108 van Yisvliet's Inventaris van het rechterlijk archief. Bijlagen: „Quoyer van den hondersten penning van de huysen ende erfven binnen Middelburch van den jare LXXVl,icl1" (eerste helft). (Verslag Middelburg, bladz. 11 68.) Nijmegen. „De lokalen bevinden zich in goeden staat". Opgave der aanwinsten en der personenaan wie schriftelijk inlich tingen werden verstrekt. (Yerslag Nijmegen, bladz. 38, 39.) Rh eden. „Het archief wordt steeds in orde gehouden; voor eene behoorlijke berging zal de ruimte echter spoedig ontbreken, „De ingekomen stukken werden ingebonden, terwijl op alle ter secretarie berustende registers alphabetische tafels wordeD bijgehouden." (Verslag Rheden over 1901bladz. 30 en Yerslag Rheden over 1902, bladz. 26.) Rotterdam. Het archiefgebouw blijft in elk opzicht voldoen. Voor Mr. de Blécourt werd nog geen opvolger aangesteld; door de dagelijksche openstelling der bibliotheek werd de heer van Rijn van 20 Mei af aan 't archief onttrokken. De inventarisatie van het archief der Weeskamer werd voortgezet. Het maken van afschriften uit de grafelijkheidsregisters werd vervolgd tot 1550. Het afschrift van het „Prothocol van alle huizen te Delfshaven" werd opnieuw gecollationneerd en voorzien van de data der transporten. Het bijwerken van het Rotterdamsch protocolhet excerpeeren der oudere giftboeken en de beschrijving der bibliotheek over Rotterdam werden voortgezet. Geregeld werden de archieven van het ambacht van Kralingen (dat waarschijnlijk in bruikleen zal worden ontvangen) en van den opgeheven polder Katendrecht. Uitvoerige mededeelingen worden gedaan omtrent de overname in 1811 van de kerkelijke doop-, trouw- en begrafenisregisters. De bewerking van bet 4[le deel der Bronnen voor de geschiedenis van Rotterdam (de regesten van Rotterdam en Schieland) vordert geregeld. Opgave der aanwinsten (o.a. archief van den polder Katendrecht, archivalia van do grondheerlijkheid Charlois, (waarschijnlijk) oude archieven van het Heilige Geesthuis en van den polder Kralingen Fruin s exemplaar van zijne uitgave van 't oudste keurboek van Rotterdamen andere voor de atlassen en de verzameling oudheden). Het gebruik van het archief nam nog een weinig toe. Een plan werd ingediend tot inrichting van de oude archieflocalen in 't museum 109 Boymans tot museum van oudheden. Yerslag van den toestand der bibliotheek (sedert 20 Mei dagelijks geopend, daardoor veel drukker bezoekvermeerdering van ameublementbesluit tot aankoop van lectuur, plan tot plaatsing der bibliotheek in een afzonderlijk gebouw); opgave der aanwinsten; verschillende staten der geraad pleegde boeken en der bezoekers. (Verslag van de Commissie voor het archief der gemeente Rotterdam over bet jaar 1902, bijlage tot Verslag Rotterdam.) Schiedam. „De registers en stukken van het oud-archief zijn gesorteerd behalve een betrekkelijk gering aantalwaarvan de juiste plaats niet is aan te wijzen; deze zijn toch zoodanig gerang schikt dat ze gemakkelijk te vinden zijn." Het beschrijven dier stukken en het maken vaü een inventaris moet volgen. Inventarisatie geschiedde in 1861 en 1862 (zie de gemeenteverslagen dier jaren); uit het eerste deel der vorige eeuw is een aanteekening omtrent 't archief voorhanden. Die stukken zijn echter onnauwkeurig terwijl ook archivalia zijn weggeraakt, gelijk wordt aangetoond. Gewenscht wordt terugvoering van de rechterlijke archieven en schenking der verloren stukken. Het tractement van den archivaris werd verhoogd. „Persoonlijke belangstelling (in 't archief) leggen overigens weinige Schiedammers aan den dag." De heer K. Vos deed onderzoek naar de geschiedenis der Doopsgezinde gemeente. Ten geschenke werd ontvangen „een deel rekeningen voor weesmeesteren gedaan". (Verslag van den archivaris, bijlage K tot Verslag Schiedam.) S n e e k. „Zoowel wat de zorg voor de instandhouding der oude registers door inbinden als wat sorteeren betreft", kunnen de werkzaamheden ten aanzien van het oud-archief „thans behoudens misschien nog enkele te maken wijzigingen als geëindigd worden beschouwd". „Door de invoering van het raadsbesluit van 18 April 1899, no. 10, sedert welken tijd tot begin 1903 voor en na een en ander in orde is gebracht, wil het mij voorkomen, dat in deze gemeente thans op doeltreffende wijze voor de bewaring van het archief is gezorgd." Het archief van den laatst afgetreden gemeente-ontvanger werd ontvangen. (Verslag van den secretaris aan B. en W. der gemeente Sneek in Verslag Sneekbladz. 22, 23.) T i e 1. Stereotyp verslag dat van het vorig jaar. (Verslag Tiel, bladz. 15.)

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 23