140 Commissie, voor het archief der Synode, een voldoende beschrijving ontvange van den inhoud dier boeken. Het Classicaal Bestuur betuigde, bij schrijven van 6 Mei, gereg. onder No. 888, zijn dank voor de genomen beschikking, waarvan het echter geen gebruik wenschte te maken van wege de daarbij gestelde, al te bezwarende voorwaarden. Het Provinciaal Kerbestuur van Utrecht gaf ons, bij schrijven van 9 Mei 1904, gereg. onder No. 928, bericht van den treurigen toestand, waarin een deel van zijn archief zich bevindt, door de vochtige plaats, waarop het wordt bewaard, tevens verzoekende uit een der kerkelijke Fondsen een subsidie te mogen ontvangen voor de herstelling, die op een bedrag van f 150 begroot wordt. In onze voorjaarsvergadering besloten wij deze zaak in handen te geven van den heer Dr. Hulsebos hetgeen wij, bij schrijven van 31 Mei No. 1628, aan het Provinciaal Kerkbestuur mededeelden." De Synode nam 30 Juli 1904 deze mededeelingen voor kennis geving aan. Omtrent het eerste punt bevatten de Handelingen nog dit: „Bij het verzoek van het Classicaal Bestuur van Onderdendam om eene som beschikbaar te stellen voor de herstelling van een gedeelte van zijn oud-archief, wordt door een der afgevaardigden uit Groningen op gemerkt, dat het antwoord van het Classicaal Bestuur wel wat vreemd schijnt, maar dat het toch jammer is, dat de gevraagde som niet is toegestaan, omdat het zulk een allerbelangrijkst archief geldt, dat echter gedurende een veertigtal jaren zeer verwaarloosd is, maar waaraan het Classicaal Bestuur in de laatste jaren de hand heeft geslagen. De op merking wordt gemaakt, dat de gelegenheid voor het Classicaal Bestuur openstaat, om andermaal over deze zaak een verzoek in te dienen." Wat het tweede punt aangaat, deelt de heer Hulsebos in zijn verslag mede, dat hij zich reeds geruimen tijd heeft bezig gehouden met de te Utrecht bewaarde kerkelijke archieven en daaromtrent later eenige mededeelingen hoopt te doen. In de zitting der Synode van 15 Augustus 1904 kwam het volgende schrijven van het Provinciaal College van toezicht in de provincie Groningen in „Naar aanleiding van de in de laatste jaren aangewende pogingen om de kerkelijke archieven beter te bewaren dan tot dusverre en wel speciaal in bewaarplaatsen onder kerkelijk toezicht, heeft het Provinciaal College van toezicht in de provincie Groningen de eer U mede te deelen dat het College ruimten voor het bewaren van archieven heeft doen inrichten in de Noorder of Nieuwe Kerk te Groningendie geheel afgezonderd staat, zoodat brandgevaar vrijwel is uitgesloten. Het doel is de archieven zoowel van de beheers- als bestuurscolleges 141 in deze provincie voor zooverre deze colleges daarvan gebruik wenschen te maken daarin eene plaats te geven en ze onder ons toezicht te bewaren. Het College van toezicht: Thieme, Voorzitter. W. J. Koppius Secretaris Yan dit schrijven werd door de Synode met belangstelling kennis genomen. Ten slotte nog het volgende. De lezer zal zich misschien herinneren, dat in 1902 bij de Synode inkwam een verzoek van het classicaal bestuur van Amsterdam om eene subsidie van f 150, ten einde voor die som Dr. W. Zuidema te belasten met de ordening van het nieuw-archief van het classicaal bestuur. Dat verzoek werd afgewezen, omdat het niet langs kerkdijken weg was ingekomen (Archievenblad KI blz. 106). In 1903 werd het, thans langs kerkelijken weg, opnieuw inge diend. De Synodale commissie rapporteerde daaromtrent het volgende: „Onze Provinciale Correspondent heeft, door tusschenkomst van genoemd Provinciaal Kerkbestuur, inlichtingen verzocht omtrent het door Dr. W. Zuidema verlangde honorarium voor dit werk. Uit de overgelegde stukken is gebleken, 1°. dat Dr. W. Zuidema bereid is dit werk te doen voor een honorarium van 2.50 per dag; 2°. dat het werk in twee dagen kan geschieden als men verlangt de losse stukken, in doozen bewaard, naar tijdsorde te doen rangschikken en de bundels stukken van vóór 1820 van opschriften te voorzien, waaruit blijkt over welken tijd de inhoud loopt; 3°. dat er 814 dagen mede gemoeid zijn, wanneer men inhoudsopgaven verlangt, in dien zin, dat elke behandelde zaak wordt aangewezen; 4°. dat een alphabetische klapper, die alleen de behandelde zaken aanwijstna voltooiing der inhoudsopgavenin enkele uren er bij gemaakt kan worden; 5°. dat wanneer men verlangt eenen alphabetischen klapper, die alle in de stukken voorkomende wetenswaardigheden aangeeft, het zeer moeielijk te zeggen is, hoeveel tijd het werk zal kosten; 6°. dat het Classicaal Bestuur bedoelt eenen onder 5° genoemden klapper te doen maken en daarenboven de stukken te laten inbinden. Aangezien uit de lijst der gemeenten, die bijdragen hebben gegeven aan de Generale Kas, is gebleken, dat de gemeente Amsterdam dit met heeft gedaan; en deze gemeente in de hoofdstad van het land wel in staat is eene som van f 150 bijeen te brengen, stellen wij U voor, dit verzoek af te wijzen." i) Zie over dit depot in de Nieuwe Kerk te Groningen: Van Rhijn, Register van het archief der Kerkvoogd ij te Groningen. Voorbericht.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1905 | | pagina 32