De departementen van Algemeen Bestuur.
44
In verband met de bij Koninklijk bealuit van 16 Januari 1904, no.
30, bepaalde openstelling der archieven van de departementen van Alge
meen Bestuur, wordt het wenschelijk geacht om de inrichting dier de
partementen te beschrijven en daarbij de verschillende organisaties uitge
breider te behandelen, dan dit door Jhr. Mr. W. M. de Brauw in
zijn academisch proefschrift (Utrecht, 1864) is gedaan.
Ter wille der volledigheid loopt de navolgende beschrijving van het
Departement van financiën over het tijdvak 17981904, maar met het
oog op de beperkte ruimte, welke in dit tijdschrift kan worden afgestaan,
is het tijdvak 1846—1904 zeer beknopt behandeld. Alle onnauwkeurig
heden, in gemeld werk van Mr. de Brauw en in de Staatsbladen, Bij
voegsels tot de Staatsbladen en Staatscouranten voorkomende, worden in
deze beschrijving hersteld.
I.
Het Departement van financiën.
1. 1798—1813.
Ingevolge de Staatsregeling van 1798 moest het Uitvoerend Bewind
zich, ter volbrenging zijner werkzaamheden, bedienen van Agenten,
waaronder ook één voor de Financiën (art. 92). Hij werd door dat
Bewind aangesteld (art. 93) en belast met het oppertoezicht en de alge-
meene directie over het vak der financiën
Het bestuur over den ontvang der nationale inkomsten en de behee
ring der betalingen zouden worden toevertrouwd aan vijf Commis
sarissen der Nationale T r e s o r i e (artt. 98, 290). Aan die
bepaling is geene uitvoering gegeven. „De Nationale Thesaurie
moest volgens de Staatsregeling zijn eene inrichting, belast met de
administratie, voortvloeiende en een noodzakelijk gevolg van de
daarstelling eener Nationale kas, tengevolge van de le afdeeling van
den 6en titel geintroduceerd en waarvan de oprichting en instandhouding
bij de 2e afdeeling, de wijze van beheering bij de 3e afdeeling, en
eindelijk de waarborg tegen alle vervreemding bij de 4e afdeeling van
den 6en titel der Staatsregeling waren bepaald en omschreven. Het
stelsel van algemeene belastingen en de daaruit voortspruitende alge-
meene kas, ingevolge het 210e artikel der Staatsregeling, behoorde te
zijn daargesteld, alvorens de middelen van administratie konden worden
in werking gebracht. Bovendien was de daarstelling der Nationale Thesaurie
niet volstrekt noodzakelijk, aangezien de Agent van financiën volkomen
in staat was om het Vertegenwoordigend Lichaam voldoende in te lichten,
Instructie van 17 Mei 1799.
45
aangaande den stand der kassen, en 's lands kas voldoende werd beheerd.
Was een nieuw stelsel van belastingen ingevoerd, dan zou 1°. de post
van ontvanger-generaal der administratie te lande zijn vervangen door de
Nationale Thesaurie, en 2°. de door het Vertegenwoordigend Lichaam
op den llen Januari 1799 vastgestelde instructie voor de commissarissen
der Nationale Thesaurie in werking zijn gebracht."
Het beheer der domeinen, herkomstig van den Vorst van Oranje-
Nassau, bij art. 19 van het Haagsche verdrag van 16 Mei 1795 door
de Fransche aan de Bataafsche republiek afgestaan werd opgedragen
aan den Agent van financiën. Bij het Departement van financiën werd
daarvoor een afzonderlijk bureau ingesteld, getiteld: Bureau der
Nationale domeinen herkomende van den Vorst van
Nassau.
Na het sluiten van het Haagsche Verdrag van 16 Mei 1795 ontstonden
spoedig geschillen met Frankrijk over het Markiezaat van Bergen op Zoom
en andere op Bataafsch grondgebied gelegen goederentoebehoorende aan
buitenlandsche vorsten, buitenlandsche geestelijke orden en Fransche
emigranten. Tot regeling van die geschillen werd eene Commissie
van het Uitvoerend Bewind tot regeling der ge
schillen en tot liquidatie der pretensie n, door de
Fransche Republiek op de geestelijke-, Paltzische-
en andere goederen binnen dit gemeenebest ge
maakt wordende, in het leven geroepen.2) Ten einde de door de
Fransche republiek gepretendeerde goederen te onttrekken aan de schraap
zucht en wandirectie van den door zijne knevelarijen zich zoo berucht
gemaakt hebbenden Franschen commissaris Daverding, werd het Uitvoerend
Bewind gelast om de noodige maatregelen te nemen aangaande de
beheering, administratie en verzekering dier goederen 3) Die beheering,
administratie en verzekering werd, bij instructie van 15 December 1798 4)
provisioneel aan voornoemde commissie opgedragen. 5) Zij heeft
als zoodanig van af den 21 Januari 1799 den dag waarop hare eerste
bijeenkomst werd gehouden den titel gevoerd van Commissie
van superintendentie en sequestratie wegens het
Bataafsch gouvernement, resideerende te Breda.
Zie de secrete besluiten van het Uitvoerend Bewind van 9 Juli 1800 en 27
December 1800het besluit van het Staatsbewind van 3 December 1802 en de
besluiten van de Eerste Kamer van 26 Mei 1800, 12 Nov. 1800 en 21 Febi. 1801.
2) Decreten van het Vertegenwoordigd Lichaam van 11 December en 22 December
1798Secreet besluit van het Uitvoerend Bewind van 15 December 1798.
3) Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam van 11 Decmber 1798.
4) Secreet besluit van het Uitvoerend Bewind van 15 December 1798.
s) Missive van den Agent van financiën van 25 September 1799publicatie van
8 Maart 1800.