130 Van de inventarissen der kerkeraads-archieven wordt een afschrift gezonden aan de Classicale Besturen, van die der Classicale Besturen aan de Provinciale Kerkbesturen, van die der Provinciale Kerkbesturen aan de Algemeene Synodale Commissie. Inventariseering der archieven behoort tot de niet te verwaar- loozen conservatoire maatregelen en behoort dus te worden voor geschreven. Ook behoeft het geen betoog, dat de Besturen die toezicht oefenen, in het bezit moeten zijn van afschriften der inventarissen van de archieven, waarover hun toezicht gaat. Toch schijnt het onnoodig de afschriften van alle inventarissen bij de Algemeene Synodale Commissie te brengen. Het kan voldoende gerekend wordendat de Besturen afschrift ontvangen van de inventarissen van die archievenwaarop zij rechtstreeks hebben toe te zien. Art. 7. Uit de afschriften der inventarissenin het vorige artikel genoemd wordt door de Algemeene Synodale Commissie, met behulp der Classicale Besturen en der Provinciale Kerkbesturen een inventaris opgemaakt van de stukkenin de verschillende kerkelijke archieven aanwezigdie geacht moeten worden van algemeen kerkelijk belang te zijn. Het mag onnoodig geacht worden een algemeenen inventaris te maken van den inhoud van alle kerkelijke archieven. In de meeste archieven toch is zeker het meeste van zuiver lokaal belang. Maar wel is het noodig, dat, wat voor heel de Kerk en hare historie van beteekenis is, worde geïnventariseerd. De Algemeene Synodale Commissie komt zoodoende te weten, welke gewichtige documenten er zijn en waar zij zijn te vinden; terwijl zulk een inventaris een kostelijk hulpmiddel kan zijn voor historisch onderzoek. Handelen de artt. 47 over het bewaren der archieven, in de artt. 810 worden enkele regels gesteld voor het gebruik daarvan. Art. 8. Geene kerkelijke archieven of gedeelten van kerkelijke archieven worden in bruikleen afgestaan. Waar zulks reeds plaats gevonden had vóór de invoering van dit Reglement, worden de in bruikleen afgestane kerkelijke archieven of gedeelten daarvan terstond teruggevorderd of althans na het verstrijken van den termijn, waarvoor zij in bruikleen zijn gegeven. Dispensatie van deze bepalingen kan alleen door de Algemeene Synodale Commissie worden gegeven. 131 Alle in-bruikleen-geving moet door eene schriftelijke akte geconstateerd worden. Dit artikel is gericht tegen het overbrengen van kerkelijke archieven naar de archieven van het Rijk, de provincie of de gemeente. Bij het voorschrift omtrent het terugvorderen van reeds in bruikleen afgestane archievenmoest te rade gegaan worden met de artt. 1787 en 1788 B. W. Door die artt. wordt het voorschrift van art. 8 gedekt. De tweede alinea is aan art. 8 toegevoegdom de mogelijkheid van het in bruikleen geven van archieven niet voor goed buiten te sluiten. Er laten zich omstandigheden denken, waarin de in-bruikleen-geving wenschelijk zou moeten worden geacht. De derde alinea werd opgenomenom te voorkomendat een bewijs van de in-bruikleen-geving zou ontbreken. Art. 9. De Besturenonder wier beheer de archieven staanbepalen aan welke personen en onder welke voorwaarden zij toegang tot hunne archieven zullen verleenen en het gebruik daarvan zullen toestaan, behoudens het bepaalde in art. 10. Toegang tot de kerkelijke archieven en het gebruik der archiefstukken mag niet worden geweigerd aan hen, die, krachtens de bepalingen van dit Reglementtoezicht uitoefenen op de archievennoch aan henaan wie door de Algemeene Synodale Commissie toegang tot en gebruik van een bepaald archief is verleend. Zijaan wie de toegang tot en het gebruik van eenig kerkelijk archief is toegestaanverbinden zich schriftelijkdaaruit niets openbaar te maken zonder verlof van het Bestuur, welks archief het is. De eerste alinea vloeit voort uit het in dit Reglement erkend recht der Besturen op het beheer en het gebruik hunner archieven. De tweede alinea tot „noch aan hen" enz. volgt uit het recht van toezicht, dat bij dit reglement aan de Algemeene Synodale Commissie is toegekend; terwijl de laatste zinsnede dient om te voorkomendat de kerkelijke Besturen niet noodeloos de studie van hunne archieven verhinderen. De Algemeene Synodale Com missie moet ten slotte den toegang tot en het gebruik van een archief aan een historicus of aan wien dan ook kunnen verzekeren. Met de derde alinea wordt de geheimhouding verzekerd van archiefstukkenwier openbaarmaking in het nadeel van de kerk zou kunnen zijnof om andere redenen beter achterwege blijft.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1905 | | pagina 27