94
De Synode drage aan de Synodale Commissie op aan het van haar in te wachten
concept-Reglement op de bewaring en het gebiuik van de kerkelijke archieven eene
begrooting van inkomsten en uitgaven toe te voegen.
De Secretaris stelt voor de volgende conclusie toe te voegen aan die
van het rapport
De Synode drage aan de Synodale Commissie op, voor den tijd van één jaar,
een deskundige aan te stellen op een door haar te bepalen bezoldiging, uit de Al-
gemeene Kas te voldoenaan wien opgedragen wordt het archief te onderzoeken en
te ordenen in die gemeenten, welke de Synodale Commissie hem zal aanwijzen.
Deze conclusie wordt ondersteund en door de Commissie overgenomen
waarna de heer de Grient Dreux zijne conclusie intrekt.
In stemming komt de eerste conclusie van het rapport. Zij wordt,
naar het advies van twee leden, aangenomen met 16 stemmen tegen
eene, terwijl een lid tegen adviseert en de heer yan Heusden de
vergadering heeft verlaten.
De 2e conclusie wordt, naar het advies van twee ledenaangenomen
met 15 tegen 2 stemmen, terwijl een lid tegen adviseert.
Op voorstel van den President wordt de stemming over de laatste
conclusie, die nog een tusschenstemming vraagt over het voorstel van
den heer Dr. Bronsveld, om den te benoemen persoon uit de Generale
Kas te bezoldigen, verdaagd tot de zitting van 10 Augustus.
Zitting van 10 Augustus 1903.
De President stelt aan de orde de herstemming over de laatste
conclusie van het rapport omtrent het Reglement op de bewaring en het
gebruik van de kerkelijke archieven.
De President stelt een amendement voor, om n 1. te bepalen een
maximum van ƒ1500 als remuneratie aan den deskundige te geven. Dit
wordt door den Secretaris overgenomen, zoodat de conclusie in haar
geheel thans aldus luidt
De Synode drage aan de Synodale Commissie op, voor den tijd van één jaar,
een deskundige aan te stellen, op een door haar te bepalen bezoldiging met vergoe
ding van reis- en verblijfkosten tot een maximum van 1500, uit de Algemeene
Kas te voldoen, aan wien opgedragen wordt het archief te ouderzoeken en te
ordenen in die gemeenten, welke de Synodale Commissie bem zal aanwijzen.
De heer Mr. IIuber acht dit bedrag niet te hoog, daar ook reis-
en verblijfkosten moeten betaald worden, zoodat hij meent, dat ƒ1000
salaris en ƒ500 voor reis- en verblijfkosten niet overbodig genoemd
kunnen worden.
De heer ür. Bronsveld is wel wat verwonderd, dat de President
er in toestemt de bepaalde som uit de Algemeene Kas te nemenomdat
hij eerst gewezen heeft op de bezwarendaaraan verbonden. Evenwel
wordt opgemerkt, dat voor een enkel jaar deze som daaruit zou kunnen
95
worden genomen. Hij meent echter, dat de genoemde som niet voldoende
is en blijft zijn voorstel handhaven uit de Generale Kas de benoodigde
som te nementerwijl eerst wanneer het archiefwezen in onze Kerk zijn
vaste plaats heeft gevondende Algemeene Kas daarvoor zou kunnen
worden aangesproken. Hjj wijst op de som, die een jaar geleden aan
de classis van Amsterdam uit de Generale Kas gegeven is tot het terug-
koopen van Indische brievendie tot haar archief behoord hadden.
De President wijst nog op de consideraties der Kerk, die een
bezwaar maken om uit de Generale Kas een deskundig man voor de
archieven te salarieeren.
De heer de Grient Dreux wijst op Art. 4 van het Reglement op
de Generale Kas, waar gezegd wordt, dat geen toelagen verstrekt worden
dan op voordracht van de Synodale Commissie en acht daarin een bezwaar
gelegen om het amendement van den heer Dr. Bronsveld aan te nemen.
De heer Schuurman begrijpt de oppositie niet van den heer
Dr. Bronsveld. Ieder beijvert zich in de vergadering, om het plan
van Dr. Bronsveld tot uitvoering te doen komen waarom nu tegenstand
Het archiefwezen behoort tot de algemeene belangen der Kerk en moet
daarom ook uit de Algemeene Kas bekostigd worden.
De heer Dr. Bronsveld voelt het bezwaar van Art. 4 van het
Reglement op de Generale Kas en trekt daarom zijn voorstel in.
Zonder hoofdelijke stemming wordt deze laatste conclusie van het
rapport aangenomen.
III
Behalve deze hoofdzaak kwamen in de laatstgehouden synode nog
eenige andere punten van minder belang ter sprake, die hieronder worden
medegedeeld.
Zitting van 14 Augustus 1903.
In behandeling komt een schrijven van het Classicaal Bestuur van
Leiden over het oud-archief van het Classicaal Bestuur en van de vroegere
Synode van Woerden, d.d. 28 Mei 1903, gereg. onder nr. 1056.
Het schrijven luidt als volgt
Het Classicaal Bestuur van Leiden neemt de vrijheid U te berichtendat zijn
zeer oud archief, benevens dat van de vroegere Synode te Woerden enz., alles onge
twijfeld van groote beteekenis voor de geschiedenis van onze Kerk, bewaard wordt
in een paar kasten in de kerkekamer van de Pieterskerk te Leidenwaarvan de
sleutels berusten bij den kosteroverigens een vertrouwd persoonomdatzoo er
niet geregeld gelucht wordt, die oude boeken zouden vergaan.
Hiervan is het gevolg, dat de toegang voor velen ongehinderd is, niet de
Sedert is de heer Hulsebos te Utrecht als deskundige voor den tijd van
één jaar aangewezen.