Bibliographie der werken van Nederlandsche archivarissen over 1903 68 Autonomie der gemeenten In het Weekblad voor den Neder 1. Bond van Gemeente-Ambtenaren van 1 September j 1. leest men onder den titel „Gemeente-archivaris" het volgende met A. geteekende ingezonden stuk, dat wij als curiosum opnemen De vereeniging vr.n Archivarissen in Nederland zal nu eindelijk doen, of heeft bereids gedaan, wat zij reeds lang geleden had moeten doen, namelijk te trachten wijziging te krijgen van de 2e alinea van artikel 103 der gemeentewet. Beter laat dan nooit. Daarom verdient zij hulde, zij het ook, dat onze ingenomenheid niet onverdeeld is. In verband met de voorgestelde wijziging vervalt zij toch in een ander uiterste. Zij stelt namelijk voor een nieuw artikel 181 bis, waardoor zij hare leden, meeren- deels, haast uitsluitend Rijksarchivarissen in de Provincie, een brevet van bekwaamheid en alleen weten uitreikt, dat reeds daarom alleen de Minister de zaak niet zal entameeren. Terecht heeft de hoogleeraar Blok te Leiden gezegd, dat het doctoraat in de rechten niet enkel en alleen als eisch mocht gesteld worden, om in de archief- hierarchie te worden opgenomen. Er waren andere bekwaamheden toe noodig, en volgens hem won in deze zaak de historicus het ver van den jurist. Met die uitspraak mogen we het des te meer wraken in de Vereeniging van Archivarissen, dat zij dat art. 18Ibis durfde voorstellen. De heeren toonen daardoor een te hoogen dunk te hebben van hun bekwaamheden, en er spreekt eene zelf genoegzaamheid uit, welke hinderlijk is. Waarom niet een anderen weg ingeslagen; waarom niet voorgesteld, dat alle gemeenten boven een nader te bepalen getal zielen verplicht zullen zijn de zorg voor de archieven liefst tot het jaar der invoering van de Gemeentewet op te dragen aan een archivaris en dat de kleinere gemeenten provinciesgewijze zullen worden bijeengevoegd, wat de archieven betreft, tot districten, waarin één archivaris voor een zeker getal kleinere gemeenten fungeert Als zoodanig zouden we alsdan zelfs in overweging geven, dat vanwege de Rijksarchivarissen in de provincie, deze districtsarchivarissen werden uitgezonden. door prof. dr. H. Brugmans. E. var Birma. Plan tot het oprichten van een club in het begin van de vorige eeuw. Am8terdamsch Jaarboekje voor 1904, 8494. x) Ln deze bibliographie zijn niet opgenomen1°. De verslagen, door ver schillende archivarissen krachtens hun instructie uitgebracht, met de daarbij behoo- rende bijlagen. 2°. Studiën van geringen omvang, boekbeoordeelingeu enz. 3°. De artikelen, opgenomen in het Nederlandsch Archievenblad, die gemakkelijk in de inhoudsopgave zijn na te zien. Ter voorkoming van abuizen is toezending van overdrukken ten behoeve van deze bibliographie zeer gewenscht. 69 P. G. Bos. O verheidsbepalingen betreffende brood en bier. Groningsche Volks almanak voor 1904, 141182. J. C. Breen. De doleantie van een deel der burgerij van Amsterdam tegen den magistraat der stad in 1564 en 1565 (met wijlen A. J. M. Brouwer Ancher). Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap, XXIV, 59-200. Rechtsbronnen der stad Amsterdam. Werken der Vereeniging tot uitgave der bronnen van het oude vaderlandsche recht, Tweede Reeks, no. 4. 's GravenhageMartinus Nijhoff. 8°. C. W. Bruinvis. Nadere berichten over de familie van Everdingen. Oud-Holland, XXI, 57-60. Het geslacht Oudensteyn te Alkmaar en zijne verwantschap met het geslacht Elias. Overdruk uit het Algemeen Nederlandsch Familieblad. Rijswijk, Genealogisch-heraldisch Archief. Fol. Wapenborden in de Groóte Kerk te Alkmaar. Rijswijk, Genealo gisch-heraldisch Archief. Fol. De graaf van Leicester te Alkmaar. Oud-Holland, XXI, 15180. H. T. Colenbrander. Gijsbert Karei van Hogendorp in zijn rijpen leeftijd. Onze Eeuw, Mei, Augustus 1903. J. L. van Dalen. Nieuwe fragmenten van Dordtsche rekeningen. Bijdragen en Mede deelingen van het Historisch Genootschap, XXIV, 201220. De oude regeeringsvorm van Dordrecht, I. Bijdragen voor Nederlandsche geschiedenis en oudheidkunde, Vierde Reeks, III, 225 290. P. Doppler. Verschillende kleine studiën in De Maasgouw, Orgaan voor Lim- burgsche geschiedenis, taal en letterkunde, XXV, 1903. J. A. Feith. Wandelingen door het oude GroningenXIII. Bestaande en ver dwenen oude gebouwen. Vleeschhuis en lakenhal. Groningsche Volks almanak voor 1904, 77100. Jhr. Mr. W. C. A. Alberda van Ekenstein. T. a. p., 185198. A. J. Flament. Verschillende kleine studiën in De Maasgouw, Orgaan voor Lim- burgsche geschiedenis, taal- en letterkunde, XXV, 1903.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1904 | | pagina 40