42 niet anders, maar in Frankrijk, het land der centralisatie, staat het be ginsel van de autonomie der gemeenten zeker een rijkstoezicht niet zoo zeer in den weg. Uitmuntend is ook de bij ons reeds bestaande beperking der uitleening; maar dat de archieven alleen „au titre scientifiquo" ge raadpleegd kunnen worden, is wel wat ouderwetsch. Het is trouwens opmerkelijk, dat in het wetsontwerp de publiciteit der archieven zoo weinig op den voorgrond treedt. Uiterst ingrijpend is daarentegen het verbod van vernietiging van niet in een rijksdepót opgenomen archieven; vermoedelijk heeft het ontwerp hier alleen het oog op archieven van publiekrechtelijke autoriteiten gezegd wordt dit echter niet. Op goede gronden is door den heer Cuyelier bezwaar gemaakt tegen de verdeeling der departementale archivariaten in klassen, zoodat men om tot eene hoogere klasse en dus tot eene betere bezoldiging te geraken van het eene departement naar het andere moet worden verplaatst. Terecht zegt de heer Cüvelier, dat eene regeling, die het den archivaris mogelijk maakt aan zijn eigen depot op te klimmen, verre de voorkeur verdient Iets anders is natuurlijk de overgang naar de Archives nationales te Parijs, wat voor eiken archiefambtenaar de meest begeerde positie is. Zeer eigenaardig is de bepaling, dat men beginnen moet in eene ondergeschikte betrekking aan de Archives nationales om de noodige praktische kennis op te doen. Het denkbeeld komt vrijwel overeen met dat van de vergadering van rijksarchivarissen, dat men niet tot archivaris benoembaar zij dan na een stage aan een der rijksarchievennet verschil is, dat de Fransche surnumerairs eenige bezoldiging zullen genieten. Yan groot belang voor de nieuwe regeling is eindelijk het beginsel, dat het rijk de bezoldiging der departementale archivarissen en de kosten van de verzorging der rijksarchieven in de departementen voor zijne reke ning neemt. Do verkeerde gevolgen van het tot dusver gehuldigde stelsel zijn reeds vroeger door Wiegand (B e z i r k s- und Gemeinde- Archive im Elsass, blz. 11 en 12) in het licht gesteld. In dat opzicht zijn wij Frankrijk ver vooruit. Dank zij de energie van onze regeering zijn sinds 1890 alle provinciale depots onder rijksbeheeren daaraan is zeker de groote verbetering in den toestand der provinciale archieven te onzent, vergeleken met vroeger, te danken. Wat thans in Frankrijk wordt voorgesteld voor de departementale archieven, verdient hier te lande voor de gemeentearchieven overwogen te worden. Het be zwaar, dat in Frankrijk een archivaris bij eene verplaatsing van het eene J) Eenigermate wordt aan dit bezwaar tegemoet gekomen door de bepaling van de laatste alinea van art. 17 „Dans 1' intérêt dn service, un archiviste peut être appelé dans un poste d' une classe supérieure a sa classe personelle ou être maintenu dans un poste d'une classe inférieure a sa classe personnelle; dans tous les cas, il reQoit le traitement attribué a sa classe personnelle." 43 departement naar het andere of naar de Archives nationales ondervindt, geldt hier evenzeer voor den overgang van een gemeentearchivaris naar eene andere gemeente of naar een rijksarchief en omgekeerd. Wat betreft de reorganisatie der Ecole des chartes, zij heeft reeds dadelijk tegenspraak gevonden bij haar directeur Paul Meyer, die voor namelijk opkomt tegen de onpraktische wijziging van den historischen naam der school. Overigens is omtrent de reorganisatie, zooals men zich die voorstelt, weinig bekend. Het zou zeker te bejammeren zijn, zoo men allen wilde uitsluiten, die niet voornemens zijn archivaris of bibliothe caris te worden. Ook anderenhistorici b.v. en in het algemeen zijdie later in archieven onderzoekingen wenschen in te stellenkunnen uit het bezoeken der school groot nut trekken. Maar dan moet de toegang tot de school ook geheel vrij zijn, zoodat de aanstaande archivarissen niet ter wille van anderen kunnen worden uitgesloten. Dat alleen zijdie een diploma als archiviste-bibliothécaire bezitten eene wetenschappelijke betrekking bij het archiefwezen kunnen verkrijgen, is een beginsel, dat reeds vroeger behalve voor de hoogste rangen in Frankrijk gold. Hoelang zal het duren, eer in Nederland een diergelijk voorschrift tot stand komt? Gelijk men weet, bestaat ook in België de eischdat het examen voor candidat-archiviste met goed gevolg moet worden afgelegd. Dat examen loopt echter slechts over weinig vakken en thans doen zich in België stemmen hooren om het uit te breiden ook tot de rechtsgeschiedenis en de archiefwetenschap. De heer Cüvelier pleit in zijn bovenaangehaald artikel daarvoor, en ik wil niet eindigen zonder hier zijne ook voor ons behartigenswaardige woorden te herbalen „Tout en me réservant de revenir sur cette questionje ne citerai aujourd'hui que 1' histoire du droit et le service des Archives, en d' autres termes 1' archivé- conomie. Dans un pays dont la majeure partie des archives se rapportent a des institutions judiciaires, 1' utilité d'un cours d'histoire du droit n'a pas besoin d'etre démontrée. Mais ce qui est plus indispensable encore aux archivistes, c'est un cours d'archivéconomie. Le jeune docteur en histoire, candidat-archivisteignore aujourd 'hui le premier mot de la science des archives. Et cependant, elle existe, cette science. Yoyez les cours de 1' Ecole des Chartesceux de 1' Ecole des Archivistes a Marbourg Que de temps gagné, que de tatonnements évités, que d'unite et d' ensemble acquis au point de vue de la méthode, si un enseignement théorique pouvait précéderdans ce domaine aussila pratique R. FRUIN. „Le programme des matières de la 2e épreuve du doctorat en histoire comprend une branche au choix du récipiendaire. Ne pourrait-on remplacer celle-ci, pour les jeunes docteurs se destinant aux Archives par un cours obligatoire d' archivéconomie

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1904 | | pagina 27