78
waren evenwel geene handschriften of boeken van de Yaticaansche bibli
otheek. In de werkkamer van den heer Marre, die aan de woning
van pater Ehrle grenst, bevonden zich bij het uitbreken van den
brand een handschrift uit de 3 7e eeuw op papier en eenige bladen
perkament, behoorende tot de verzamelingen van het Vaticaan, die de
heer Marre juist onder zich had. Pater Ehrle heeft de gewoonte niet
meer bladen aan den reparateur af te geven, dan voor het werk van
eenige dagen voldoende zijn. Tusschen de werkkamer van den heer
Marre en de dakruimte, waarin de brand ontstond, bevinden zich nog
twee vertrekkende slaapkamer van den heer Marre en de reeds meer
genoemde keuken.
Den brand zelf beschrijft pater Ehrle aldus
Het was Allerheiligen 's avonds iets vóór achten; mijn bediende was
juist uitgegaan, toen ik door een tweemaal haastig bellen in mijn avond
gebed werd gestoord. Nog vóór ik de deur mijner woning had bereikt,
werd zij opengeworpen door een der brandweermannen van het Vaticaan,
die zocht naar de plaats waar brand was. Eenige brandlucht gaf mij
aanleiding de deur van de woning van den heer Marre te openen; ik
heb den sleutel dier deur steeds bij mijzoolang de heer Marre eenig
handschrift van het Vaticaan onder zich heeft. De werkkamer en de
slaapkamer, waarin de bewoner zich reeds ter ruste begeven had, waren
in ordealleen was de brandlucht hier iets sterker. Door de keuken gin
gen wij toen naar de ledige dakruimte. Bij het openen der deur, die
tot die ruimte toegang gaf, zagen wij onzen vijand in volle kracht.
Ik sloot de deur dadelijk weer en zond den brandweerman naar bene
den. Zelf nam ik uit de werkkamer van den heer Marre de Vaticaan-
sche handschriften mede en bracht ze naar de voorste zaal der biblio
theek waar ze door het grootsche gewelf voor alle brandgevaar beveiligd
waren. Daarna snelde ik weder naar boven om de handschriften der
Vaticaansche bibliotheekdie ik voor eigen gebruik bij mij hadeveneens
in veiligheid te brengen, voor de weg mij door de brandweer, waaraan
ik trouwens zelf moest deelnemen, werd versperd. Het blusschen werd
veel bemoeilijkt door de nauwe steenen trapwaarlangs de plaats des
onheils bereikt moest worden. Toch was al spoedig eene kleine maar
flink werkende pomp in de slaapkamer van den heer Marre in werking
gesteld, terwijl het water in emmers heel van de bron in het Cortile
della pigna werd aangevoerd.
Pater Ehrle bericht verderhoe ook de Italiaansche brandweer
krachtig aan het blusschingswerk medehielpzoodat na twee uren het
gevaar voor verdere uitbreiding van den brand geweken was. Toen
trachtte de schrijver zijne eigene boeken en schriften in veiligheid te
brengen; vooral echter bezorgd voor de schatten van het Vaticaan, bracht
79
hij de handschriftendie voor de bezoekers in de werkkamer gereed lagen
naar een ander vertrek over, omdat de werkkamer, die schuin onder de
plaats, waar de brand was uitgebroken, gelegen is, niet gelijk het lokaal,
dat er zich onmiddellijk onder bevond, door een verwulf tegen het van
boven dringende vuur beschut was. Het verwulf, dat zich onder de
plaats des onheils bevondliet noch vuur noch water doorzelfs niet
toen het dak er op was neergeploft.
Ten slotte zegt de schrijver nog dit:
De Vaticaansche bibliotheek overtreft, wat veiligheid tegen brand
gevaar betreft, alle andere bibliotheken te Rome en ook de meeste bibli
otheken elders. Dat voordeel heeft zij te danken aan haar steenen be
vloering, hare stevige verwulven en aan de omstandigheid, dat hare
kleine, lage boekenkasten ver van elkander staan. Nooit kan er dus
veel tegelijk brandennooit kan ergens een groote brand ontstaandaar
de weinige brandbare stoffen over zulk eene groote ruimte verdeeld
zijn. Toch zal de brand, welks oorzaak nog niet opgehelderd is, dit
goede gevolg hebben dat de reeds bestaande voorzorgsmaatregelen ver
dubbeld zullen worden. Reeds 8 November heeft de bestuursraad van
de bibliotheek voorstellen in dien geest geformuleerd.
Het Provenienz-prinzip. Naar aanleiding van de opmer
king van dr. W iersum in de vorige aflevering van het Archievenblad
(blz. 49noot) verklaart thans de heer Cuvelier in de Revue des
bibliothèques et archives het volgende „J'ai voulu déclarer dès
le début, que mes préférences personnelles étaient entierèment acquises
au „respect des fonds", mais j'ai cru devoir ajouter que ce n'était pas le
moment, dans un article-programme, embrassant la totalité des questions
d' archivéconomie et de colloboration pratique a une nouvelle revuede
discuter la supériorité de cette méthode sur les autres. J'ajouterai encore
pour tranquilliser mon excellent collègue, que s'il se rencontrait, en
Belgique, un partisan du système cher a Mr. le professeur Blok, je ne
serais certes pas le dernier pour prendre dans votre (lees: notre?) revue la
défense de la seule méthode réellement scientifique d' inventorisation des
archives, si vaillamment et si victorieusement défendue depuis des années
par l'Association des archivistes neerlandais."
Oe archieven der Nederlandsche Hervormde Kerk in 1903.
li.
Gelijk men zich herinnert, werd in het vorige jaar een Regie,
ment op de bewaring en het gebruik der kerkelijke
archieven vastgesteld en sedert aan het oordeel der provinciale en