Deutsche GESCHiCHTSBLaTTER, herausgegeben von Dr. Armin
Tille, Band IV. Gotha, P. A. Perthes, 1902—1903.
132
van de geheime archieven van het Vaticaanterwijl P. Hario
Rinieri van dezelfde archieven gebruik heeft gemaakt voor zijn
beide werken: „Delia rovina di una monarcbia" en „La diplomazia
pontificia nel secoio XIX". Op bl. 242 wordt meegedeelddat het
Congres van Historische Wetenschappen te Rome gehouden in
April j 1bijna met algemeene stemmen den wensch heeft uitge
sproken dat de Europeesche gouvernementen hunne archieven tot
1847 zouden openstellen. Dit naar aanleiding van het betoog van
den heer Gorrini, die er op wees, hoe sommige werken over
algemeene of diplomatieke geschiedenis slechts met moeite konden
worden ondernomen, daar een der hoofdfactoren, openbaarheid der
jongere archieven, ontbrak. (In Engeland b.v. mogen uit de Staats
archieven stukken van na 1798 niet worden meegedeeld.)
In de eerste aflevering van dit tijdschrift geeft de bekende
archivaris O. Winckelmann een overzicht van de geschiedenis van
het rijke archief der stad Straatsburg. De origineelen der oudste
keuren en keizerlijke privilegiën zijn verloren gegaan en ook overigens
is het aantal oorkonden van vóór 1261 klein (71); de oudst be
waarde keizeroorkonde is van 1205. Eerst van 1261 af, toen de
stad den oorlog begon die haar van de bisschoppelijke oppermacht
bevrijdde, breidt zich het archief aanmerkelijk uit. Reeds in 1399
beschamend voorbeeld voor vele gemeenten van onzen tijd! -
besloot de Raad tot het inrichten van een brandvrij archiefdepöt
door den grooten aanwas der archiefstukken evenwel wasjammer
genoegde beschikbare ruimte weldra te klein en moesten vele
bescheiden elders worden ondergebracht, waarvan een deel in 1686
het vuur ten offer viel. In den beginne stond het archief onder
toezicht van den stadsschrijverdoch reeds in 1594 weer een
voorbeeld voor tegenwoordige gemeentebesturen! werd een Regi
strator archivi aangesteld. De eerste functionaris was Laurentius
Clu8srath. Onder zijn opvolgers heeft zich vooral de bekende
historicus Jakob Wencker jegens het archief verdienstelijk gemaakt.
Ook na zijn dood tot het uitbreken van de Fransche revolutie werd
er goed voor gezorgd. Toen echter begon de „debacle". Den
21 sten ju]i 1789 gooide het gepeupel de kostbaarste archiefstukken
met handen vol uit de ramen in den stratendrek. Den 203ten No
vember 1793 werden op last van den maire 15 groote wagenvrachten
akten en protokolleu als „Zeugnisse des Aberglaubcns und der
Sklaverei" verbrand. Ook later nog ging deels door onverschillig-
133
heid van het gemeentebestuur ontzaglijk veel te gronde; uit den
rijkdom van het bewaard geblevene kan eenigszins worden opge
maakt, hoe aanzienlijk dit archief ééns geweest moet zijn.
Eerst in 1841, toen Ludwig Schneegans aan het hoofd van
het archief werd geplaatst, trad blijvende beterschap in, en vooral
sinds 1889, toen Winckelmann als archivaris optrad, heeft het door
terugkeer van vroeger afgestane stukken en andere aanwinsten zeer
gewonnen. Sinds 1890 is het depot van het raadhuis verplaatst
naar het gebouw van de stadsbibliotheek.
De heer R. Hansen (Oldesloe) wijst blz. 18 vlg. op het belang
der archieven, ook der kleinerevoor de kunstgeschiedenis. Hij
toont met voorbeelden aan, hoe dikwijls belangrijke bijzonderheden
over het leven en werken van kunstenaarsbeeldhouwers schilders
enz. bij toeval uit de archieven zijn opgehelderd, en wekt alle ge-
schiedvorschers op om dergelijke memorabilia, die zij bij hunne
studiën mochten tegenkomenaan de redactie van een of ander
kunsttijdschrift op te zenden.
Verder worden in dit tijdschrift besproken de tweede aflevering
van de „Inventaren der nichtstaatlichen Archive der Provinz West-
falen" (zie hierover Nedl. Archievenblad Jaargang IX blz. 132
vlg., X blz. 246 en XI blz. 136) en den inventaris van „Die Graf-
Lodronschen Archive in Gmünd", verschenen als eerste deel der
„Archivberichte aus Karaten", die door August von Jaksch worden
gepubliceerd. Ook wordt zeer waaideerend gewag gemaakt van de
studie van den Zweedschen Rijksarchivaris te StokholmSamuel
Cla8onover het archiefwezen in het buitenland (zie hierover
Nedl. Archievenblad Jaargang XI blz 206 vlg. en XII blz. 20 vlg.).
schichts- UND Alterthumsvereine. 51ster Jahrg. 1903, Nr. 1 11.
Bij de redactie van dit tijdschrift zijn de protokollen van den
Dusseldorper archiefdag te bekomen tegen inzending van 1 Mk.
Onder de verspreide aanteekeningendie over deze bijeenkomst nog
voorkomen, wordt ook gewezen op „den anziehenden humorvollen
Bericht" van Mr. Muller in ons tijdschrift, Jaargang XI blz. 88 vlg.
In het koninkrijk Saksen heeft de Minister van Binnenlandscho
Zaken er op gewezen, dat de toestand der stadsarchieven thans
beter is dan vroeger. Hij schrijft dit toe aan het toezicht dat door
het „Hauptstaatsarchiv" wordt uitgeoefend. Daarom zullen ook in
het vervolg zulke „Revisionen" door een beambte van dat archief
plaats vinden. Verder komen hierin uittreksels voor van de jaar
verslagen over 1902 van de Pruisische Staatsarchieven en van het
KORRESPONDENZBLATT DES GeSAMMTVEREINS DER DEUTSCHEN Ge-