24 zeiven. Soms heeft men echter ook vooraf vastgesteld, waar de archivalia ingeval van brand zullen worden gered. Vocht is ook een gevaarlijke vijand voor de archivalia. Tot de maatregelendie kunnen bijdragen tot bescherming daartegenbehooren natuurlijk in de eerste en voornaamste plaats draineering van den grond, isoleeringsmiddelen enz., om te beletten, dat het vocht in de muren opstijgt. Opdat sneeuw en regen niet bij de vensters in het ge bouw zouden doordringen, waren er in het provinciale archief te Viborg hier en daar vensterdrempels van graniet aangebracht, die sterk naar buiten helden, en tusschen deze en den onderkant der kozijnen had men een met vlas omwonden stang gelegd, zoodat het vocht, dat zich aan de binnenzijde van de vensters afzette, achter den hellenden drempel om kon wegloopen. Verder is het van belang er voor te zorgen, dat de archivalia lucht en licht krijgen. Moderne archiefzalen zijn daarom altijd helder ver licht, zij hebben gewoonlijk vensters aan beide zijden en de kasten staan haaks tegen de venstermuren, zoodat zij het licht van beide zijden krijgen. Soms heeft men zeer breede vensters, zooals te Viborg, te Odense^ te Weimar en in meer archievenzij zijn soms bijna 2.4 M. breed en een kast midden voor ieder venster en een tusschen de vensters, of ook smallere vensters, zooals bijv. in het provinciale archief te Kopenhagen. De vensters moeten natuurlijk zoodanig zijn, dat gemakkelijk luchten mogelijk is. Wanneer liggende dakvensters worden gebruikt, dan moeten zij gemakkelijk van sneeuw zijn te bevrijden. Al te sterke zonneschijn moet buitengesloten worden, door gordijnen, door een bijzonder soort van vensterglas of iets dergelijks. Om het licht in het archief te vermeerderen, pleegt men bij het ma gazijnsysteem de tusschen vloeren, als die van ijzer zijn, a jour te bewerken. Bijzonder doelmatig kwamen mij de in Viborg gebruikte voor, die be stonden uit een soort traliewerk van op zijn kant staand staafijzer. De tralies moeten daarbij zoodanig geplaatst zijn, dat het meest mo gelijke licht binnendringt. Te Utrecht, waar, gelijk te Keulen en te Maagdenburg, de verdiepingen slechts van elkander worden gescheiden door galerijen of balkons, die buiten de bovenste kasten omloopen, en waar op die wijze groote lichtopeningen midden tusschen de kasten worden gevonden, waren de galerijvloeren van glas, en ook in het nieuwe staatsarchief té Karlsruhe werden glasvloeren aangebracht. Open ijzeren vloeren hebben ook het voordeel, dat het stof er door heen valt en slechts op één vloer blijft liggen. In archieven, die in oude gebouwen zijn ingericht, heeft men soms moeite voldoende licht te krijgen. In het archief te Maagdenburg had men voor dit doel twee hulpmiddelen, die ik nergens anders aantrof, het 25 eene, een soort vuurvast glas van Siemens, dat ingemetseld was in de muren van een overigens donkeren gang, het andere, reflectors, die zoo geplaatst waren dat zij het licht weerkaatsten naar de donkere gedeelten van de bewaarvertrekken. Van electrisch licht werd ook gebruik gemaakt, ofschoon slechts bij uitzondering. Ook worden de kasten zoo gemaakt, dat zij zoo veel mogelijk vrije luchtspeling toelaten. De kasten, hetzij zij van hout of van ijzer zijn, bestaan tegenwoordig dikwijlsalleen uit ramen en de planken gaan niet tot aan den muur, of bij dubbele kasten, die rug aan rug staan, niet tot aan de correspondeerende planken in de andere kasten. Hier is geen vaste rug aanwezig, of liever gezegd daar, waar deze zich zou moeten bevinden, is er een ijzeren traliewerk tusschen de dubbele kasten. Dat de onderste plank eenige centimeters boven den vloer moet liggen, spreekt van zelf. "Warmte is ook een goed middel tegen vocht. Intusschen zijn er niet overal in de bewaarvertrekken in de nieuwe buitenlandsche archieven warmtegeleidingenmen vindt ze te Baselin den Haag, te Char- lottenburg, te Keulen, in het rijksarchief te Brussel, te Maagdenburg enz. en zij zullen worden aangebracht in de nieuwe archieven te Karlsruhe en te Gent, maar men mist ze in de bewaarvertrekken te Munster bijv., verder in de Deensche provinciale archieven, in het krijgsarchief te Dresden en in meer moderne archieven. Zij zullen in archieven in zuidelijker gelegen landen ook niet zoo noodig zijn als in de Zweedsche; de temperatuur kan ook hier en daar het geheele jaar door boven het vriespunt gehou den worden. Bij nieuwe warmtegeleidingen waren in den regel de warmte- buizen aangelegd bij de vensters of in de vensterkozijnen. De meeste warmtegeleidingen waren warmwaterapparaten. De kostbare schatten, die de archieven inhouden, moeten in zekere bewaring zijn tegen nog andere vijanden dan vuur en vocht. Tegen in braak beschermen op de meeste plaatsen vensters of ijzeren tralies, ten minste bij de vensters van de benedenste verdieping. Maakt men gebruik van traliewerk, dan moet dat toch geopend kunnen worden, zoodat bij brandgevaar de archiefstukken door de vensters gered kunnen worden. Waar de expeditielokalen zich op een hoogere verdieping bevinden, kan de trapopgang reeds beneden afgesloten worden door een traliedeur die door het drukken op een knop geopend wordt van de portierskamer uit. Dat het Nationale archief te Parijs niemand laat vertrekken, voordat hij door een uitgaansbewijs van den dienstdoenden ambtenaar bewezen heeft, dat In den regel ia het streng verboden in archieflokalen van kunstlicht gebruik te maken. Electrisch licht komt, ala ik mij niet vergis, alleen in de bewaarver trekken van het stadsarchief te Brussel voor en in het staatsarchief te Basel, en bij de nieuwe archiefgebouwen in den Haag en Karlsruhe is er sprake van het in te voeren. In expeditiekamers wordt er gebruik van gemaakt in de staats archieven te Brussel en te Innsbruck.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 17