186 No. 1 van 1.groot register papier 4.520 5.700 25.76 2 - 0.75 3.857 5.010 19.32 d 3 -0.50 gewoon 3.120 4.000 12.88 4 - 0.25 halfvel 3.220 2.000 6.44 Art. 12. Aan het zegelregt in deze afdeeling behandeld, is, be houdens de na te melden bijzondere bestemming van het zegel van 25 cents onderhevig al het papier of perkement, gebruikt wordende voor minuten brevetten, grossen, expeditiën of afschriften, kopieën, dubbelen en uit treksels van burgerlijke-, geregtelijke-, buitengeregtelijke-, administratieve en onderhandsche akten, van arresten en memoriën zelfs in den vorm van brievenmemoriën van aangifte voor het regt van successie en het regt van overgang, en eindelijk in den uitgebreidsten zin, voor alle, hetzij openbare of andere stukken en geschriftenwelke eenigen titel regt of voordeel opleverenof tot eenig bewijs strekken kunnen. Het gezegeld papier, bij het vorig artikel onder no. 4 vermeld, kan echter niet worden gebruikt dan voor onderhands geteekende akten en geschriften, door of tusschen bijzondere personen of ambtenaren in hun persoonlijk belang, zonder tusschenkomst van eenig openbaar ambtenaar, opgemaakt, polissen van verzekering en bewijzen van verwaarborging daaronder niet begrepen. Op de bepalingen van dit artikel zijn geene andere uitzonderingen dan voor zoover betreft de minuten van alle besluiten en beschikkingen des Konings, de akten en verbalen der Staten-Generaalmitsgaders alle aktenregistersstukken en geschriftenwelke bij deze wet van het regt geheel vrijgesteld zijn of aan een ander zegelregt zijn onderworpen. Art. 13. Alle akten en geschriften, in het laatstvoorgaand artikel aangeduid, binnen dit Rijk opgemaakt, moeten gesteld worden op papier vanwege het Rijk uitgegeven. Bij overtreding hiervan is verbeurd eene boete van tien gulden door een bijzonder persoonen van vijf en twintig gulden door een ambtenaar, de overtreding in zijne betrekking begaan hebbende. Diegenen echter, die zich van ander papier, dan dat vanwege het Rijk uitgegeven, of wel van perkement, willen bedienen, kunnen het zelve doen stempelenalvorens daarvan gebruik te maken. Bij het stempelen van dat papier of perkement zal alleen de opper- 187 vlakte van hetzelve in aanmerking genomen worden, in dier voege, dat papier of perkement eene oppervlakte hebbende van 644 vierkante Nederl. duimen en minder, zal worden voorzien van een zegel van 25 centen; boven de 644 tot en met 1288 vierkante Nederl. duimen, van een zegel van 50 centen; boven de 1288 tot en met 1932 vierkante Nederl. duimen, van een zegel van 75 centen; boven de 1932 tot en met 2576 vierkante Nederl. duimenvan een zegel van één guldenen voorts bij opklimming van een zegel van 25 centen voor iederezelfs onvolledigereeks van 644 vierkante Nederl. duimen. Art. 14. Van de vergunning, in het laatst vorige artikel verleend, kan geen gebruik worden gemaakt door griffiers van den Hoogen Raad van Hoven, regtbanken of kantongeregtennoch door notarissen, procu reurs of deurwaarders. Het zal nogtans aan notarissen en andere openbare ambtenaren vrijstaan, ingeval zij, voor hunne acten en geschriftenperkement moeten gebruiken, hetzelve vooraf en op de wijze bij art. 13 vermeld van het zegel te doen voorzien, bedoeld bij no. 1, 2 of 3 van art. 11. Yoor iedere overtreding van dit artikel is verbeurd eene boete van vijf en twintig gulden. In het Voorloop ig v er slag op voormeld wets-ontwerp werd gezegd: Ad. Art. 12. De aanhef van dit artikel is onduidelijk voorge komen men stelt voor om de woordenbehoudens enz. tot cents te laten wegvallen en dan te lezenaan het zegelregt in het vorig artikel onder no. 1, 2 en 3 vermeld, is onderhevig. Ook enz. Ad Art. 14. De redactie van dit artikel is voorgekomen veelte wenschen over te laten. In het le lid wordt de bevoegdheid om zich van ander dan van Rijkspapier of wel van perkament te bedienen, wat de daarbij genoemde ambtenaren betreft, ontnomen, terwijl die vergunning met opzicht tot het gebruik van perkament, bij het 2e lid aan alle openbare ambtenaren wordt teruggegeven. Hierin ligt dus eene tegenstrijdigheid, die vermeden kan worden, wanneer de aanhef van het artikel aldus veranderd wierdVan de vergunning, in het vorige artikel verleend, kan, voor zooverre het papier betreft, geen gebruik enz.: wanneer het 2e lid geheel zou kunnen wegvallen, daar toch reeds bij art. 12 is gezorgd, dat stukken of geschriften door tusschenkomst van openbare ambtenaren opgemaakt, op geen mindere zegels dan van de le, 2e of 3e soort geschreven kunnen worden. Bij het nader ingediende Gewijzigd wetsontwerp werd le. in art. 11 opgenomen: het zegel van f0.15. Grootte van het papier, het vel opengeslagen. hoogte. breedte. oppervlakte. palmen. palmen. palmen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 22