242 gehoord" is vervangen door„den rijksarchivaris in de provincie gehoord". Dit scheen juister, daar het natuurlijk de bedoeling is, dat Gedeputeerde Staten alleen den rijksarchivaris in de betrokken provincie zullen hooren. Literatuur-kroniek. Jaarlijksch Verslag van den toestand der Vereeniging tot uit breiding en instandhouding der Zaanlandsche Oudheidkundige Verzameling „Jb. Honig Jsz. Jr." te Zaandijk, over 19021903. Deze vereeniging kreeg een belangrijke aanwinst door de schen king van het geheele archief van het Brandassurantie-contract van Molens cum annexis, welk contract 24 December 1733 voor den notaris Pieter Leur te West-Zaandam was gesloten en 23 April 1903 ontbonden werd. De stukken worden vermeld onder de num mers 14, 19, 2325, 71 en 72. Zij zijn van veel waarde voor de kennis van de thans verdwijnende molenindustrie. De commissie heeft zich alleen bepaald tot schifting en scheiding en zich van vernietiging onthouden. „Er zal natuurlijk wel het een en ander onder zijn, dat niet behoeft te worden bewaard, maar dit is beter in lateren tijd te bepalen." O. W. Bruinvis. Naamlijst van de leden der Regeering, de Secre tarissen en Ontvangers van Alkmaar sedert 1795. Niet in den handel. Hierin worden de leden der Regeering, in drie rubrieken ver deeld, opgenoemd: 1. Justitie, 2. Vertegenwoordiging der burgerij, 3. Dagelijksch bestuur. Daarna volgt een lijst der secretarissen en der thesauriers of ontvangers, en ten slotte een naamregister. C. W. Bruinvis. De Alkmaarsche Vroedschap tot 1795. Niet'in den handel. In het Voorbericht wordt meegedeeld, dat de lijsten der Alk maarsche vroedschap lijden aan onvolledigheid, onnauwkeurigheid en onderlinge tegenstrijdigheid. Daarom heeft de archivaris der gemeente goedgevonden een nieuwe lijst samen te stellen, beginnende met 1436 en eindigend met 1795, aansluitende bij zijne Naamlijst der Regee ring sedert laatstgenoemd jaar. Hij heeft tevens aangegeven, „hoe in verschillende tijden de samenstelling der vroedschap geregeld was en door welke autoriteit de benoeming harer leden geschiedde". Gegevens over het tijdvak 1451 1518 ontbreken, die over 1518 1530 zijn onvolledig. Achterin bevindt zich een naamregister. 243 M. G. Wildeman. Het Lidmatenboek van de kerk der Vrijheer- lijkheid Oijen (N.-B.), 1726 1826 (met doopinschrijvingen van 1756 1825). Overgedrukt uit het Maandblad van het Genealogisch-heraldiek genootschap „De Nederlandsche Leeuw", 1903. Het origineele register is gebonden in een vrij wel verweerden perkamenten band, waarop het wapenschild der familie Sweerts zich bevindt. Het begint met de opnoeming van alle lidmaten, die bij de aanvaarding der bediening door Ds. Mulder 1726 te Oijen aan wezig waren. Daarna volgt eene opsomming van wetenswaardige bijzonderheden, alphabetisch gerangschikt naar de voornamen. Beide gedeelten zijn door den heer Wildeman zooveel mogelijk tot één geheel verwerkt. De doopinschrijvingen, beginnende met 1756, dragen tot opschrift: „1811. Op den Eersten Maart het doopboek op last van den keizer aan den Maire D. M. van der Kaaij heb bende moeten overgeven, zijn de volgende doopelingen uit hetzelve door mij afgeschreven." Daar er volgens Vorsterman van Oijen op de secretarie van Oijen een doopboek der gereformeerden aan wezig moet zijn, dat reeds met 1726 begint, zijn deze doopinschrij vingen dus niet een volledig afschrift van het oorspronkelijke doop boek. O. G. Chavannes. Catalogue de la Bibliothèque wallonne, déposée a Leyde. 4e supplément 18901901. Leyde, Eduard IJdo, 1902. In dezen catalogus komen, behalve vele afschriften en afdrukken van doop- en trouwboeken van Waalsche gemeenten, ook enkele stukken voor, die deel uitmaken van het archief der „Commission wallonne". Zie Afdeeling II. Histoire der Eglises wallonnes des Pays-Bas. Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen, Jaargang I, nrs. 36. AntwerpenGent, De Nederlandsche Boekhandel, 1903. Hierin komt op blz. 266 vlg. een beschrijving voor van de stadsbibliotheek te Mechelen, waarin ook het stedelijk, archief ge borgen is. Wat het laatste betreft, wordt het volgende meegedeeld „In de grootste zaal gelijkvloers, die eertijds tot gerechtszaal diende, staan de archieven gerangschikt. Er zijn 4665 manuscripten, allen geschreven in het gebouw, dat hun heden tot bewaarplaats strekt. Naar de verklaring des heeren Gachard, is deze collectie in België eenig in haar soort. De geschiedenis der stad Mechelen van 1311 tot 1793 ligt er tot in de minste bijzonderheden in neergeschreven." Tot voor veertig jaar lag het archief ergens in een kelder van het stadhuis in groote wanorde verspreid. De heer Victor Hermans o

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 11