88 betaald worden.'' Ook het eigendomsrecht des kerkeraads en de vrije beschikking over zijn archief dienen in het Reglement erkend. Daarom wilde men b.v. in Art. 6 tusschen de woorden „het raadplegen" en „van stukken" ingevoegd hebben door particulieren. In het algemeen achtte men dit Reglement nog wel voor wijziging en verbetering vatbaar. Die van Goes meent, met waardeering van de zorg der Synode, dat vóör tot oprichting van depöts worde overgegaan, een proef dient genomen te worden met het toezicht van een kerkelijk archivaris. Die van IJzendijke is, met uitzondering van één lid, eenparig in beginsel voor dit Reglement. Wel is men beducht voor de kosten der depóts en heeft men niet veel vertrouwen op de offervaardigheid van de leden der Kerk. Daarom zou men met de benoeming van een archivaris willen beginnen maar het overige wat het Reglement voorschrijft, vooreerst onuitgevoerd laten. Een lid wijst er op, dat al. 2 van het Reglement niet geheel in overeenstemming is met de eerste der nieuwe alinea's, toe te voegen aan Art. 57 van het Algemeen Reglement. Utrecht. De Classicale Vergadering van Utrecht vereenigt zich met de strek king van dit Reglement, maar betwijfelt of de Synode het recht heeft, den plaatse lijken gemeenten te gelasten hare archieven af te staan. Bij Art. 7 moeten ook de kerkeraden gemachtigd worden stukken uit te leenen. Ook wordt gewezen op de kosten. Die van Amersfoort adviseert eenparig gunstig, doch op voorwaarde 1°. dat in Art. 4 achter al. 1 worde bijgevoegd: doch alleen met goedvin den van genoemd College; 2". in Art. 6 „en met toestemming van den bezitte r"; 3°. de Synode zorge, dat de kosten, verbonden aan de uitvoering, nimmer te zwaar worden voor onze Kerk. De Classicale Vergadering van Wijk is wel voor dit Reglement, maar met de volgende wijzigingen Bij Art. 1 wordt er op gewezendat er geen procesorde is noch verweer daarom neme de Synode hare maatregelen, dat de gemeente zich beroepen kan op een hoogere macht. Bij Art. 4 al. 1 wordt overwogen, dat de Synode geen recht heeft om te beschikken over de archieven van gemeenten, Classicale Besturen en Provinciale Kerkbesturen en evenmin de macht om ze te dwingen hun archieven af te staan. Men wil daarom in plaats van „worden be waard" lezen: „kunnen bewaard worden". In Art. 4 al. 2 worde ingevoegd achter „personen" „ook in het archiefwezen ervaren" en toegevoegd aan al. 1 en 2 de bepaling omtrent eigendomsrecht en ter beschikking staan. In Art. 6 worde achter „geschiedt" ingevoegd„voor niet-rechthebbenden". In Art. 7 verandere men „beslissen" in „overwegen", omdat het niet een geschil betreftmaar een oordeel. In art. 8 worde toegevoegd: „mits niet uit de Generale Kas". Men is beducht, dat de sympathie voor deze er onder lijden zal. Eindelijk verlangt men de toevoeging van een Art. 9 van dezen inhoud„Dit Reglement wordt niet ten uitvoer gelegd, voordat de noodige gelden daarvoor gevonden zijn." Friesland. De Classicale Vergadering van Leeuwarden, dankbaar voor de bemoeiing der Synode adviseert tot aanneming van Artt. 1 en 2. Maar zij is tegen Artt. 4—7. Oprichting van depöts keurt zij nuttig noch noodig en tevens te kost baar. Op het recht der kerkeraden wijst zij. Zij wil voorts de bepaling, dat kerkeraden en kerkvoogdijen het recht hebben den archivaris te ontbieden ten 89 behoeve der gemeente-archieven tegen vergoeding van v e r b 1 ij f kosten. Salaris en reiskosten komen voor rekening van de Kerk. Zoo kan het doel betere be waring der archieven worden bereikt, zij het niet volkomen. De zaak zal schipbreuk lijden, wordt zij op- en doorgezet, zooals het Reglement aangeeft. De kosten zullen te hoog blijken en de gemeenten zich verzetten tegen den afstand van haar eigendom. In die van Sneek werden dezelfde bedenkingen geopperd het ingrijpen in het eigendomsrecht der plaatselijke gemeenten; bezwaar, aan het in depót geven voor den pastor loei verbonden; waartegenover op de noodzakelijkheid van meerdere zorg werd gedrukt. Niemand kan zich echter met het aangeboden Reglement vereenigen en eenparig nam men eene motie aan, strekkende om waardeering uit te spreken voor de bedoeling der Synode, maar teveos te verklaren, dat het aangeboden Reglement niet voldoende rekent met de rechten der kerkeraden; en te verzoeken dat de Synode voorloopig een kerkelijken archivaris benoeme, die een onderzoek instelt naar de archieven om dan later tot een afdoende regeling te komen. In die van Franeker juichte men de regeling van het toezicht op de archieven toe; maar had men tegen het Reglement op zich zelf veel bezwaar. De een achtte oprichting van Provinciale depöts voldoende. Een ander wilde in Art. 6 meer op de rechten der gemeente gelet hebben. Een derde deed de vraagingeval een kerkeraad niet op voldoende wijze zijn archief bewaart, kan hij dan verplicht worden het af te staan aan het depót De Classicale Vergadering van Dokktjm verwierp eenparig, uit bezwaar tegen de kosten, het voorgestelde. Die van Heerenveen ingelijks, oordeelende, dat het Reglement een gevolg zeker van mindere bekendheid met het archiefwezen in *t geheel niet aan de eischen voldoet. Bij toepassing zouden zeer groote gebouwen noodig zijn. De archivaris zal moeten zijn een wetenschappelijk ont wikkeld man, die daarbij nog in staat is de oude stukken te lezen, eene afzonderlijke, zeer moeielijke taak. Waar zal het traktement voor zulk een geleerde gevonden worden Verder merkt men op, dat wat in Art. 5 genoemd wordt een verbazend omvangrijk werk, voor een deel reeds is geschied. Op een enkele uitzondering na zijn al de kerkelijke archieven in Friesland geregistreerd, en dat register is uitgegeven. Zoo is het zeker in meerdere provinciën. Het bepaalde in Art. 6 zou de eigenaars van een archief al te afhankelijk maken van den archivaris- Ook zou de tijd, voor het vragen van de daar genoemde toestemming noodig, tot moeielijkheid aanleiding geven. Eindelijk is er gevaar in, dat ieder, die dat wil, maar in een archief zal kunnen snuffelen. Ten slotte adviseeren alle leden tegen dit voorloopig aangenomen Reglementterwijl de groote meerderheid zich vereenigt met een concept, door den heer P. J. D. van Slooten, predikant te Tjalleberd c.a., ter tafel gebrachtluidendeArtt. 12 en 3 blijven als de voorloopig aangenomene. De andere Artikelen vervallen, behalve Art. 8, dat Art. 4 wordt. En dan wordt er aan toegevoegd het navolgende Art. 5 „Na ingenomen advies vau den kerke lijken archivaris zal later het toezicht op de kerkelijke archieven worden geregeld." Overijsel. De Classicale Vergadering van Zwolle adviseerde nietmaar stemde alleen. Zij verklaarde zich met 42 tegen 5 stemmen voor het Reglementdie van Deventer deed hetzelfde, maar voegde er in Art. 6 als amendement bij: achter de woorden „zonder toestemming van den kerkelijken archivaris" te voegen „en de in Art. 4 genoemde beheerders". Van die van Kampen verklaarde zich niemand voor het tot wet maken van het Reglement, ofschoon men het ernstig streven om

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 13