254
Ten slotte is het aangenaam te kunnen mededeelendat Heeren
Regenten van het Stadsziekenhuis besloten hebben de teruggevonden
bescheiden een veilige bewaarplaats te geven.
De Italiaansche staat doet gelijk bekend is, in de laatste jaren voel
moeite om belangrijke kunstvoorwerpen, documenten, enz., voor het land
te behouden en ziet niet op tegen ingrijpende maatregelen, om dit te
bereiken. Hieraan is het ook thans weer te danken, dat de verkoop van
het familie-archief der Orsini verijdeld is, zoodat dit thans naar alle waar
schijnlijkheid wel in zijn geheel in het bezit der stad Rome zal overgaan.
De schuldeischers, die sedert 1898 dit archief beheeren, hebben reeds
lang met de stad Rome onderhandeld, maar men kon het over den prijs
niet eens worden, en. het lange wachten moede, hadden zij besloten, het
geheel maar in het openbaar te verkoopen. Op grond van de wet van
1902, die tegen de openbaarmaking van Crispi's papieren gericht is en
verbiedt, dat documenten van den staat verstrooid of verborgen worden,
heeft de regeering dit echter verboden. Feitelijk kunnen de documenten
van het archief der Orsini wel niet onder die van den staat gerekend worden,
maar de regeering neemt het zoo nauw niet, en in ieder geval is nu tijd
gewonnen, om het noodige geld nog bijeen te brengen of andere maat
regelen te treffen. Zeker zou het jammer zijn, indien dit archief verspreid
werd. De Orsini toch behooren met de Celonna's, Crescenzi en Conti
tot de oudste Romeinsche geslachten, en de oorkondon van het archief
gaan dan ook tot de 11e eeuw terug. Verder bevat het een verzameling
van Italiaansche stadsrechten sinds de 13e eeuw, eene afdeeling diploma
tieke correspondentie, welker omvang op 110,000 brieven geschat wordt,
benevens een belangrijke verzameling handschriften van bizondere personen,
o.a. van Galilei, die op last van koning Umberto openbaar gemaakt
moesten worden, hoewel tot op heden het plan van uitgaaf niet iè vast
gesteld. De vraag is nu maar, of de schuldeischers zich bij het besluit
der regeering zullen neerleggen.
In het jaar 1903 hebben in de Pruisische staatsarchieven ambtshalve
1457 (in 1902: 1229) onderzoekingen plaats gehad, en ten dienste van
particulieren 3318 (in 1902: 2993). De laatsten omvatten 1187 (in
1902: 1071) onderzoekingen, door particulieren persoonlijk in de archieven
ingesteld, en 2131 (in 1902: 1922), die schriftelijk werden aangevraagd
en beantwoord. Het getal bezoekers bedroeg 2810 (in 1902: 2542), die
in het geheel 13653 (in 1902: 13951) dagen aanwezig waren.