206
een tapijt of vitrage-gordijnin hangenden toestand aan het branden
kan blus8chen.
Het voornaamste was echter het uitblusschen van een in brand
gestoken houten gebouwtje, geheel geteerd en van onderen voorzien met
houtkrullenterwijl nog een aantal latteneveneens geteerdtegen den
wand waren aangebracht; alles overvloedig met petroleum bespoten. Er
ontwikkelde zich in een oogenblik tijds eene kolossale vlamnog aange
wakkerd door den hevigen winddie op de open vlakte, waar de proeven
plaats vonden, het blusschen zeker niet gemakkelijker maakte Tot
verwondering en voldoening aller aanwezigen en ten bewijze van de
bluschkracht van het poederwerden de vlammen door het opwerpen
van den gedeeltelijken inhoud van slechts één fakkel in 2 of 3 seconden
gebluscht.
Al de proeven zijn uitstekend gelukt.
De voordeelen van de theofakkel zijn mijns inziens de volgende:
1°. de prijs is uiterst billijk, 5 gld. per stuk, terwijl men bij
bestelling van 6, 12, 24 stuks enz. eene belangrijke korting geniet;
2 de inhoud, een droog poeder, laat elk voorwerp,
waarmede het in aanraking komt, onaangetast, wat bij vloeibare brand-
bluschmiddelen niet het geval is;
3 zoover men den brand met een fakkel kan bereikengeschiedt
de blussching onmiddellijk;
4 is er geen kans, dat het middel, op het oogenblik dat men
het zou moeten gebruiken, zijn dieDst weigert. Immers de behandeling
is zeer eenvoudig en er is geen mechaniek aan de fakkel aangebracht,
dat defect kan raken; alleen hangt men het toestel eenvoudig ter plaatse,
waar men het eventueel bij de hand wil hebbenaan een stevigen haak
bij het gebruiken trekt men de fakkel af, en het deksel blijft aan den
haak hangen en onmiddellijk kan de fakkel, die dan geopend is 2), gebruikt
wordenwat geschiedt door den inhoud met kracht in het vuur op het
brandend voorwerp te werpen.
5°. Het werpen van poeder, gelijk mede uit een proef gebleken is
heeft ook preservatieven invloed, zoodat bijv. een tapgt met petroleum
gedrenkt, niet brandt op dc plaats waar het poeder was geworpen.
Verschillende hoofden van instellingen, o.a. de Directeur der Posterijen
te 's Gravenhage, hebben dergelijke fakkels besteld, en ik meende mijn
collega's een dienst te bewijzen door hun aandacht op dat bluschmiddel
te vestigen.
Maastricht. A. J. PLAMENT.
den fabrika fakkela bij den brand ziJn gebruikt worden ze gratis gevuld door
2) Het deksel is slechts met een dun draadje aan het toestel bevestigd.
207
Boekbespreking.
Mr. J. C. Overvoorde. Catalogus van de bibliotheek over Leiden
en omgeving. Leiden, Stoomdrukkerij Taconis. 1904.
De archivaris van Leiden verraste in de afgeloopen maand velen
met de toezending van dezen Catalogus, die op 774 blz. in 8°. de be
schrijving van niet minder dan 9266 nummers bevat. Deze is zonder
twijfel een bewijs van zijn groote werkkracht en van zijn ijver om het
archief, dat hij eerst sedert 1901 beheert, dienstbaar te maken aan de
studie der geschiedenis en administratie van Leiden. Gaarne voldoe ik
aan den wensch van den redacteur van het Archievenblad om dezen
catalogus hier te bespreken, en dit met te meer genoegen, omdat ik daardoor
in de gelegenheid gesteld werd door het bestudeeren van het boek systeem
en bewerking te toetsen aan de mijne, welke ik juist bezig ben toe te
passen voor de Rotterdamsche verzameling.
In enkele bladzijden geeft de bewerker een overzicht van het ontstaan
dezer bibliotheek en over de wijze, waarop hij haar geordend heeft. Nadat
in de 17e en 18e eeuwen door dedicatie en aankoop een kleine verza
meling was verkregen, die in 1795 slechts 106 nummers telde en grooten-
deels uit werken over rechtsgeleerdheid en geschiedenis bestond, werd eerst
in de 19e eeuw dit bescheiden bibliotheekje vermeerderd met eenige
Leidensia Daaraan werden een groot aantal keuren, afkomstig van de
oude raadhuisdrukkerij, toegevoegd en het geheel werd door de beide eerste
archivarissen van Leiden, Rammelman -Elsevier en Dozv, uitgebreid tot
een verzameling van beteekenis en van grooten omvang. Ook de tegen
woordige archivaris kocht aan, wat hem mogelijk was, en had bovendien
het geluk uit een opgeheven oude boekhandelszaak te Leiden vele afdee-
lingen belangrijk te kunnen aanvullen.
Bij de indeeling van den Catalogus heeft Mr. Overvoorde in hoofdzaak
het systeem gevolgd, waarnaar door hem de Catalogus der Dordtsche
bibliotheek (1898) werd samengesteld en dat hij weer ontleend had aan
Mr. Mullers Catalogus der bibliotheek over Utrecht, zooals blijkt uit de
voorrede van den Dordtschen catalogus. Slechts hier en daar is hij op
enkele ondergeschikte punten van zijn eerste opzet afgeweken, wat hem öf
door het gebruik öf door den aard der verzameling noodig bleek.
Terecht wijst de heer Overvoorde er op, dat volledigheid bij een
bibliotheek over een stad bijna niet te bereiken is; hij meende dus niet
langer te mogen wachten om dezen catalogus in het licht te zenden.
Ik meen het systeem van indeeling van den heer Muller algemeen
bekend te mogen onderstellen. Inderdaad voldoet het aan vele eischen