110 Tilburg. Gemeente-archiefHet archief bleef in den zelfden toestand als vorige jaren. „De nieuwe stukken worden regelmatig in het archief opgenomen en geordend. „De oostelijke muur van de zaal vertoonde sedert geruimen tijd sporen van vocht, tengevolge waarvan enkele stukken hebben geleden. In het begin van dit jaar is die muur met planken afgeschoten." (Verslag Tilburg, bladz. 39.) Utrecht. De werkzaamheden namen zoodanig toe, dat vermeerdering van het aantal ambtenaren gewenscht is. Het tractement van den rechtskundigen ambtenaar werd verhoogd tot ƒ1000. Een dagschrijver zal worden aangesteld. I. Het archief. Gereed kwamen de indices op de manualen van het huisgeld en de ordening van het archief van het Provinciaal Utrechtsch genootschap en van de boekdeelen en losse stukken van het archief van kerkvoogden der Ned. Herv. gemeente. In het archief der St. Nicolaas-kerk werden aangetroffen de rekeningen over 1427 1473 en het archief van het Karmelieten-klooster; in dat der St. Geertruida-kerk fragmenten van een cartularium. Enkele stukken zijn overgebracht naar de archieven van den kerkeraad en van den Armenpot van St. Jacob. De archieven van de gasthuizen van St. Barbara en van St. Bartholomeus zijn opnieuw geregeld. De serieën doopboeken der Remonstrantsche en Doopsgezinde gemeenten ondergingen eeni.e aanvulling (van de eerste werd ontvangen een doopregister over 1639—1(582 tegen afgifte van een afschrift ervan aan die gemeente). Uitgegeven zal worden in Oud-Holland eene verzameling afschriften uit 't archief, betreffende de geschiedenis van den bouw der St. Maria-kerkvergezeld van reproductiën van Doomer's aquarel van 'tinwendige dier kerk, Cuypers' platte grond van de kerk en hare bijgebouwen, en eene beschrijving door den archivaris van eene wandeling door die kerk. Het archief van het Smeden-gilde werd in bruikleen ontvangen en daarmede de merkwaardige gildenbrief d.d 1341 1). Thans zijn alle bekende Utrecbtsche archieven in het archief gebouw vereenigd, behalve de notarieele. Het archief van den Studenten-senaat is weder afgegeven. Het archief van de tins heerlijkheid van den Omloop van St. Marie, die sedert 1701 aan J) Deze gildenbrief is uitgegeven in De gilden van Utrecht tot 1528, deel I, bladz. 55—58. 111 de stad behoorde, is overgedragen aan 't rijk, als zijnde rechterlijk archief, en daarna met de oudere stukkenaanwezig in het rijks archief, in bruikleen ontvangen. II. De bibliotheek. Van een afschrift van Dr. C. Booth's aanteekeningen over „Utrechtsche stamhuysen" is eene copie ver vaardigd (de eigenaar van 't origineel weigerde inzage daarvan). Jhr. G. G. Calkoen bood aan eene uit de bronnen bewerkte histo rische beschrijving der St. Janskerk. Aangekocht werden o.a.een deel met afschriften door A Drakenborch van grafschriften in de Utrechtsche kerkeneen cahier met aanteekeningen over het voor gevallene te Utrecht over 17951812; hetFundatieboek van Agniet Vosch, bevattende de besluiten van regenten dezer tot nu toe onbe kende stichting over 16241792. III. De atlassen. De topographische atlas der provincie is behoudens wat niet kan worden gemist, afgegeven aan 't rijksarchief. Het boek over middeleeuwsche huizen te Utrecht, door den archi varis en den heer G. de Hoog Hzn., is verschenen; de voortzetting er van over de huizen uit den renaissance- en den rococo-tijd is niet mogelijk door den beperkten tijd van den heer de Hoog, die echter het hoofdnummer er vanhet oude stadhuisin teekening bracht. De gemeente-architect, de heer F. J. Nieuwenhuis, schonk zes door hem vervaardigde plattegronden van den Dom in de ver schillende stadiën zijner ontwikkeling (1254 - 1517); verkleind zijn deze in 't licht gegeven met eene historische toelichting van den heer Nieuwenhuis, ontleend aan de door Jhr. Calkoen verzamelde gegevens. De heer de Hoog nam op zich teekeningen te vervaar digen van het noorderportaal van den Dom en van den open door gang tusschen kerk en toren van vóór de vernieling in 1674, welke naar oude teekeningen te reconstrueeren zijn. Doch voor meerdere medewerking aan een plaatwerk over den Dom ontbrak aan de heeren Nieuwenhuis en de Hoog de tijd. Uit de manualen op het huisgeld vervaardigde de heer de Leur een kaartje van de stad, verdeeld in de acht oude wijken. Eene door van Asch van Wijek gepubliceerde lijst van de grenzen der 4 Utrechtsche parochiën is in kaart gebracht. Van het rijk werden ontvangen 20 kaarten en platen betreffende de stad. Yan de Ansichtskarten van Utrecht is eene verzameling aangelegd, die reeds ongeveer 1000 stuks telt. IY. Het museum. De beschrijving der voorwerpen is herzien, doch de verandering van de indeeling van den catalogus moet nog worden vastgesteld. Scholieren worden thans, onder geleide hunner onderwijzers, kosteloos toegelaten. Eene tentoonstelling van platen betreffende de Oude- en Nieuwe Grachten in de 17de en 18d« eeuwen

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 24