke archieven en den bestaanden
voorloopigen toestand bestendigd. Gelijk de lezers zich zullen herinneren,
werd de Synodale Commissie in 1903 door de Synode uitgenoodigd voor
één jaar een deskundige te benoemen, wien de opdracht zou worden
gegeven „het archief te onderzoeken en ordenen in die gemeenten, welke
de Synodale Commissie hem zal aanwijzen" (Archievenblad XII,
blz. 94, 95). Deze opdracht werd in 1904 voor één jaar verlengd, en ook
thans is in de vergadering van 2 Augustus 1905 een diergelijk besluit
genomen. De Synodale Commissie heeft als gevolg dier opdracht telken
jare den heer dr. G. A. Hulsebos met die taak belast, die door hem op
belangelooze wijze wordt waargenomen. Het verslag van de werkzaamheden,