50 1 Algemeene Secretarie. 2°. Generale Thesaurie. 3°. Administratie der Convoyen en Licenten. 4°. Administratie der Nassausche domeinen. Bij Kon. deer. van 22 Mei 1808 werd het Departement van financiën gesplitst in 7 afdeelingente weten 1 Generale Secretarie. 2°. 1® divisie: Middelen te lande. 3°. 2® divisie: Onderzoek en liquidatie der middelen te lande. 4°. 3® divisie: Convoijen. 5°. 4® divisie: Domeinen. 6°. Provisioneel-bureau voor de introductie van het middel der verponding. 7°. Inspectie van het muntwezen. Het bestuur der schatkist was toevertrouwd aan een Direc teur-Generaal. Deze regelde de betaling van alle schulden van den Staat, zorgde dat alle achterstallen behoorlijk werden geïnd, en dat aan de verbintenissen, voor den publieken dienst aangegaan, nauwkeurig werd voldaan. Een gedeelte zijner werkzaamheden werd op den len Janu ri 1808 overgedragen aan eene Commissie van liquidatie der publieke schuld. Bij Kon. decreet van 31 Maart 1808 werd een Directeur-Generaal der publieke schuld benoemd, die belast was met de waarborging der publieke schuld 3) en moest waken voor de rechten van den Staat en zijne schuldeischers. Ter aflossing der publieke schuld strekte de Amortificatiekas. De administratie der nationale domeinen werd bij de wet van 13 April 1807 opgedragen aan rentmeesters, onder toezicht van Landdrosten en wel, die der voormaals Hollandsche domeinen, in de departementen Amstelland en Maasland gelegen, aan den Landdrost van Maasland, en die in de departementen Gelderland, Brabant, Overijssel, Zeeland, Utrecht en Drenthe aan de Landdrosten in die departementen. De administratie der posterijen maakte ook een deel uit der werkzaamheden van den Minister van financiën, maar werd beheerd door een Directeur-Generaal, geassisteerd door een Raad van administratie, bestaande uit drie leden en een secretaris. Deze Directeur-Generaal werkte dadelijk met den Minister van financiën, van wien hij onmiddellijk zijne orders ontving. 3) Bij Kon. decreet van 2 Februari 1809 werden „alle particuliere kassen, Kon. deer. van 27 Oct. 1807 en instructie van 4 Deo. 1807. 2) Art. 9 der Constitutie van 1806. 3) Kon. deer. van 7 Juli 1806, 20 Nov. 1806 en 2 Oct. 1807. 51 waaronder werd verstaan alle fondsen het Rijk aankomende, welke nog geen gedeelte der publieke schatkist uitmaakten, de plaatselijke- of gemeente kassen alleen uitgezonderd, gesupprimeerd, met bepaling, dat de voor die kassen verantwoordelijke personen in het vervolg zouden worden aan gemerkt als een integreerend gedeelte der publieke schatkist uit te maken." Daardoor werden alle rijksinkomsten onder één beheer gebracht. Het Kon. decreet van 23 Bloeimaand 1809 bracht hierin weer verandering. Bij dat decreet werd eene directie der publieke domeinen, bestaande uit twee afdeelingen, afgescheiden van het De partement van financiën, ingesteld. De eerste afdeeling behandelde de „zoogenaamde grafelijkheids domeinen van Holland, de overige provinciale domeinen en de domeinen, staande onder het beheer der Commissie van administratie te Breda" de tweede afdeeling behandelde de nationale domeinen, herkomstig van het Huis van Oranje-Nassau. Bij Kon. decreet van 31 Lentemaand 1809 no. 33, werd eene direc tie der douanes opgericht. De bureaux van het Departement van financiën, die betrekking hadden op de douanes en de convoyen en licenten, werden onder de bevelen van den Directeur der douanes gebracht. Deze directeur was gemachtigd de onmiddellijke bevelen des Konings te vragen en moest den Koning mondeling kennisgeven van de uit voering der gegeven orders. Jaarlijks was hij van zijne administratie rekenschap verschuldigd aan den Minister van financiën. Na de inlijving bij Frankrijk werd de administratie in het voor malig Koninkrijk Holland geregeld bij Keizerlijk decreet van 18 October 1810. Voor het beheer der financiën werden benoemd: een Inten dant-Generaal voor de financiën en der publieke schatkist,3) een Rekwestmeester-Directeur der cen trale kas en een Directeur der publieke schuld. De Intendant-Generaal voor de financiën en der publieke schatkist werd belast met alles wat betrekking had „op de organisatie der open bare belastingen, op hunne repartitie, ophef en inning". Voor de zaken der publieke schuld werden bij Keiz. decreet van 23 Sept. 1810 ingesteld: een Raad van liquidatie, belast met het nazien en liquideeren van de niet geordonnanceerde achterstallige schulden, Nadat de „Directeur der registering en der domeinen" te 's-Hertogenbosch op den 29 Mei 1810, krachtens arrêté van 27 Mei 1810, alle domeinen en tienden in het departement der Monden van den Kijn en het arrondissement Breda onder zijn beheer had genomen, werd de eerste afdeeling van de directie der publieke domeinen ontheven van de behandeling der zaken, betreffende de domeinen, staande onder het beheer der Commissie van administratie te Breda. 2) Zie Keiz. deer. van 12 Nov. 1810 Hij was tevens president van het Syndicaat van Holland en is op den 1 Nov. 1810 in functie getreden.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1904 | | pagina 31