38 Kleinere bijdragen. inderdaad meenden, dat mijne opvatting niet de juiste was, dan zouden zij zeer zeker niet nagelaten hebben, mij daarop te wijzen. Nu dit echter, bij al de tusschen genoemd college en mij over deze zaak gevoerde cor respondentie nooit, in welken vorm dan ook, geschied is, houd ik mij ten volle overtuigd, dat mijne opvatting in alle opzichten door het college van B. en W. werd gedeeld. Gouda, 7 Juli 1903. L. A. KESPER, Archivaris van Gouda. Boelgoed-archivalia. Men leest onder dezen titel in de Leeuwarder courant van 6 Mei jl het volgende ingezonden stuk, dat wij zonder commentaar overnemen. In de nieuwsbladen kwam dezer dagen een bericht voor, dat in een boelgoed een belangrijk document gevonden was inzake het proces ds. Lonkhuyzen contra de gemeente Schoterland. Welnu dit feit behoort aan de Friezen de oogen te openen voor het gewicht, dat een onderzoek naar oude papieren of boeken in particuliere woningen (doch ook op kerkzolders enz.) kan hebben, vooral in die families, die vroeger kerkeraadsleden of kerkvoogden telden. Wie de archieflijst der kerkelijke gemeenten in Friesland onder oogen krijgt, schrikt er van 1. hoe weinig van het verleden bewaard is gebleven, 2. hoe slordig het bewaard is, 3. hoe onverantwoordelijk om gesprongen is met de oude documenten. Dit is te bejammeren om deze redenen: 1. Omdat de geschiedenis der kerk uiterst moeilijk te beschrijven is door al dat ontbreken van bescheiden. 2. Omdat menige gemeente reeds belangrijk financieel nadeel beeft geleden. Mij is meer dan een voorbeeld bekend, dat het ontbreken van papieren, die er vroeger geweest waren, belangrijke schade heeft berokkend. 3. Vermoedelijk nog aan méér dan één gemeente financieele schade betrokkenen zal, doordat meer dan één eigendomsrecht niet meer te bewijzen valt. (Over deze dingen zwijg ik, voorbeelden zijn gevaarlijk.) Wanneer de kerkeraden geregeld op- teekening gehouden hadden, ook van in hun oogen onbelangrijke besluiten (die in later tijd met het oog op rechtsquaesties belangrijk konden worden), is het de vraag of een toestand zou bestaan als in de Bildtstreken, of ds. van Lonkhuyzen thans niet veel sterker zou staan. En ik ben er van overtuigd, dat in deze dingen meer dan één gemeente, die thans werk heeft rond te komen, onder die lasten gebogen gaat doordat jaar in jaar uit allerlei opteekeningen verwaarloosd zijn, of als zij ge maakt zijn, in later tijd zijn vernietigd. Als dit nu maar een spoorslag is voor kerkeraadsleden, die dit lezen, om althans voortaan een geregelde nauwkeurige aanteekening te houden. En waarom nu de huizen, de kabinetten en oude kisten op zolder te onderzoeken? Omdat ik er van overtuigd ben, dat bij een nauwkeurig nasporen nog menig be langrijk stuk voor den dag kan komen, nog meer dan één boekje voor de kerkge schiedenis van belang voor den dag kan komen. In oude bijbels kunnen aanteeke- ningen van hoog belang worden gevonden. In menig testament kan iets voor komen, dat een zekere financieele quaestie kan toelichten. 39 Wie iets meent te vinden, hij ga naar den predikant van zijn plaats en late deze inzage nemen. Waar een vacature is, of waar de predikant op het schrift bezwijkt, gaarne ben ik bereid de stukken door te lezen. Want in kerkelijke zaken doet men steed3 het beste zooveel mogelijk slechts kerkelijke personen om advies te vragen, omdat een archivaris dikwijls, al is hij nog zoo ervaren, slechts in over leg met een kerkelijk persoon een advies mag geven, juist omdat het zaken van godsdienstigen aard zijn. Overigens mr. J. L. Berns, rijksarchivaris te Leeuwarden, is een uiterst welwillend vakgeleerde, die gaarne adviezen geeft en hulp verleent, zooals ik zelf reeds een paar malen ondervond. Maar onderzoekt toch uw kabi netten. Mocht iemand een oud boekje vinden (vooral die tusschen 1500 en 1650 zijn uitgegeven) of een oud twistgeschrift over een of ander kerkgeschil, hij toone het toch aan den predikant; en mocht deze twijfelen aan de waarde, hij zende den titel op naar de Bibliotheek van de Doopsgezinde Gemeente te Amsterdam, die in ons land de grootste bibliotheek op godgeleerd gebied is. Als het daar ontbreekt en men stelt er prijs op, de bibliothecaris zal het wel mededeelen. Wie wil, kan desnoods mij de boekjes ter inzage zenden of de titels opgeven. Er zijn eenige kleine boekjes van groote waarde voor onze kerkgeschiedenis, die verloren zijn gegaan en waar voor ik, mocht er een exemplaar gevonden worden gaarne een groote som betaal. Dit is tevens een aansporing aan de predikanten en notarissen om vooral toe te zien, dat geen papier bij een boedelscheiding of bij een sterfgeval opgeruimd wordt, zonder dat zij hebben nagegaan of er eenige waarde in stak. Woudsend. VOS, Doopsgezind, predikant. Polderarchieven. Dat de polderbesturen zeiven het nut hunner archieven meer en meer gaan inzien, blijkt uit het hier volgende bericht in de Dordtsche courant. Sedert ongeveer een half jaar woonde te Dordrecht een zekere J. de L., secretaris-penningmeester van verschillende polders onder IJselmonde. Er rezen ver moedens tegen hem, zoodat eenige polderbesturen een klacht tegen hem indienden wegens verduistering. J. de L. was in het bezit der polderarchieven en -kassen en weigerde afgifte. De justitie besloot den verdachte aan te houden, maar, daar hij zich den laatsten tijd in Dordrecht bijna niet op straat vertoonde, was dit niet zoo gemak kelijk. Zaterdagnacht, na aankomst van den laatsten trein uit Botterdam, werd hij echter voor zijn woning gearresteerd en mede naar het politiebureau genomen. De polderautoriteiten werden Zondag met hem geconfronteerd, en na verhoor bleek er in de kas een tekort van een zeshonderd gulden te zijn. Daar het meest gelegen lag aan afgifte der archieven, werd ten slotte aan de L. gevraagd, of hij hierin toe stemde, men zou dan de zaak verder op haar beloop laten. Aanvankelijk weigerde deze, doch gisterenmiddag bedacht hij zich. De archieven werden door de recherche met zijn goedvinden opgespoord in zijn woonhuis aan den Singel en gesloten kantoor aan de Nieuwstraat en aan de betrokken besturen afgegeventevens werd aanzui vering van het tekort beloofd.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 24