132 Art. 10. Archiefstukken, die alleen in schrift bestaan, mogen niet anders geraadpleegd worden dan onder toezicht en ter plaatse, waar zij bewaard worden. Yan deze bepaling kan dispensatie verleend worden door de Alge- gemeene Synodale Commissie. Eene bepaling, als de eerste alinea van art. 10 bevat, behoeft geen rechtvaardiging. Zij geldt overal, waar het archiefwezen behoorlijk geregeld is. Evenwel moet een uitzondering op den regel mogelijk zijn. Het geval kan zich voordoen, b.v. bij processen, dat manuscripten in originali moeten worden overgelegd. In der gelijke mogelijkheid voorziet de tweede alinea van art. 10. Er blijft nu nog over eene bepaling op te nemen, regelende de kosten aan de uitvoering van dit Reglement verbonden. Art. 11. De kosten van het toezicht op de kerkelijke archieven worden ge dragen door de Nederlandsche Hervormde Kerk. Jaarlijks stelt de Synode, op voorstel der Algemeene Synodale Com missie, daarvoor een zeker bedrag beschikbaar. Men behoeft nog niet te zeggen „in cauda venenum", om te erkennen, dat men met dit laatste artikel de kwestie van het archiefwezen aan hare neteligste zijde raakt. Het toezicht op het archiefwezen moet geld kosten. En het mag niet veel geld kosten. Mede om de aanzienlijke uitgavendie zij in bet vooruit zicht stelde, vond de regeling, waarover ten vorigen jare het oordeel der Kerk werd gevraagd, een ongunstig onthaal. De regeling, die nu te ontwerpen wasmoest daarom zooveel mogelijk die klip omzeilen. Daarnaar is ernstig gestreefd. Ook voor de uitvoering van dit Reglement is geld noodig, maar niet zóóveel, dat dit de krachten der Kerk zou te boven gaan. Bij een oordeel kundige wijze van werken, zal er niet zooveel meer noodig zijn, als de Synode van 1903 nu reeds voor het archiefwezen aan de Synodale Commissie heeft toegestaan, n.l. f 1500. De kosten, die tengevolge van dit Reglement gemaakt zullen moeten worden, zullen voornamelijk bestaan in reis- en verblijfkosten van Besturen of Commissies uit Besturen, die archieven gaan inspecteerenen in schrijf- of drukloonen. Als nu per jaar het archiefwezen van ééne groote of twee kleine provinciën onder handen genomen wordt, dan kan er met f 1500 nog al iets geschieden. De persoonlijke 133 kerkvisitatie kost voor de geheele Kerk ruim 6000. Als nu de Synodale Commissie jaarlijks door eene Commissie uit haar midden het archief van één Provinciaal Kerkbestuur laat inspecteeren en aan het Provinciaal Kerkbestuur opdraagt dit te doen met de Classicale archieven in zijn ressort, terwijl de Classicale Besturen de Kerkeraads-archieven nagaan, dan neemt dit zeker niet meer aan reis- en verblijfkosten dan f 800. Er blijft dan nog 700 over en van dat bedrag zal zeker niet alleen het schrijf- en drukloon kunnen worden betaald, maar kan ook wel twee- a driehonderd gulden worden gebruikt voor diverse uitgaven, zooals b.v. het herstellen van kostbare archiefstukken. M. a. w. men kan met f 1500 toe. En heeft men dit bedrag jaarlijks ter beschikking en wordt het eenige jaren achtereen op de aangeduide wijze besteed dan komt men niet alleen allengs op de hoogte van den toestand, maar zullen ook de ergste gebreken langzamerhand uit den weg kunnen worden geruimd. Gaarne wordt toegegevendat men de zaak veel krachtiger zou kunnen aanvatten en veel sneller resultaten zou kunnen krijgenmaar dan moest men over ruime middelen beschikken kunnen. Nu dit niet het geval is, zal de verbetering van het archiefwezen langzamer gaanmaar ook zonder te groote geldelijke offers van de kerk kunnen geschieden. In art. 11 is niet gezegd, ten laste van welk Fonds of welke Kas de uitgaven voor het toezicht op de archieven moeten worden gebracht. Het werd beter geacht de beslissing hiervan aan de Synode over te laten. Om dezelfde reden is geen minimum of maximum gesteld voor het door de Synode te bepalen bedrag." Over dit concept-reglement bracht Prof. Gooszen, namens de Com missie tot de nieuwe wetsvoorstellen in de vergadering der Synode van 6 Augustus 1804 een rapport uit, dat drie dagen later aan de orde werd gesteld. In dit rapport wordt o.a. het volgende gezegd: „Uwe Vergadering zal het wel met ons eens zijn, dat wij in het voorgedragen concept met geen gewoon stuk werk te doen hebben. De artikelen zijn elk op zich zelf zorgvuldig geformuleerd; hun natuurlijke volgorde en samenhang doen aangenaam aande toelichtingen er bijgevoegd zijn even duidelijk als zakelijk. Wij kunnen niet anders dan in de eerste plaats een woord van dank uiten voor de moeitedie door de Commissie- Bruins aan het Reglement is besteed en van oprechte waardeering van deze vrucht van haar werk, een woord, waarvan wij ons vleiën, dat Uwe Vergadering het zal willen overnemen. De beginselen, die de Commissie oordeelde te moeten voorop zettenzjjn door haar streng

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1905 | | pagina 28