76
in Brabant, Namen, Luxemburg J) en Vlaanderen, en de papiers d'Etat
et de 1' Audience. Dit zijn de belangrijkste verzamelingen van het Brus-
sel8che rijksarchief en de stukken, die er deel van uitmaken, ik herinner
er aan, dat de rijke collectie cartularia tot de archieven der rekenkamers
behoort zijn grootendeels van dien aard, dat hunne raadpleging vooral
door repertoria en regestenlijsten mogelijk wordt en nut afwerpen kan.
Bij eene diergelijke verzameling vooral is eene uitgave der oude inventa
rissen op hare plaatsen elk historicus behoort den heer Cuvelier dank
baar te zijn, die hem in de gelegenheid stelt, zonder het Brusselsche
rijksarchief bezocht te hebben, te constateeren, welke indices hij persoonlijk of
schriftelijk zal hebben te raadplegen voor het door hem in te stellen onderzoek.
Wij archivarissen hebben reden den heer Cuvelier nog in het bijzonder
dankbaar te zijn, omdat de door hem bewerkte Inventaire des
inventaires een model is, dat elke archiefbeheerder wel zal doen
te volgen, als hij voor zijn depot eene lijst der oude en nieuwe inventa-
tarissen ontwerpt. De toelichting bij elk nummer der lijst, de vermelding
der deelen, wier inhoud in een der inventarissen nader omschreven is, de bijge
voegde opgaven omtrent de elders berustende inventarissen en omtrent
de vergelijking tusschen de oude en de nieuwe benamingen der voornaamste
archiefstukken maken dit werk tot wat het inderdaad zijn moet, een gids
voor ieder, die deze afdeeling van het Brusselsche rijksarchief te raad
plegen heeft.
Ten slotte hebben wij de Belgische Regeering onzen dank te brengen,
dat zij, blijkens de toezending van een exemplaar van dit werkhet
Nederlandsch Archievenblad heeft opgenomen in de lijst der
personen en corporatiën, aan wie zij presentexemplaren harer uitgaven
op archiefgebied zendt. Wij spreken den wensch uit, dat de Nederlansche
regeering bij de verspreiding harer uitgaven zich even vrijgevig tegenover
buitenlaudsche tijdschriften gedragedat meerdere bekendheid in het
buitenland, met wat in Nederland wordt geschreven, gewen3cht is, is nog
onlangs door prof. J. W. Muller (Museum, 11e jaarg. kol. 462) met
klem van redenen betoogd.
R. Fruin.
Berichten.
Benoemd bij 's Rijks archief in Noordholland tot concierge-boekbinder
en bediende J. W. Piepers agent van politie te Haarlemen bij 's Rijks
archief in Noordbrabant tot concierge-binder: II. Wagenaar, thans binder
portier bij dat archief, en tot klerkJ. H. Duysinga te 's Hertogenbosch.
x) Volgens Langlois en Stein (Les archives de 1' histoire de France
blz. 658) behooren de charters, afkomstig van de graven en hertogen van Luxemburg,
tot de eerste afdeeling van het Algemeen rijksarchief.
77
Benoemd tot lector in de algemeene geschiedenis der middeleeuwen,
de diplomatiek, de palaeographie en aanverwante hulpwetenschappen der
geschiedenis aan de rijksuniversiteit te Utrecht: dr. O. Oppermann te Keulen.
Bij het thans door de Regeering bij de Tweede Kamer aanhangig
gemaakte ontwerp tot wijziging der wet op het notariaat worden de
algemeene bewaarplaatsen, waarvan in art 69 der wet sprake is, gehand
haafd. Alleen zullen zij niet langer staan onder toezicht der arrondisse
mentsrechtbanken, wier functies in deze op Kamers van Toezicht overgaan.
De algemeene bewaarplaatsen blijven echter uitsluitend bestemd tot berging
der notarieele protocollen, die van 1811 of later dateeren; de oudere
protocollen zullen, zoo dit ontwerp wet wordt, naar de rijksarchiefdepots
worden overgebracht, die in 1917 ook de protocollen van voor 1842
(invoering der notariswet) zullen kunnen opnemen. Een en ander blijkt
uit het voorgestelde artikel 69a:
„De notariële archieven, welke van vóór de invoering der Fransche
wetgeving dagteekenen, zullen worden overgebragt naar s Rijks algemeen
archiefdepot te 's Gravenhage en naar de Rijksarchiefdepots in de provincies
of naar andere, bij algemeenen maatregel van bestuur nader aan te wijzen
archiefdepots.
„Bij dergelijken maatregel, zal de nadere regeling dier overbrenging
worden vastgesteld.
Na 16 October 1917 kan de in het eerste lid bedoelde overbrenging
bij algemeenen maatregel van bestuur worden bevolen ten aanzien der
notariële archieven, dagteekende van vóór 16 October 1842.
„Ditzelfde geldt voor de archieven der tengevolge der invoering van
deze wet afgeschafte kamers van notarissen.
„De bepalingen geldende voor de archiefdepots zijn op de daarheen
overgebragte notariële archieven van toepassing."
De publiciteit der onder een notaris berustende protocollen wordt
eenigermate uitgebreid door de toevoeging aan art. 42 van een nieuw
lid, luidende:
„Onze Minister van Justitie kan echter, onder door hem te stellen
voorwaarden, ook aan andere dan de in het eerste lid bedoelde personen
verlof verleenen, inzage te nemen, of afschriften of uittreksels te vorderen
van akten ouder dan zeventig jaar."
Naar het Nieuws van den Dag verneemt, is de ambtswoning
van den concierge bij het rijksarchief in Noordholland, een deel uitmakende
van de gerestaureerde Vleeschhal, onbewoonbaar verklaard.
1