220
Tn deD nacht van 14 op 15 Maart heeft in het stadhuis te Delft een
brand gewoed, waarbij de secretariskamer geheel is uitgebrand. De brand
heeft eenige geringe waterschade veroorzaakt in het Museum; het archief
heeft gelukkig niets geleden. Alleen zijn de in de kamer van den se
cretaris opgeborgen stukken van den loopenden dienst van het St.-Joris-
gasthuis verbrand, benevens een aantal juridische boekwerken.
In den avond van 9 April ontstond er een begin van brand in het
gemeentelijk archiefgebouw te Leiden, en wel in de werkkamer, waar
eene werkvrouw bezig was. De brand werd gelukkig door voorbijgaande
menschen in den aanvang onderdrukt, zoodat de brandweer geen dienst
behoefde te doen.
In de Ommelander courant leest men het volgende
„Te Hoogezand heeft de Gemeenteraad besloten tot vergrooting van
het Gemeentehuis aldaar; de kosten daarvoor zijn geraamd op f 7000.
Het gebouw werd te klein en er was geene gepaste bergplaats voor het
archief.
Een der Raadsleden was van meening, dat voor het archief wel een
afzonderlijk hokje kon worden gebouwd, en anders moest men „den
boel maar opbranden"
In December 1903 zijn aan de inteekenaren verzonden de historisch-
statistische schetskaarten nrs. 8, 12, 17 en 22.
Den 10 April jl. is op initiatief van den heer Henri Stein te
Parijs eene vergadering van Pransche archivarissen gehouden, waar
van het doel was de oprichting eener „Association amicale profession-
nelle des Archivistes". Wij hopen later van die bijeenkomst verslag te
geven.
De heeren Rosman, assistent aan het Zweedsche rijksarchief, en Hedin,
assistent aan het archief der rekenkamer van Zweden, hebben een archief
bureau opgericht, dat ten doel heeft aan belanghebbenden ook in het X
buitenland inlichtingen te geven van historischen, genealogischen en statis-
tischen aard.
221
De heer H. O. Yos Leibbrandt, archivaris van de Kaapkolonie,
wijst in zijn jaarverslag op de wenschelijkheiddat de regeering voor
ziening make om hem in staat te stellen afschriften te doen vervaardigen
van de stukkendie in het Algemeen rijksarchief in den
Haag berusten en die van belang zijn voor de geschiedenis van de
Kaap de Goede Hoop.
De gelegenheid om oude archieven op te ruimen neemt steeds toe
specialiteit in dat vak schijnt de familie Lierens te zijn. Namen wij eene
vorige maal eene advertentie van Hartog Lierens over (zie blz. 64),
thans vestigen wij de aandacht op een soortgelijk product van J. 8.
Lierens, die het volgende schrijft:
„Machinale vernietiging. Belangrijk bericht. Door deze maak ik
UEd. opmerkzaam op de hooge prijzen welke ik betaal voor alle soorten
oud papier, zijnde voor grove en witte Snippers, beschreven en
bedrukte Boeken, Kantoorboeken, Archieven en Documenten. Tevens
maak ik UEd. opmerkzaam op de bijzondere inrichting tot het vernietigen
van alle soorten oud papier, waarvoor 4 Machines van de nieuwste
constructie dagelijks in werking en voor belanghebbenden te bezichtigen
zijn. Alles wordt kosteloos gepakt van huis gehaald en machienaal ver
nietigd, bij groote partijen geschiedt zulks op verlangen aan huis. Hoofd
kantoor: Wijde Lombardsteeg No. 8. UEd. Dw. Dr., J. S. Lierens."
Deze circulaire wordt te Amsterdam op ruime schaal verspreid.
De autoriteiten hebben dus toe te zien, dat geene gemeentelijke of kerke
lijke besturen of ambtenaren van deze zoo gunstige gelegenheid gebruik
maken.
Bericht van de Uitgevers.
Naar wij vernemen, heeft de zinsnede in het prospectus van het
Handboek der Nederlandsche Palaeographie, waarbij de mogelijkheid van
de uitgifte van nieuwe platen na de voltooiing van het werk wordt ver
ondersteld, aanleiding gegeven tot de misvatting, als zoude men, door
voor het Handboek in te teekenen, zich tevens verplichten deze nieuwe
platen aan te koopen. Dat is echter de bedoeling niet. Het Handboek
zal, gelijk thans is overeengekomen, 28 platen bevatten. Zoo later nog
meer platen mochten verschijnen, zal ieder vrij zijn zich deze al of
niet aan te schaffen.