84 waren de secretarissen gewoonde notulen direct (dus tijdens de verga deringen) in het notulenboek te schrijven; denkelijk werden zij dan aan het eind der zitting dadelijk gelezen en geresumeerd. Toen men later, naarmate de besluiten langer en ingewikkelder werdenbegon Klad- notulen te houden, werd daaraan dus noch te Vlissingen, noch te Middel burg eenige waarde gehecht, zóo weinig, dat men de toevallig aan wezige niet eens in den archiefinventaris van 1769 opnam. 2o. Resolutiën van Vroedschappen en Staten worden door den Hoogen Raad niet als geheime stukken beschouwd. Lichtelijk zouden wij meenen, dat dit in de 18e eeuw wel het geval was, en de gestelde eisch, dat Mr. Changuion bij de afgifte der Kladnotulen zal verklaren, dat hij geene andere bezit of heeft weggegeven, bewijst wel, dat de Wet van Vlissingen zich ook op een ander standpunt stelde en dat het bij den eisch tot afgifte der Kladnotulen juist te doen was om de besluiten van de Wet geheim te houden. Maar te vergeefs: met een beroep op de ge drukte Staten-notulendie nu en dan (blijkbaar in boedels) publiek verkocht werden, nam de Hooge Raad de openbaarheid als bewezen aan. Het moet trouwens erkend worden, dat de (in het voorstel gereleveerde) naam der „Secreete notulen" schijnt te bewijzen, dat inderdaad de Ordinaris-notulen niet als „secreet" werden beschouwd. S. M. De archieven der garnizoenskerken in de Zuidelijke Nederlanden. In het achterstaande overzicht heb ik bijeengebracht wat mij uit verschillende bron omtrent de archieven der zoogenaamde garnizoens kerken in de Zuidelijke Nederlanden bekend is. Waar blijkens inlich tingen, die mij meermalen werden gevraagd, in het algemeen niet bekend is, wat er van die archieven is gewordenscheen mij eene opgave als de onderstaande niet van belang ontbloot. Bij het barrière-tractaat van 15 November 1715 werden de Staten- Generaal gemachtigd garnizoen te leggen binnen de steden en kasteelen van Namen en Doornik, in de steden Meenen, Veurne, Warneston en IJperen en in het fort De Knokketerwijl te Dendermonde het garnizoen voor de helft uit Staatsche troepen zou bestaan. Het natuurlijk gevolg hiervan was de oprichting van een aantal garnizoenskerken in die ver schillende plaatsen. De Tegenwoordige Staat2) geeft omtrent die kerken het volgende overzicht. Te Namen, Doornik, Meenen, Veurne en IJperen waren Nederduitsche garnizoenskerken gevestigd, terwijl de predikanten te IJperen tevens den dienst in het fort De Knokke waar- De mededeelingen uit het archief van den Raad van State dank ik den heer Algemeenen rijksarchivaris, die uit het archief der classis Zuidbeveland en uit dat der Hervormde gemeente te Rilland den heer J. de Kiujyter te Goes. 2) Deel II blz. 573 vlg. 85 namen. Waalsche garnizoenskerken waren gevestigd te Namen Doornik Meenen en IJperen; de Waalsche predikanten in de laatste plaats predikten beurtelings te IJperen zelf en te Veurne. Alleen te Warneston was dus geene garnizoenskerk; het plaatsje was dan ook slechts door een detachement der troepen van IJperen bezet. Van deze garnizoenskerken ressorteerden de Waalsche onder de Waalsche synode, de Nederduitsche meerendeels onder de classis van Walcheren; alleen Dendermonde werd tot de classis van Zuidbevelanden Namen tot die van Maastricht ge rekend. De Oostenrijksche successieoorlog bracht in deze zaak in zooverre eenige wijziging, dat de slechte toestand, waarin zich de barriere- plaatsen na den vrede in 1748 bevonden, en de gebleken nutteloosheid der barrière aanleiding gaven de garnizoenen te verminderenin verscheidene plaatsen werd dus ook het getal predikanten verminderden de garnizoens kerken te Meenen werden opgeheven. 2) Intusschen lang zouden ook de overgebleven kerken niet meer bestaan; de ontruiming der barrière steden in 1781 bracht van zelve de opheffing dier kerken mede. De vraag is nu, wat er met de archieven dier kerken na de opheffing geschied is. Daaromtrent geeft het archief van den Raad van State eenigermate licht. Reeds in 1744 waren de doop-, trouw- en lidmatenregisters van Meenen ter secretarie van den Raad gedeponeerd.3) Bij secrete resolutie der Staten-Generaal d.d. 21 December 1781 werd de Raad van State ver zocht de noodige maatregelen te nemen om de predikantenschoolmeesters en andere landsbedienden in de barrièresteden van daar naar elders te ver plaatsen. Ter voldoening aan die opdracht gelastte de Raad van State o.a. den 2gstcn December d. a. v. de predikanten en schoolmeesters te Doornik, IJperen, Veurne en Dendermonde de kerke-, doop-, trouw- en begraafboeken op te zenden aan den Raad van State „om ter secretarie geseponeert (te) wer den". Den 218teD Maart 1782 werd een diergelijk besluit genomen ten opzichte van Namen. Het gevolg van een en ander wasdat 24 December 1782 de volgende archiefstukken ontvangen waren: Van de Nederduitsche gemeente te Doornik, 22 Januari: veertien stuks kerkboeken in soort, zijnde doop-, trouw-, begraaf- en andere boeken een pacquet met losse brieven enz. Van den Commandant van Veurne op 14 Mei: J) Baciiiene. Kerkelijke geographie I blz. 119, III blz. 29, 55. 2) A. W. Ill blz. 30. Bachiene stelt het (blz. 31) voor, alsof ook de Waalsche kerk te IJperen werd opgeheven dit schijnt echter minder juist, daar het begraaf- boek tot 1781 doorloopt. 3) Bij resolutie van 5 Juli 1746 besloot de Raad van State op verzoek van de gedeputeerden der classis Walcheren deze registers aan de classis af te geven. Dit besluit werd echter eerst in 1782 uitgevoerd.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1905 | | pagina 4