144 De Jaarwredde van de archivaris der gemeente Leeuwarden is op nieuw geregeld. Bij raadsbesluit van 13 Maart 1900 was bepaald, dat die jaarwedde zou bedragen ƒ800 kf 1200, gelijk staande met hot trak tement van een adjunct-commies ter secretarie. Bij raadsbesluit van 27 October 1903 zijn de traktementen van de adjunct commiezen en van de archivaris gebracht op ƒ900 a ƒ1300. De Algemeene synodale commissie heeft den heer dr. G. A. Hulsebos te Utrecht uitgenoodigd zich gedurende één jaar te wijden aan de taak om de archieven van die gemeenten, welke de synodale commissie hem zal aanwijzen, te onderzoeken en ordenen. De heer Hulsebos heeft die op dracht aanvaard. y De heer mr, C. P. L. Rutgers heeft om redenen van gezondheid ontslag genomen als lid der commissie, belast met het samenstellen van een handboek der Nederlandsche palaeographie. Zijne plaats is door den neer dr. M. Schoengen te Leeuwarden ingenomen. Naar wij vernemen, zijn plannen in voorbereiding om te Berlijn een historisch instituut te vestigen in den geest van de Ecole des chartes te Darijs en het Oostennjksche Instituut te Weenen. In verband daarmede is de examencommissie voor archivarissen (zie Archievenblad 1894/5 blz. 61) van Marburg naar Berlijn verplaatst. De Kolnische Volkszeitung bericht, dat paus Pius X aan den bekenden kerkhistoricus L. Pastor heeft verklaard de openstelling der Vaticaansche archieven voor het historisch onderzoek, op dezelfde onbekrompene wijze als onder zijn voorganger te zullen handhaven. "Wh i& 1903/1904. No. 3. Orgaan van de VEREENIGING VAN ARCHIVARISSEN in Nederland. Goedgekeurd bij Kon. besl. van 29 Sept. 1891. Koninklijk besluit van den I6den Januari 1904, no. 30, regelende de overbrenging van de archieven der Departementen van Alge meen Bestuur vóór 1831 naar het Algemeen Rijksarchief. Wij WILHELMINA, bij de gratie GodsKoningin der Nederlanden Prinses van Oranje-Nassauenzenz., enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken van 14 Januari 1904, no. 159, afdeeling Kunsten en Wetenschappen; Overwegende dat het voor eene goede regeling van het archiefwezen wenschelijk is de Rijksarchieven, dagteekenende van na November 1813 met het jaar 1830 ingesloten a's tijdgrens, bij die van vroegeren tijd te voegen; dat de toegankelijkheid en het gebruik dier latere archieven eenigzins nader omschreven behooren te worden Gezien het Souvereiu Besluit van 8 Maart 1814, no. 9, het Koninklijk besluit van 4 September 1823, no. 7 en Ons besluit van 30 October 1903, no. 29; Hebben goedgevonden en verstaan met wijziging in zooverre van het bepaalde bij art. 18 van het Koninklijk besluit van 4 September 1823, no. 7, te bepalen als volgt: Art. 1. Naar het Rijksarchief te 's Gravenhage zullen worden overgebracht en aldaar gesteld onder de bewaring en het beheer van den Algemeenen Rijksarchivaris SYfi'- - (/r^cXtP Bijdragen voor dit tijdschrift te zenden aan Mr. R. FRUIN te Middelburg.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 1