32
steunsel kan niet als andere voorwerpen van dien aard tusschen opeen
gestapelde bundels zoek raken.
Voor de bewaring van archiefstukken worden soms ook doozen gebruikt.
Een nieuw type geven de archiefdoozen in het koninklijke Pruisische
huisarchief te Charlottenburg te zien, waarbij de kleppen zijn vervaardigd
van op linnen geplakte spalken, terwijl zij evenals de z. g. Amerikaansche
schrijftafels op en neer schuiven als jalouzieën. Men wint daarmee, dat
de breedte van de doos onafhankelijk kan zijn van de geschikte schuif-
breedte; ook kan de doos worden geplaatst zonder dat men daarbij
ruimte behoeft te hebben voor openslaande kleppen, terwijl het licht
daardoor niet benomen wordt.
Op verschillende plaatsen vindt men ook praktische modellen van kar
tonnen doozen. Lichte verplaatsbare tusschenschotten daarin kunnen
gemaakt worden van gevlochten bamboes.
Voor de oriënteering in den inhoud der kasten in de depóts worden
in de archieven dikwijls naamborden aan de kanten der kasten aangebracht
soms ook een soort plattegrond aan den ingang van ieder vertrek. De
gemeenschap tusschen de ambtenaren, werkzaam in de expeditielokalen
en de bewaarlokalen, wordt in Versailles en Charlottenburg onderhouden
door een telefoon van de eerstgenoemde vertrekken naar de depóts te
Innsbruck door middel van bellen met verschillende signalen. Zulk
eene verbinding is bijzonder nuttig, daar zooals soms het geval is, de
ordening zelve het best in de depóts wordt tot stand gebracht. Dikwijls
hebben de ambtenaren ook eigen werkkamers en wordt het kleinst moge
lijke getal bij de expeditie gebruikt.
Bijzondere aandacht verdient ook de maatregel, dien men bij het
nieuwe archiefgebouw in de akademiestad Basel heeft genomen voor het
bevorderen van de archiefstudies der studenten. Daar is namelijk een
kamer waarin ook het archief der universiteit wordt bewaard
gereserveerd voor het historisch seminarie van de universiteit, waardoor
zonder bezwaar archiefstukken van verschillende soort beschikbaar kunnen
worden gestelddat dit een bijzonder groot voordeel verschaft aan dergelijke
seminariestudie en dat terzelfder tijd de opleiding van archivarissen
daardoor wordt vergemakkelijkt, behoeft wel niet te worden betoogd.
Ook te Straatsburg heeft het historische seminarie op dezelfde wijze zijn
eigen lokaal in het daar bestaande kreitsarchief. 2)
De archivaris van Charlottenburg is van meening, dat de kosten die van
gewone doozen niet te boven zullen gaan, daar de latjes in de fabriek kunnen
worden gemaakt en men aan de voorzijde van de doos ook geen versieringen zal
noodig hebben.
2) [Voor nadere bijzonderheden aangaande archiefgebouwen en archiefinrichting
verwijst Olason, wat Denemarken betreft, naar: „De danske provinsarkivers byg-
niuger" (De Deensche provinciale archiefgebouwen) Kopenhagen 1893, wat Neder-
33
De krijgsgeschiedkundige nasporingen te Gouda.
In het „Nederlandsch Archievenblad" No. 3 van 1902/1903 komt
een artikel onder bovenstaande titel voor, geschreven door de Archivaris
van Goudade heer L. A Kesper. Dit artikel bevat een verweer tegen
een alinea van het Zevende Jaarverslag der „Nasporingen en Studiën op
het gebied der Nederlandsche Krijgsgeschiedenis", en zou aanleiding
kunnen geven tot een verklaring mijnerzijds ten eerste omdat het enige
malen mijn naam behelst, ten tweede omdat de gewraakte alinea haar
ontstaan indirekt te danken heeft aan door mij toe de bevoegde autoriteit
gerichte vertogen.
De omstandigheid echter, dat het hier geen meningsverschil geldt
tussen de heer Kesper en mij persoonlik, doch een ongelijkheid
van opvatting bij de Archivaris van Gouda aan de ene, de
Ofsier belast met de nasporingen aan de andere zijde
deze omstandigheid geeft mij tot een publieke uiteenzetting mijner opinie
geen vrijheidzonder nadere autorisatie van hoger hand.
Ik meen echter mijn bevoegdheid niet te buiten gaan, door nu reeds
dankbaar de grote welwillendheid en de onvermoeide bereidvaardigheid
te vermelden, waarmee de Archivaris van Gouda mij, ondanks zijn drukke
werkkring, gedurende mijn detachering in het Gemeente-Archief
binnen de naar zijn overtuiging gestelde grenzen
steeds ter zijde stond.
De Eerste-Luitenant o. n. a.belast geweest met
de krijgsgeschiedkundige nasporingen te Gouda:
J. TERSTEEG.
Amsterdam, Mei 1903.
De krijgsgeschiedkundige nasporingen te Gouda.
Het „Nederlandsch Archievenblad" No. 3 van 19021903 bevat onder
bovenstaand opschrift een artikel van den Archivaris der gemeente Gouda,
ten doel hebbende een alinea uit het Zevende Jaarverslag der „Na-
land aangaat, naar den bekenden feestbundel, in 1900 aan Jhr. Mr. Victor de Stders
aangeboden, waarin onze rijksarchiefgebouwen zijn afgebeeld. (Noot van den Vert.)
In „Archivalische Zeitschrift" yindt men eene beschrijving van het archief te
Dresden (jaargang XIII, blz. 282 vlgvan dat te Neurenberg (VII, blz. 298 vlg.),
van dat te Weimar (IX, blz. 190 vlg.), van het stadsarchief te Straatsburg (Neue
Folge IV, blz. 109 vlg.) en van het huisarchief te Charlottenburg (N. F. VI, bl. 280 vlg.).
Van het stadsarchief te Leiden komt eene beschrijving voor in: „Le Bibliographe
Moderne" 1897 blz. 126 vlg.