92 VI. Het Departement van marine. 1. 1798—1813. Het Departement van marine werd in 1798 opgericht en gesteld onder het beheer van een Agent. De Agent van marine was belast met het algemeene toezicht over alles, wat den oorlog en de verdediging van den Staat te water betrof. 2) De Agent van marine werd op den 18 December 1801 vervangen door een Raad van marine, aan wien de zorg voor het zeewezen werd opgedragen. 3) De Raad werd in 1805 vervangen door een Secre taris van Staat voor de marine, 5) die in 1806 werd benoemd tot Minister van marine.5) Het Departement van marine werd bij Kon. decreet van 8 Januari 1808, no. 7, vereenigd met dat van koloniën, onder den titel van Departe ment van marine en koloniën. Na de inlijving van het voormalig koninkrijk Holland bij Frankrijk werden de zaken der marine gesteld onder het beheer van den Minister van marine en koloniën van het Fransche Keizerrijk, die te Parijs resideerde. Deze Minister was, voor zooveel de marine betrof, belast met„la levée, la surveillance, la discipline et le mouvement des J) Benoemd 19 Februari 1798. s) Instructie van 6 November 1798. 3) Art. 32 Staatsregeling 1801. Besluit van het Staatsbewind van 23 October 1801, no. 38. Instructie van 11 Januari 1802, no. 52. Art. 48 Staatsregeling 1805. Besluiten van 30 April 1805, no. 18, en 20 Mei 1805, no. 30. Eene instructie werd op den 3en Januari 1806 ontworpen, maar niet gearresteerd. 5) Art. 27 Constitutie 1806. Kon. decreten van 9 Juni 1806, no. 3, en 10 December 1807, no. 5. Instructie van 14 November 1807, no. 14. 6) Organisatie vóór de vereeniging: Buffet van den Minister. Departement van equipage. Departement van financiën. In Rotterdam Een commissaris-directeur. In Vlissingen Een commissaris-directeur. In Harlingen Een equipagemeester. Organisatie na de vereeniging Generaal secretariaat. le divisie: Het personeel der marine enz. 2e Het materieel der marine enz. Koloniale zaken. Een bureau voor den Schout-bij-nacht als commandant en direc teur van het Noorder-departement. Een temporair bureau tot liquidatie der achterstallen van de hoofdelijke betaling. 7) „L'administration maritime et la police de la navigation seront établies, dans les Etats réunis a notre Empire par notre décret du 9 juillet dernier, conformément aux lois et régléments en vigueur dans notre dit Empire" (Keiz. decreet 27 Juli 1810). 93 armées navalesles inscriptions maritimes, le travail sur les grades, les avancemens, les recompenses et les secoursla gendarmerie maritime, l'administration des ports, les arsenaux, les approvisionnemens, les magasins destinés au service de la marinela construction, la reparation, l'entretien et l'armement des vaisseaux, navires et batimens de nier; les höpitaux de la marine; les grandes pêches maritimes; la police a l'égard des navires et des équipages qui y sont employésla correspondance avec les Consuls et Vice-consuls pour tout ce qui est relatif a l'administration de la marine." De werkzaamheden betreffende den koophandel, waarmede hij in 1811 was belast geweest, werden in 1812 overgedragen aan den Minister van fabrieken en koophandel. 2) 2. 1813—1904. Het bestuur over de zaken der marine werd bij Souverein besluit van 7 December 1813, no. 14, opgedragen aan een Commissaris- Generaal,3) die bij Koninklijk besluit van 16 September 1815, la H, den titel van Minister van marine verkreeg. De administratie van den Minister strekte zich uit over de constructie en uitrusting der schepen, de aanwerving der zeelieden, de kustbeseining, het loodswezen, de tonnen en bakens en in het algemeen al hetgeen in verband stond met de defensie te water. 4) Met ingang van 9 April 1825 werden de zaken, behoorende tot het Wet van 1 October 1795 (10 Ventóse an IVBull. d. lois no. 192). 2) Keiz. decreet 19 Januari 1812 (Bull. d. lois no. 415). 3) „Hij zal zich bijzonder beijveren, om ten aanzien dezer objecten de meeste gelijkvormigheid te doen plaats hebben in de departementen van Amsterdam en Rotterdam, welker directie bij dezen onder het opzicht van hem Commissaris- Generaal gesteld worden, en provisioneel op den voet, waarop zij zich op het oogenblik der ontbinding van de Fransche zee-prefectuur bevonden, moeten blijven voortgaan, met uitzondering alleen van het verschil, dat het vervangen der conscriptie en maritieme inscriptie door de vrijwillige werving teweeg brengt" (Art. 3 Souv. besluit 7 Dec. 1813, no. 14). „De directeurs der marine te Amsterdam en Rotterdam moeten continueeren in hunne respective functiëii op den tot nu onlangs gebruikelijken voet en zulks tot tijd en wijle omtrent de inrichtingen der marine finale schikkingen zullen zijn gemaakt, blijvende hij Commissaris-Generaal inmiddels bekleed met de centrale autoriteit, te dien effecte, dat de betaalmeester, de commissarissen en alle ambte naren welker werkzaamheid of surveillance zich zoowel tot het zuider-, als tot het noorderkwartier uitstrekt, eeniglijk van hem afhankelijk zijn en aan zijne bevelen obtempereeren moeten" (Souv. besluit 24 December 1813, no. 2). Het bureau van den Commissaris-Generaal bestond uit 2 afdeelingen Secretarie en Financiën (Souv. besluit 4 Februari 1814, no. 5). 4) Souv. besluit 7 December 1813, no. 14. De werkzaamheden waren in 1815 verdeeld over de Algemeene Secretarie en twee afdeelingen (I Personeel, militaire operatiën, mouvementen, werving, magazijnen, materieel, levensmiddelen, kleeding, loodswezen, tonnen, bakens, quarantaine, pilotage, pensioenen; II Comp tabiliteit).

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1905 | | pagina 10